De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam de verhuur van woningen als vakantieaccommodatie aan banden gelegd, onder meer hoge boetes voor overtredingen. De Raad van State heeft recent de gemeente verplicht het strenge boeteregime te gaan herzien, iets waar oppositiepartijen in de gemeenteraad en de belangenvereniging Amsterdam Gastvrij verheugd over zijn.
De gemeente Amsterdam voert al jaren strijd tegen het massatoerisme in de hoofdstad. In die strijd zijn verschillende regels opgesteld voor de particuliere verhuur van woningen via platforms als Airbnb, zoals vergunning- en registratieplicht en een maximaal aantal verhuurnachten van 30 per jaar. Daarnaast is er een boetebeleid het leven in geroepen, die al snel kunnen oplopen van €8.700 tot €21.750 voor relatief kleine overtredingen.
De strenge regels zijn ontstaan na de opkomst van Airbnb in 2016. Op dit platform kunnen woningeigenaren hun woning verhuren als vakantiewoning als zij zelf op vakantie gaan. Dit begon kleinschalig, maar al snel sprongen commerciële partijen en ontwikkelaars in de trend, wat resulteerde in (woon)overlast.
Hoewel de gemeente met deze maatregelen het massatoerisme in de stad probeert terug te dringen, lijkt de impact van deze woningverhuur slechts klein. Volgens Amsterdam Gastvrij zou deze slechts 1,5% van de overnachtingen in de hoofdstad bedragen. De strenge regels en met name het boetebeleid zien zij daarom als onrechtvaardig. Oppositiepartijen in de Amsterdamse gemeenteraad sluiten zich hierbij aan.
De Raad van State heeft recentelijk de gemeente Amsterdam op de vingers getikt om het boetebeleid en de gemeenteraad opgedragen het beleid te herzien. Het is nog onbekend wat de gemeente gaat doen met deze uitspraak en wat de gevolgen zijn voor reeds opgelegde boetes.
Meer informatie: Fd.nl/