Gemeenten die sportaccommodaties in eigen beheer hebben, besteden steeds vaker de exploitatie uit aan marktpartijen en stichtingen om een bezuiniging te realiseren. Dat blijkt uit het Rapport ‘Gemeentelijke uitgaven aan de sport’ van het Mulierinstituut. Het rapport is een belangrijke onderbouwing van het sportbeleid van minister Schippers. In het rapport komt de ontwikkeling van de commerciële sportsector (bijv. fitnesscentra) niet aan bod.
Uitbesteden en pps-constructies in opkomst
De verzelfstandiging van zwembaden en sporthallen betekent niet dat een gemeente meteen van alle kosten af is. Bij het uitbesteden van exploitatie en beheer van sportaccommodaties worden vaak exploitatiesubsidies aan marktpartijen of stichtingen te verstrekt. De gemeente kiest ook vaak voor een vorm van financiële ondersteuning van de sporter, die dan zelf kan beslissen waar hij/zij gaat sporten. Ook vormen van publiek private samenwerking (PPS) zijn in opkomst.
De discussie bij veel gemeenten spitst zich vooral toe op de vraag: “Wat is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en wat kan aan marktpartijen, stichtingen of de burger zelf worden overgelaten?”
Wet markt en overheid
Ondertussen wordt ook steeds kritischer gekeken naar de rol van de overheid in de markt. Zeker al marktpartijen ook sportaanbod bieden, dan kan de overheid daar geen oneigenlijke concurrentie tegenover zetten. De Wet Markt en Overheid, die van overheden vraagt om integrale kostprijzen voor het gebruik van sportaccommodaties door te berekenen, heeft mogelijk gevolgen voor de gemeentelijke uitgaven aan sport. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om kostprijsdekkende huur in rekening te brengen bij de verhuur van sportaccommodaties en verenigingen te compenseren via subsidies of gemeenten kunnen een raadsbesluit nemen dat de exploitatie van sportaccommodaties een Dienst van Algemeen Belang is.
Meer informatie:
Mulierinstituut
Artikel op Binnenlands Bestuur (website voor overheden)
Kamerstukken over de sportnota van minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport