Opmerkelijke conclusies in het bieronderzoek ‘Rendement en Relatie’. Veel bierbrouwers hebben horecabedrijven in een wurggreep en rekenen literprijzen die tot tweemaal zo hoog zijn als voor de consument in een supermarkt.
Vandaag zijn tijdens de perspresentatie van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in Café Dudok de bevindingen bekend gemaakt van het wetenschappelijk onderzoek naar rendementsopbouw in de drankverstrekkende sector. Al jaren staat het rendement in deze sector zwaar onder druk en is de invloed van de brouwers op deze sector groot. De conclusies uit het rapport “Rendement en Relatie” werden toegelicht door Prof. dr. Leeflang, voorzitter van de commissie* die het onderzoek heeft begeleid.
Doel van KHN is dat er een transparante en concurrerende markt ontstaat, waarbinnen de brouwer zich hoofdzakelijk richt op het produceren en leveren van bier, waarbij alle partijen duurzaam maatschappelijk ondernemen en tegelijk een redelijk rendement kunnen behalen. Dit onderzoek, een initiatief van KHN, is uitgevoerd door het EIM (Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf) in opdracht van het bedrijfschap Horeca en Catering. Na een korte toelichting is het rapport overhandigd aan Philip de Ridder, algemeen directeur Heineken en Lodewijk van der Grinten, algemeen directeur KHN.
Belangrijkste bevindingen rapport ‘Rendement en Relatie’
Dit grootschalige onderzoek onder meer dan 2100 ondernemers levert opmerkelijke conclusies op:
- Een groot aantal drankverstrekkende bedrijven is gebonden aan brouwerijen;
- 75% van de cafés is gebonden aan een bierbrouwer
- Eén op de zes panden is eigendom van de brouwers
- 11% van de horecabedrijven heeft een geldlening of borgstelling van de brouwers.
- Hoe groter de binding met de brouwer, hoe minder de nettowinst
- (Pand)gebonden ondernemers betalen de hoofdprijs! Zij profiteren niet van lagere hectoliterkortingen terwijl er wel een afnameverplichting is. Daarnaast geeft het rapport aan hoe groter de binding met de brouwer, hoe ongelukkiger de ondernemer zich voelt.
- De bierinkoopprijs voor ondernemers is tot twee keer hoger dan de verkoopprijs voor consumenten in de supermarkt.
“Er is geen concurrentie op de markt, de consument wordt er niet beter van en deze markt is buitengewoon statisch”, aldus Van der Grinten. “Met dit rapport in de hand zal KHN in overleg treden met de brouwerijen, de (Europese)politiek en de NMa om o.a. een lobby te starten om de Europese vrijstelling voor pandbinding buiten toepassing te verklaren.
Enkele feiten Nederlandse biermarkt
In Nederland wordt er op circa 28.000 horecalocaties, 5.600 supermarktlocaties en bij ruim 4.000 slijters bier verkocht. In 2010 was de bierconsumptie ongeveer 10 miljoen hectoliter, dit is 72 liter per bierdrinker. Circa 20% (2 miljoen hectoliter) wordt verkocht in de horeca, de rest via de slijter en in toenemende mate via de supermarkt. Bier bepaalt voor 30% de omzet binnen de drankverstrekkende sector en is binnen cafés zelfs 50% van de omzet. Bij 9 van de 10 cafés wordt het hoofdmerk bier geleverd door één van de vier grote brouwerijen die opereren op de Nederlandse markt. De macht van de brouwer is te groot.
*De samenstelling van de commissie die het onderzoek van het EIM heeft begeleid is als volgt: Prof. dr. P.S.H. Leeflang, Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter, Prof. dr. A.W.A. Boot, Universiteit Amsterdam, Prof. dr. mr. E.M. Kneppers-Heijnert, Rijksuniversiteit Groningen.
Bron: persbericht Koninklijke Horeca Nederland
Eén reactie