Toen de toenmalige, ietwat eigenzinnige burgemeester Jean Kiffer van het dorp Amnéville in de Franse regio Lorraine begin jaren zeventig van de vorige eeuw voorzag dat de oude industrie in de regio kopje onder ging, besloot hij om naast het industrieterrein in het Bois de Coulange nieuwe economische activiteiten te ontwikkelen in de vorm van een groot attractie- en thermenpark. Nu veertig jaar later mag dat gerust een schoolvoorbeeld van een succesvolle publiek-private samenwerking genoemd worden.
Een beeldimpressie:
Amnéville les Thermes tussen Thionville en Metz, op vier uurtjes rijden van Midden-Nederland, is bij Nederlanders hooguit bekend als een van de vele afslagen op de Franse A31 op weg naar het zonnige zuiden of de Alpen. Dat vrij kort achter die afslag een van de grootste concentraties van attracties van Frankrijk ligt, is in ons land nagenoeg onbekend. Nederlandse kentekens op de parkeerplaats? We zagen er slechts één. Die zat op onze auto.
Sterke troeven
Wat in 1974 begon met een zwembad en een Olympische ijsbaan is inmiddels uitgegroeid tot een megagroot, openbaar toegankelijk terrein met meer dan zeventig attracties die jaarlijks rond de zes miljoen bezoekers trekken en goed zijn voor zo’n tweeduizend rechtstreekse arbeidsplaatsen. Met grote steden als Metz, Nancy, Straatsburg en Luxemburg en iets verder weg het Duitse Trier beschikt Amnéville over een behoorlijk achterland aan potentiële bezoekers. Sterkste troef? Dat zijn zonder meer de zeer gevarieerde attracties voor uiteenlopende doelgroepen gecombineerd met verblijfsaccommodaties in diverse standaarden. Gevoegd bij de relatief korte afstand van Nederland maakt dat Amnéville les Thermes ook voor de Nederlandse toerist die er even lekker uit wil, tot een aantrekkelijke, niet al te verre multi-generatie-bestemming: Terwijl opa en oma met de kleinkinderen naar de dierentuin gaan, laten de ouders zich verwennen in de spa. Ondertussen gaan de tienerkids los in de skihal. De volgende dag haalt opa nostalgische herinneringen op in het fiets- en motormuseum, doet oma een reumakuurtje in het kuurbad en gaan pa en ma een rondje golfen met de kids. ’s Avonds wordt er uitstekend gedineerd in een van de zeer uiteenlopende restaurants.
Particulier of gemeentelijk initiatief
Een deel van de attracties, zoals de indoor-skihal (met de langste indoorpiste ter wereld van 620 meter), het zwembad en de ijsbaan, het Museum voor Fietsen en Motoren (een ‘must’ voor de liefhebber van klassieke motorfietsen!) en de achttien holes golfbaan, zijn ontwikkeld door de gemeente. Een van de drie thermen- en wellnescomplexen, het Thermopolis, was aanvankelijk ook gemeentelijk eigendom, maar is nu geprivatiseerd.
Vanaf midden jaren zeventig tot 1986 werden vooral attracties neergezet die gericht waren op families zoals een minigolf, een park voor kinderen, bioscopen, een brasserie en een dierentuin. Die Zoo d’Amnéville is inmiddels met tweeduizend dieren verdeeld over 17 hectare uitgegroeid tot het op een na grootste dierenpark van Frankrijk, heeft het grootste zeeleeuwenbassin van Europa en is goed voor meer dan 600.000 bezoekers per jaar. De zoo is particulier initiatief, gaat er prat op nooit een cent subsidie ontvangen te hebben en wordt geroemd als een van de mooiste dierentuinen van Europa.
Gezondheids- en kwaliteitstoerisme
Na 1986 kwam de nadruk meer te liggen op gezondheidstoerisme en kwaliteitstoerisme. Er werd een thermaal centrum geopend, Centre Thermal St Eloy, waar van staatswege erkende behandelingen tegen reuma, gewrichts- en ademhalingsaandoeningen worden gegeven met thermaal water. Sindsdien mag Amnéville zich een kuuroord noemen, waardoor het ook een casino mocht openen (1989) en mocht de plaatsnaam veranderd worden in Amnéville les Thermes. De plaats is nu een ‘station thermale et touristique’ zoals dat in Frankrijk heet. In de jaren tot 2000 werden diverse hotels, residenties, een 18-holes golfbaan, een groot Aquarium (61 aquaria met meer dan 2000 vissen, waaronder haaien en piranha’s) en een tweede wellnesscomplex geopend: Thermopolis. http://www.thermapolis.com/
Wellness op z’n Frans: Thermopolis
Thermopolis is een enorm zwem- en wellnesscomplex dat is ondergebracht in een opvallend,veelhoekig gebouw met een open uitstraling. Waterglijbanen zijn er niet en baantjes trekken gaat weliswaar ook niet, maar in plaats daarvan kun je je onderdompelen in diverse baden van 32 tot 35 graden. Je kunt je laten meevoeren door een langzaam stromende rivier van thermaal water of in het midden in de bassins door diverse onderwaterstralen benen, billen en rug laten masseren. Ook buiten kun je onderwatermassages op zo ongeveer alle lichaamsdelen ondergaan of plaats nemen op de diverse bubbelbanken. Alle baden zijn maximaal 1,37 meter diep.
Verder telt het gebouw twee grote wellnessruimtes die in Egyptische en Moorse stijl ingericht zijn. Beide ruimtes bevatten diverse baden, hammams en sauna’s. Enigszins besmuikt vertelt directrice Mercedes Fiocchi tijdens een rondleiding dat, anders dan men in Nederland gewend is, hier geldt dat badkleding in de wellnessruimte aan blijft. Voor de heren is een klassiek model zwembroek verplicht, net als in alle andere Franse zwembaden. Omdat het aantal bezoekers gemaximeerd is, kan het voorkomen dat je bij de kassa even moet wachten tot er mensen vertrekken voordat nieuwe bezoekers worden toegelaten, maar dat duurt in de praktijk nooit lang.
Nieuwe attracties: cultuur, bioscopen en games
Na de millenniumwisseling verschoof de focus bij het aantrekken van nieuwe attracties naar cultuur en nieuwe vrijetijdsvormen. Dat leidde tot de komst van onder meer een Imax-theater, bioscopen, een Atomic Bowl (een hal met onder meer twintig bowlingbanen, squashbanen en een zaal voor videogames), een avonturenpark waarbij je door de boomtoppen klautert, een kunstmatig meer, het Fiets- en Motormuseum en Villa Pompéi , een derde wellness en thermencomplex in Grieks-Romeinse stijl dat alleen toegankelijk is voor volwassenen. Dit is een echte spa met schoonheids- en wellnessbehandelingen, sauna’s en hammams. De drie wellnesscentra vormen samen de Pole thermale.
Dat Fiets- en Motormuseum kwam er na rechtstreeks ingrijpen van de eerder genoemde Jean Kiffer, die nog steeds burgemeester van Amnéville les Thermes was. Hem kwam ter ore dat de indrukwekkende collectie historische fietsen en motoren van een Franse particuliere verzamelaar na diens overlijden naar Engeland dreigde te gaan, en dat ging hem te ver.
Kortverblijf-toerisme
Sinds 2006 is de focus verschoven naar leisure-aanbod voor kortverblijf-toerisme. Dat resulteerde in de bouw van de Snowhall, diverse hotels en Planet Dino, een dinosauruswereld die inmiddels onderdeel is geworden van het Imax-theater.
Het hele park is openbaar toegankelijk. Bezoekers kopen losse kaartjes voor de attracties waar ze gebruik van willen maken, of een multipass.
Met dank aan de auteur van dit artikel: Nico van Dijk