De Nederlandse gemeenten begroten 600 miljoen euro aan opbrengsten uit de toeristenbelasting in 2025. Dit is 61 miljoen (+11,3%) euro meer dan in 2024. Van deze stijging kan € 23 miljoen worden toegeschreven aan Amsterdam. Dat blijkt uit cijfers van het CBS over de inkomsten van gemeenten in 2025. De post ‘parkeergelden’, ook sterk gericht op de bezoekerseconomie, wordt met € 154 miljoen (+ 10%) opgeschroefd naar 1,5 miljard.
Amsterdam haalt meeste toeristenbelasting op
Dat het toeristisch aantrekkelijke Amsterdam de lijst aanvoert met meeste inkomsten uit toeristenbelasting is niet verwonderlijk. Voor 2025 wordt uit deze inkomstenbron 265,7 miljoen verwacht. Deze groei van 8% t.o.v. 2024 wordt o.a. onderbouwd door een toename van het aantal overnachtingen en een stijging van de kamerprijzen. Amsterdam hanteert zowel in 2024 als 2025 een tarief van 12,5% van de overnachtingsprijs. Daarnaast worden er hogere opbrengsten verwacht uit de toeristenbelasting voor passagiers van cruiseschepen en rondvaartboten. In 2024 is het tarief verhoogd van € 8 naar € 14 per passagier per dag
Daarnaast heeft ook de dagrecreatie te maken met gemeentelijke belastingen (Vermakelijkhedenretributie), waarmee in 2025 nog € 15,1 miljoen wordt binnengehaald. Ook de Amsterdamse watersport wordt met ingang van 2025 op de korrel genomen door de invoering van ‘vignetten’. Parkeertarieven, veelal ook opgebracht door bezoekers aan de stad, zijn in 2025 goed voor 363,9 miljoen aan inkomsten voor de gemeente.
Waar de grote steden in het CBS overzicht opvallen doordat zij in absolute zin veel toeristenbelasting heffen, zien we dat ook kleinere toeristische gemeenten vaak een heel groot gedeelte van hun begrotingsdekking realiseren met inkomsten die worden opgebracht door bezoekers (toeristen en daggasten) van de gemeente. Als we bijvoorbeeld kijken naar de begroting van de Zeeuwse gemeente Veere, dan zien we dat ruim meer dan de helft van alle lokale heffingen worden opgebracht door bezoekers (toeristenbelasting €10,6 mln, forensenbelasting €2 mln & parkeergelden €7,3 mln – deze gemeente heeft veel parkeerterreinen langs de kust.) Zie ook afbeelding rechts.
Ook veel andere gemeentebelastingen stijgen
Gemeenten verwachten dit jaar 14,4 miljard euro te ontvangen uit heffingen. Dat is 8,0 procent meer dan voor 2024 werd begroot. Deze stijging is iets minder groot dan vorig jaar, toen de begrote heffingsopbrengsten 8,5 procent hoger waren dan in 2023.
De ozb, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de parkeergelden zijn de vier heffingen die bij een gemiddelde gemeente het meest opbrengen. Deze vier heffingen zijn in 2025 goed voor 85 procent van de begrote heffingsopbrengsten. De inkomsten uit de ozb en de parkeergelden behoren tot de algemene middelen en zijn vrij besteedbaar, terwijl de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing en de rioolheffing niet hoger mogen zijn dan de kosten van de afvalwerking en de riolering.
Stijging opbrengsten parkeerheffingen
Voor 2025 begroten gemeenten bijna 1,5 miljard euro aan opbrengsten uit parkeerheffingen. Dat is 11,6 procent meer dan een jaar eerder. De stijging van 154 miljoen euro is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan Amsterdam (+42 miljoen), Den Haag (+22 miljoen), Rotterdam (+17 miljoen), Utrecht (+16 miljoen), Arnhem (+7 miljoen) en Breda (+7 miljoen). In deze steden komt de toename door een combinatie van een verhoging van de tarieven en een uitbreiding van het gebied waarin automobilisten moeten betalen om te parkeren.
Bron en meer informatie: www.cbs.nl