Grote regionale opgave verblijfsrecreatie in Nederland

Na een jarenlange groei begint de markt voor verblijfsrecreatie inmiddels flink verzadigd te raken. Sommige ondernemingen blijven het goed doen, maar bij anderen lopen omzet en marge sterk terug. Hoe zorgelijk is de situatie? Waar ligt nog toekomstperspectief? In een serie van vier artikelen geeft Léon Jobse, manager van ZKA Consultants & Planners, zijn visie van de ontwikkelingen op regionale schaal. In dit eerste artikel:  ‘De opgaven in de verblijfsrecreatie’. #vierluik_verblijf

Niet alle plannen komen van de grond

Regionale verschillen
Er zijn grote regionale verschillen in gebieden die het ‘beter’ doen en gebieden waar het minder goed of zelfs slecht gaat.  Jobse: “Er zijn nu eenmaal gebieden met een duidelijke ‘natuurlijke’ recreatieve aantrekkingskracht, zoals de Zeeuwse kust, de Veluwe en de Waddeneilanden: dit zijn altijd recreatiegebieden geweest en zullen dat ook blijven. Toch zijn er ook gebieden met een goede recreatienaam waar het minder goed gaat. Hier speelt overduidelijk de ‘levenscyclus’ van een bedrijf of product. Jarenlange hoge bezetting en goede prijzen hebben bij ondernemers en overheden geleid tot ‘gemakzucht’: er wordt te weinig geïnvesteerd in productvernieuwing, bezuinigd op promotie, en de bedrijfsvoering wordt minder efficiënt. Dit speelt zowel op individueel bedrijfsniveau, als op regionale schaal . Onze regionale productiviteitsanalyses en monitors laten soms verbijsterende cijfers zien en ook de met de ‘leisurespiegel’ uitgevoerde bedrijfsanalyses leveren soms een verdrietig beeld op.” Landelijk en regionaal is er veel aan de hand. Volgens Jobse moeten overheden zich erop instellen dat binnen nu en 5-10 jaar recreatiebedrijven in hun regio failliet zullen gaan of hun bedrijfsvoering staken wegens gebrek aan opvolging/overname. Hij schat in dat het in sommige regio’s wel om 30-40% van de bedrijven kan gaan. Het gevolg: effecten op de hele sector in de regio.

Een regionale aanpak
Het is opvallend hoeveel gemeenten en regio’s juist nu, tijdens de economische crisis, inzetten op verdere ontwikkeling van (verblijfs-)recreatie. Opvallend, want ook in deze sector gaat het niet heel florissant. Bovendien: niet elk gebied leent zich voor ontwikkeling of continuering van verblijfsrecreatie en dan zijn er ook nog die gebieden waar het aantal overnachtingen nu al terugloopt!

Jobse is kritisch aanpak in veel regio’s: “Er moet goed worden gekeken waar ruimte is voor de doorontwikkeling van verblijfsrecreatie, zowel ruimtelijk als economisch. Niet overal is dat hetzelfde.
Er zijn gebieden die voor verblijfsrecreatie nu eenmaal minder kansrijk zijn uit oogpunt van aantrekkelijkheid en bedrijfseconomische kansen. Het is noodzakelijk om alle bedrijven in een gebied te beschouwen vanuit een individueel toekomstperspectief: hoe doen ze het nu, maar ook: liggen ze wel op de goede plaats? Uiteraard op basis van onafhankelijke criteria, maar met als doel om onderbouwde keuzes te maken: waar is ruimte voor productontwikkeling en innovatie, eventueel in combinatie met uitbreiding, en op welke plaatsen juist niet? Wij zijn er een voorstander van om stimulerende maatregelen te richten op de meest kansrijke bedrijven en op plaatsen waar verdere ontwikkeling gewenst en mogelijk is. Soms zal dit harde keuzes opleveren: er zullen bedrijven buiten de boot vallen, omdat ze op de verkeerde plekken liggen en bedrijfseconomisch onvoldoende voortzettingsperspectief hebben. Hier kan beter naar andere ontwikkelingsmogelijkheden worden gezocht of er ligt wellicht zelfs een regionale saneringsopgave. Dit is hard voor bedrijven op minder kansrijke plaatsen, echter voor de ontwikkeling van de sector in de regio uiteindelijk het beste.”

Een regionale aanpak moet uitgaan van de kansen in de regio en de individuele verblijfsrecreatieve bedrijven. Een samenhang van het bieden van:

1) Ontwikkelruimte

2) Het wegnemen van belemmeringen in combinatie met andere stimulerende maatregelen en

3) Wellicht ook gedeeltelijke sanering en invulling met andere functies.

Belangrijk daarbij is dat ondernemers, branche en overheden daarbij goed samenwerken op basis van vertrouwen en gezamenlijke toekomstpotentie.

Meer informatie?
neem contact op met ZKA

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *