Nederlanders kiezen kortere of minder luxe zomervakantie

Ondanks de toegenomen kosten voor ons levensonderhoud gaat het overgrote deel van de vakantiegangers deze zomer net zo veel uitgeven als voorgaande jaren. Maar de koopkrachtvermindering zorgt er wél voor dat we concessies moeten doen. Korter op vakantie gaan en minder luxe accommodaties kiezen zijn daarbij de meest genoemde manieren om de kosten in toom te houden. Dat beeld komt naar voren in de nieuwe Nationale Keuzestress Monitor.  

Deze monitor is een maandelijks terugkerend, onafhankelijk onderzoek naar onze keuzes in tijden van crisis, uitgevoerd door marktonderzoeksbureau MSI Consultants. In de twee eerdere edities lag de focus op A-merk- en huismerkboodschappen en ons schenkgedrag aan goede doelen. Ditmaal is ingezoomd op Nederlanders van 18 jaar en ouder die deze zomer op vakantie gaan en al geboekt hebben of dit nog gaan doen.

Eten en drinken (niet) heilig

Wat blijkt: de zomervakantie is kennelijk zo belangrijk dat we er in absolute bedragen niet op (willen) bezuinigen. 70 procent van de ruim 1.000 respondenten zegt evenveel uit te geven als voorgaande jaren. Tegelijkertijd geeft bijna de helft wél toe dat de gestegen kosten van invloed zijn op de keuzes voor de zomervakantie. Zo neemt vijftien procent genoegen met een accommodatie met minder luxe faciliteiten, om daarmee kosten te besparen. Eenzelfde percentage gaat noodgedwongen korter op vakantie, vooral Nederlanders met een lager inkomen. Een vakantiebestemming kiezen die dichter bij huis ligt, wordt door 14 procent genoemd. Jongeren (18-29 jaar) sparen vooral geld uit door vooraf tickets voor activiteiten te boeken (29 procent) of door een ander vervoersmiddel te kiezen (21 procent).

Waar we op onze vakantiebestemming niet op willen beknibbelen is eten en drinken in horecagelegenheden. Dat geldt helemaal voor de categorie 50- tot 59-jarigen. Saillant is dat ditzelfde buitenshuis eten en drinken in Nederland, in de aanloop naar de zomervakantie, juist helemaal niet heilig is. Integendeel. Grofweg een op de drie Nederlanders spaart om überhaupt weg te kunnen en voor hen zijn culinaire uitjes -samen met aanschaf van kleding – de ‘populairste’ kostenpost om op te besparen. 49 procent van hen geeft aan op die manier geld over te houden voor de zomervakantie. Op drie komen de dagelijkse boodschappen.

Vindingrijk

Van alle leeftijdscategorieën laten jongeren zich van hun meest creatieve en bovenal actieve kant zien. Om de zomervakantie te kunnen bekostigen, zoeken ze niet alleen een bijbaan, ook zegt een op de vijf allerlei spullen (online en offline) te verkopen. En twaalf procent verhuurt zijn of haar woonruimte onder om extra inkomsten te genereren.

Toch is de dikte van de portemonnee niet de belangrijkste factor bij de keuze voor de zomervakantiebestemming. Met stip op 1 staat namelijk de locatie, die doet er met 43 procent verreweg het meest toe. Pas daarna komen weersomstandigheden of -verwachtingen op de plek van bestemming en het beschikbare budget (allebei 29 procent). Het weer is overigens niet relevant voor mensen die in Nederland op vakantie gaan. Bij deze groep laat slechts tien procent het weer meewegen bij de keuze.   

Rechtstreeks boeken

Zo’n drie maanden voor de start van de zomervakantie (op 8 juli krijgt regio midden vrij) heeft ongeveer de helft van de ondervraagden al geboekt. De lagere inkomensklasse is met 75 procent oververtegenwoordigd bij de vakantiegangers die reeds geboekt hebben. Rechtstreeks boeken bij de accommodatie heeft de voorkeur. Dit is volgens de respondenten niet alleen goedkoper en gemakkelijker, ook ‘houd je zo alles in eigen hand’. Verreweg de meeste mensen gaan naar het buitenland. De auto blijft het favoriete vervoersmiddel, zeker bij gezinnen en 60+’ers.  

Ondanks alle campagnes, blijkt duurzaamheid nauwelijks een rol te spelen bij de keuzes voor onze zomervakantie. Al is er wel een groot verschil tussen de jonge generatie en de groep van 40 jaar en ouder. Waar grofweg de helft van de 18- tot 29- jarigen zegt interesse te hebben in duurzame accommodaties en duurzame vervoersmiddelen naar of op de bestemming, is dit percentage bij de oudere landgenoot een heel stuk lager. Zo antwoordt maar liefst 84 procent van de 50- tot 59-jarigen ‘nee’ op de vraag ‘Heeft u dit jaar meer interesse in duurzame vakanties dan vorig jaar?’, terwijl dit bij 18- tot 29-jarigen ‘slechts’ 47 procent is. Jongeren zeggen dan wel vaker dan andere leeftijdscategorieën ‘groene’ keuzes te maken, ze voegen de daad niet bij het woord. Uiteindelijk verkiezen ze bij het boeken voor deze zomer betaalbaarheid namelijk boven duurzaamheid. Voor 69 procent is dat het geval. 

Meer informatie: www.msiconsultants.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *