In de Telegraaf van afgelopen zaterdag wordt een verontrustend beeld geschetst van de situatie op de Nederlandse markt van attractieparken. Zowel Steve van den Kerkhof van de Plopsa Groep als leisure-expert Hans van Leeuwen wijzen er op dat grote buitenlandse investeerders een weinig toekomstgericht investeringsbeleid voeren. Met name Walibi en Slagharen worden genoemd.
Op de overvolle Nederlandse markt voor dagattracties is volgens beide deskundigen een keiharde concurrentiestrijd gaande. Zij voorspellen dan ook het faillisement van diverse parken op niet al te lange termijn. Van Leeuwen wijst er op dat de parken die in Nederland zijn overgenomen door buitenlandse investeerders alleen nog maar bezuinigen en nauwelijks investeren; en zeker niet in grote attracties.
Steve van den Kerkhof geeft ook zijn visie op het ‘beleid’ van de overgenomen parken: “Dergelijke kostenbesparingen leveren op korte termijn winst op. Na een paar jaar is zo’n opgekocht park helemaal afgeleefd. Vervolgens wordt er een nieuwe koper gezocht die waarschijnlijk hetzelfde trucje gaat toepassen. Het is een hopeloze, neerwaartse spiraal.”
In het Telegraaf-artikel komen ook de parken zelf aan het woord. Die kunnen zich niet vinden in de conclusies.
Lees het hele verhaal op: www.telegraaf.nl (Parken van Pret naar pet)
Eén reactie
Een opvallend (pagina groot)artikel. Helaas ook hoog gehalte van vakantievulling en van ‘een mug een olifant maken’ zoals bij Telegraaf/SBS6 vaker gebeurt. Wat tussen de regels valt te lezen (dat het een moeilijke markt is en dat ‘andere’ eigenaren de dienst uitmaken) is inderdaad aan de orde van de dag. Maar het toont vooral de andere markt die is ontstaan.
De mening van een oorspronkelijk eigenaar (Studio 100) die groei doormaakt en nog relatief gemakkelijk financiert tegenover de realiteit van alledag van grotere dag- en verblijfsrecreatiebedrijven: het gaat om een aloud adagium namelijk winst maken en zorgen voor continuïteit van het bedrijf. Het is in leisure niet eenvoudig om in een tijd van steeds maar stijgende kosten de omzet op niveau te houden. Het is bovendien in een tijd van aangescherpte financieringseisen niet gemakkelijker geworden om investeringen met vooral vreemd (bancair) vermogen te doen. Het gaat meer en meer om de cashflow en de eigen financieringscapaciteiten.
Het is met andere woorden een tekortkoming van het artikel en de geciteerde deskundigen dat de waarheid achter de schermen niet gewoon als een bedrijfseconomische noodzaak en realiteit wordt gepresenteerd. Er moet gewoon hard gewerkt worden om een ruime positieve kasstroom te genereren, o.a. voor vervangsinvesteringen en nieuwe attracties..
En het ‘verkoopklaar’ maken van een bedrijf is een logische gang van zaken die als het goed is overal voorkomt; van bakkerij op de hoek tot een multinational met miljarden omzet.