De toeristische sector in Vlaanderen en Brussel is goed voor wel 240.000 banen. In 2014 genereerde de sector een bruto toegevoegde waarde van 11,7 miljard euro voor onze economie, of 4,5% van het totale BBP van Vlaanderen en Brussel. “Toerisme is en blijft een belangrijke economische groeisector, met nog veel potentieel voor de toekomst”, zegt Vlaams minister van Toerisme Ben Weyts.
Het directe aandeel van de toeristische sector in de totale toegevoegde waarde van de economie in Vlaanderen (met inbegrip van Brussel) bedraagt 4,5% of zo’n 11,7 miljard euro. In dat cijfer zit onder andere de toegevoegde waarde van horeca, reisbureaus of diensten voor cultuur. Toerisme doet het beter dan sectoren zoals de voedingsindustrie (2,5%), de chemische sector (2,9%) of de financiële sector (3,5%).
Voor het eerst werd ook de indirecte bruto toegevoegde waarde van toerisle berekend: 1,6 miljard euro. Dat is toegevoegde waarde in andere bedrijfstakken die toeleveren aan de toeristische sector, zoals wasserijen die lakens voor hotels wassen.“En dan is er nog het hefboomeffect van toerisme”, vult Weyts aan. “Toeristen stappen ook onze winkels binnen, ze leren onze producten kennen, en geven ook zo heel wat geld uit”.
De Vlaamse toeristische sector zit in de internationale middenmoot. De Vlaamse resultaten zijn vergelijkbaar met die van de toeristische sector in Nederland (4,6% BBP), Tsjechië (4,9% BBP) en Denemarken en Hongarije (allebei 5,2% BBP). “Er is nog groeimarge in Vlaanderen”, besluit Weyts. “Ik wil gericht blijven investeren in de toekomst van de toeristische sector”.
Meer informatie: www.benweyts.be