Met 32,4 miljoen overnachtingen en 19,1 miljoen dagtoeristen in 2011 blijft de Vlaamse Kust de nummer één bestemming in Vlaanderen. Hiermee laat de Kust de twee andere macro-bestemmingen, de Vlaamse regio’s en de kunststeden, ver achter zich. Tussen 2007 en 2011 is er een daling van de overnachtingen in commercieel logies terwijl het tweede verblijfstoerisme sterk aan belang wint. Het economisch belang van het kusttoerisme blijft intact met een omzet van € 2,8 miljard en ca. 42.000 arbeidsplaatsen. Dankzij de kustactieplannen en het recente impulsprogramma van Minister voor Toerisme Geert Bourgeois, werd er de jongste tien jaar fors geïnvesteerd in de Kust. “Maar we moeten de inspanning doorzetten zodat de Kust in 2020 een modelbestemming in Europa wordt”, aldus Patrick Van Gheluwe, voorzitter van Westtoer, die de opmaak van een nieuw strategisch beleidsplan aankondigt.
Verschuiving van commercieel logies naar tweede verblijven
Onderzoeksgegevens dieWesttoer vandaag in een nieuw KiTS trendrapport publiceert, tonen aan dat het aantal toeristen in het commercieel verblijfstoerisme aan de Kust in de periode 2007-2011 stabiel blijft op 2,8 miljoen per jaar. Door de structureel dalende verblijfsduur van 6,0 nachten in 2007 tot 5,4 nachten in 2011 gaat het totaal aantal overnachtingen evenwel achteruit van 16,8 naar 14,9 miljoen. De Kust blijft dus evenveel toeristen boeien, maar ze blijven iets minder lang. Bovendien kent het tweede verblijfsgebruik van vakantiewoningen een forse stijging zowel in aankomsten (van 1,7 naar 2,3 miljoen) als in overnachtingen (van 13,3 naar 13,9 miljoen). Verder bedraagt het aantal overnachtingen op vaste standplaatsen in campings 3,6 miljoen. Het totaal aantal overnachtingen aan de Kust schat Westtoer in op 32,4 miljoen en dit is meer dan het dubbel van de twee andere bestemmingen in Vlaanderen samen. De Vlaamse regio’s en de Kunststeden (excl. Brussel) tellen volgens FOD-Economie in 2011 respectievelijk 9,2 en 4,7 miljoen overnachtingen. Ook het dagtoerisme aan de Kust kende in 2011 een goed jaar met ca. 19,1 miljoen dagtoeristen.
Stabiele economische impact
Dankzij het Europese project SusTRIP kan Westtoer de omzet van het tweede verblijfsgebruik van vakantiewoningen op een adequate manier inschatten. Gemiddeld besteedt een tweede verblijver € 45,82 per persoon per nacht. Daarnaast heeft een tweede woning een gemiddelde jaarlijkse vaste kost van € 5 700. De totale directe bestedingen van het tweede verblijfsgebruik van vakantiewoningen bedragen € 1,1 miljard. Daarnaast komt nog eens € 0,1 miljard bestedingen van tweede verblijvers op vaste standplaatsen op campings.
Een vakantieganger in commercieel logies besteedt gemiddeld € 62,29 per persoon per nacht. Hiervan gaat gemiddeld € 26,53 naar het logies en € 14,61 naar café of restaurant. De gemiddelde bestedingen per persoon per nacht variëren per logiesvorm en zijn het hoogst in hotels en het laagst op kortkampeerplaatsen van campings. Het commercieel verblijfstoerisme genereert een omzet van € 0,9 miljard. Het dagtoerisme tenslotte, de derde pijler, staat in voor € 0,7 miljard omzet. De drie pijlers van het kusttoerisme hebben samen een omzet van € 2,8 miljard, een lichte stijging van € 0,1 miljard t.o.v. 2005. Dit alles resulteert in ca. 42.000 arbeidsplaatsen. Het kusttoerisme blijft hiermee een sterke economische factor in West-Vlaanderen.
70 % zeer tot uiterst tevreden
Uit het onderzoek ‘Vakantieganger in commercieel logies aan de Kust’ 2011 (IPK-project) leren we dat de kustbezoeker een tevreden én trouwe bezoeker is. 71% is zeer tot uiterst tevreden over de vakantie aan zee. 82% kwam de voorbije drie jaar al op vakantie naar de Kust en 94% heeft de intentie om de komende drie jaar nog eens terug te komen. De belangrijkste redenen om voor de Kust als vakantiebestemming te kiezen zijn nabijheid en gewoonte.
Natuurlijk speelt ook de unieke omgeving van zee en strand mee. Andere troeven zijn de gezellige vakantiesfeer aan onze Kust en het rijke aanbod aan activiteiten en voorzieningen : er is altijd wel iets te doen. Dit hoeft echter niet voor iedereen: sommigen komen naar de Kust om tot rust te komen. Deze diversiteit is ook terug te vinden in de activiteiten van de vakantieganger. Wandelen op de dijk, rusten en luieren, iets drinken op café of terras, winkelen en iets gaan eten op restaurant komen veelvoor. Naast zonnen is wandelen, zowel korte als langere afstanden, ook populair. Bovendien blijft de vakantieganger niet in eigen badplaats: de helftmaakt een daguitstap naar een andere kustgemeente en 14% brengt een bezoek aan het hinterland.
Van alle vakantiegangers aan de Kust is 27% jonger dan 18 jaar en 10% jonger dan 6 jaar. De gemiddelde leeftijd van vakantiegangers aan de Kust is 39,7 jaar. Naast koppels in de “medioren”-groep vormen gezinnen met kinderen een belangrijke doelgroep : van alle vakantiegezelschappen neemt 41% kinderenmee naar de Kust.
De Kust beweegt
De Vlaamse Kust heeft heel wat meer te bieden dan het strand en Plopsaland. Westtoer doet de verklaringen van de zelfverklaarde toerisme-expert Agna Thys uit Limburg af als je reinste onzin. Integendeel, de jongste 10 jaar werd er volop geïnvesteerd dankzij de kustactieplannen II en III, het nieuwe impulsprogramma van Minister voor Toerisme Geert Bourgeois, de Europese steun en de provinciale toerisme-impulsen. Ook de kustgemeenten deden als initiatiefnemers een flinke duit in het zakje.
Enkele belangrijke investeringen zijn de Ecogolf Ter Hille in Koksijde, Navigo in Oostduinkerke, de interactieve Mercator in Oostende, het Staf Versluyscentrum in Bredene, Storms in Blankenberge, de Saint-George-Day wandeling in Zeebrugge. De Provincie West-Vlaanderen plant een herpositonering van het domein Raversijde en het Zwin natuurcentrum. Er kwamen nieuwe strandclubs in Koksijde, Middelkerke, Bredene, Blankenberge en Heist. Bijkomende clubs volgen in De Panne, De Haan en Oostende (OSRC). Nieuwe sanitaire voorzieningen zijn er in De Panne, Oostende en Zeebrugge (badengebouw). Alle kustgemeenten zorgden voor een significante upgrading van het openbaar domein. Toppers zijn het nieuwe Gemeentehuis van Koksijde, de wandelpromenade langs de havengeul in Nieuwpoort, het Epernaypein en de vernieuwde markt in Middelkerke, het Monacoplein Oostende en het Duinenwaterproject met Lakeside Paradise in Knokke-Heist. Westtoer zorgt met de kustfietsroute, het kustfietsnetwerk, twee wandelnetwerken en de kustwandelroute voor sterke recreatieve impulsen.
Het provinciebedrijf staat ook in voor gerichte campagnes zoals Kustze, West-Vlinderen en voor de marketingacties op de binnen- en buitenlandsemarkt : de kustgemeenten en Westtoer trekken hiervoor jaarlijks een bedrag uit van € 1 miljoen. Westtoer, Horeca Vlaanderen en Recread werken samen aan een uniek kwaliteitsproject met 120 gelabelde bedrijven. Tenslotte zijn er een hele reeks events zoals Dranouter aan Zee, het filmfestival in Oostende en Beaufort.
Nieuw strategisch beleidsplan
Volgens Patrick Van Gheluwe, Gedeputeerde voor Toerisme en voorzitter vanWesttoer, is het werk nog niet af. Willen we in 2020 de Vlaamse Kust als eenmodelbestemming positioneren in Europa, dan moeten we blijven investeren in de attractiviteit van het kustproduct. Ook de kwaliteit van de dienstverlening blijft belangrijk; het Q-traject vanWesttoer is dan ook een topprioriteit voor de volgende bestuursperiode.
Evenementen zoals Beaufort verdienen een structurele ondersteuning. Ook het ondersteunen van de commerciële logiesvormen is een prioriteit. Het aantal hotelkamers moet minstens op peil blijven en er zijn nieuwe initiatieven nodig voor het toeristisch kamperen en de verhuur van vakantiewoningen. Het feit dat maar een kleine minderheid van de vakantiewoningen een vergunning aanvraagt in het kader van het logiesdecreet is een knelpunt. De Kust moet flexibel kunnen inspelen op nieuwe trends zoals het online boeken, last minutes en de vraag naar kampeerautoterreinen. Nu Toerisme Vlaanderen het alleenrecht opeist in de buitenlandmarketing, vraagt Van Gheluwe aan Toerisme Vlaanderen om meermiddelen in te zetten voor de buitenlandpromotie van de Kust.
In de komende twee jaar zal Westtoer volgens zijn voorzitter werk maken van een nieuw strategisch beleidsplan in nauw overleg met de kustgemeenten, het Vlaamse niveau en de private actoren. Het is een belangrijk voordeel wanneer alle inspanningen van de diverse publieke en private actoren optimaal op elkaar zijn afgestemd. Het nieuwe beleidsplan moet in 2014 bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering klaar zijn en de uitgangspunten aanreiken voor een tweede kust-impulsprogramma.