De betekenis van het toerisme verschilt sterk per regio. Dat blijkt uit de onlangs verschenen Toerisme Index van de ING over 2011. De plaats binnen de toerisme index wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van toeristische trekpleisters, zoals: aantrekkelijke steden, pretparken en natuurgebieden. Daarnaast speelt de ligging en de bereikbaarheid via lucht-, trein- en wegverkeer mee. Aangezien ruim tweederde van de overnachtingen in logiesaccommodaties door Nederlandse bezoekers wordt gerealiseerd, speelt de aantrekkingskracht van de regio op binnenlandse gasten een grote rol.
Economische belang
De totale toeristische bestedingen in Nederland – door Nederlanders en buitenlandse toeristen – bedragen meer dan 35 miljard euro en creëert het werk voor meer dan 350.000 mensen. Het belang van toerisme is vooral groot voor de provincies Zeeland, Limburg en Drenthe. In Utrecht en Flevoland is de toeristische sector het minst ontwikkeld. In het rapport van de ING wordt per provincie een perspectief geschetst voor de ontwikkeling van het toerisme.
Buitenlandse Groeimarkten
De Nederlandse toeristische sector is grotendeels afhankelijk van de binnenlandse markt. Door afnemend vertrouwen van consumenten is het aantal overnachtingen van Nederlanders in 2011 t.o.v. 2007 al met 4,5% teruggelopen. De ING ziet voor de Nederlandse toeristische sector vooral kansen op de Duitse markt. Daar trekt de economie op dit moment weer aan.
Buitenlandse toeristen zullen waarschijnlijk in toenemende mate uit opkomende landen als China, Brazilië en India komen. In 2020 reizen er naar verwachting jaarlijks circa 100 miljoen Chinese toeristen buiten de eigen landsgrenzen. Ook Nederland kan hiervan een graantje meepikken. Bezoekers uit Europa en dan vooral uit de omringende landen: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België, zullen echter veruit het belangrijkst blijven.
Bekijk het hele rapport op: www.ing.nl (pdf)