NRIT onderzoek en Pleisureworld werken met ingang van 13 september officieel samen. Pretwerk.nl ging in gesprek met Hans van Leeuwen van Pleisureworld om te informeren naar de achtergronden. Dat was meteen ook een moment om de stand van zaken in de leisurebranche met hem door te nemen.
Pleisureworld NRIT profileert zich o.a. als praktisch adviesbureau in de recreatiesector, organisator van kennisbijeenkomsten en congressen en uitgever van publicaties (o.a. het jaarlijkse trendrapport en nichemarkt publicaties.)
Wat is de aanleiding geweest om een samenwerking met NRIT aan te gaan?
Van Leeuwen: “We moeten al heel ver terug gaan in de tijd. Destijds heb ik al twee keer eerder een poging heb ondernomen om de advies & onderzoekspoot van de NRIT over te nemen. In de begin jaren onder Jack van Son was dit een gerenommeerd adviesbureau voor de totale recreatiesector. Nadat men daar te lang heeft gewacht om de bakens te verzetten is men uiteindelijk, na een verkoop en vervolgens een faillissement, van de markt verdwenen terwijl de sterke uitgeverijtak overeind bleef. NRIT heeft al jaren een sterke relatie met overheden, branche-organisaties en opleidingsinstituten zoals de Universiteit van Breda (NHTV) en Celth in Leeuwarden. NRIT heeft het vakblad Recreatie & Toerisme en brengt een periodieke email nieuwsbrief uit, gekoppeld aan een kennisplatform waarvoor men een abonnement kan afsluiten. Dat hebben wij ook met Pleisureworld maar dan de vertaalslag van het ondernemen in de vrijetijd tot ver over onze grenzen in het buitenland. Dat schuiven wij nu mooi in elkaar.
Dit was een van de redenen om met NRIT samen te werken. Zij zijn sterk als uitgever in de vrijetijd en hebben de verbindingen met de opleidingsinstituten en overheden. Wij van Pleisureworld zijn erg sterk vertegenwoordigd in hetzelfde werkveld maar zijn beter vertegenwoordigd bij ondernemers, investeerders en gebiedsontwikkelaars. Ook wij zetten al jaren veel innovaties, nieuws en noviteiten in de markt via ons eigen platform. Door het reizen en ontmoetingen met ondernemers heb ik mijn profiel als trendwatcher ontwikkeld. De laatste jaren heb ik al een aantal boeken gepubliceerd w.o. ‘Het Handboek voor de Bungalowsector’, de Opkomst van de Family Entertainment Centers FEC en de Innovatie in Marketing – Best Marketeer voor de recreatiemarkt. Daar komt volgend jaar een nieuw boek bij: ‘111 World Leisure Trends 2025’. Naast onze Expert Meetings hebben wij ook de markt opgefrist met vakdagen.”
Wat is voor jou de grootste meerwaarde die NRIT in huis heeft?
Van Leeuwen: “Ik krijg nu wat meer uitvoeringskracht dankzij een grotere professionele achterban met meer mankracht in de uitvoering. Ook krijgen wij toegang tot alle kennis die in de afgelopen veertig jaar bij NRIT is opgebouwd. Verder is er ruimte om als experts kennis uit te wisselen onderling en kunnen wij inhoudelijk onze kennis verbreden vanuit andere invalshoeken. Dat geldt voor de Vakdagen maar ook voor de publicaties. Zij zullen mijn boeken en trendrapporten uitgeven. De Blog en de column ‘Dwarsdenker’ krijgen een prominente plaats in het kennisplatform van de NRIT en het vakblad Recreatie & Toerisme. We blijven wel gewoon actief bij Recreatief Totaal en Pretwerk gezien onze jarenlange samenwerking. Ik ben ook iemand die samenwerking hoog in het vaandel heeft staan. Ik waak er wel voor in de nieuwe opzet dat de ondernemers adagio er bovenuit blijft steken omdat het immers wel ergens toe moet leiden, dus ondernemen met oog voor resultaat.”
Nog een voorbeeld is dat ik veel sneller nieuwe ‘concepten’ en ‘ideeën’ in de markt kan zetten doordat er gewoon meer capaciteit is. Zo komen wij met een nieuwe Vakdag Marketing D-Day en met ons eigen onderzoeksprogramma dat wel wat dieper gaat dan de leefstijlen waar andere adviesbureaus prat op gaan. Gewoon een lachertje want hier kan je de recreatieondernemers echt niet mee op weg helpen laat staan de ambtenaren van gemeente en provincies. Moeten zij op basis van deze informatie ons toeristisch beleid bepalen? Nou, daar zijn we klaar mee zeg! En ik krijg hulp van heel veel redactieleden want ik ben zo dyslectisch (kippig) als maar kan.”
Jij bent niet de man van dikke rapporten; ‘Een goed advies past op één A4tje.’ Veel gemeenten willen echter toch een dik rapport. Is dat ook en reden om met NRIT samen te werken?
Van Leeuwen “Dat klopt, dit is de One Page Strategie waar uiteindelijk alle KPI’s voor de ondernemer bij elkaar komen op een pagina! Hierdoor kan hij per direct bijsturen op zichtbare resultaten i.p.v. bijsturen op gevoel. Het gaat immers steeds meer om de details. Als ik eerlijk ben zou het wel eens kunnen zijn dat ik nu meer papier ga produceren. Alleen het gaat erom wat je het papier wilt toe vertrouwen als adviseur. Wij gaan met onze adviezen voor Winstmaximalisatie met drie onderliggende thema’s nl,
- langer verblijf
- hogere bestedingen
- meer herhalingsbezoek.
Zo pas ik een zelf ontwikkeld coveringsmodel toe dat leidt tot maximalisatie van omzet en bedrijfsresultaat. “Winstmaximalisatie”. Misschien een vies woord voor veel organisaties! Vandaar dat ik ook meestal onderduik in de beleving van mijn opdrachtgevers.
Wij zijn waarschijnlijk het enige adviesbureau met echte ondernemers in de gelederen en geen papieren tijgers of theoretici die weinig tot geen praktijkervaring in huis hebben. Inmiddels beschikken wij ook over heel veel data en kunnen daarmee echt het verschil maken. Doordat we nadrukkelijk ook op de stoel gaan zitten van de ondernemer en ons zelfs bemoeien met het concept, kunnen we een bijzondere meerwaarde bieden.”
Heeft Pleisureworld NRIT ook internationale ambities?
Van Leeuwen : “Het zijn de marktontwikkelingen die mij ertoe hebben aangezet meer inspiratie, kennis en benchmarkgegevens uit het buitenland te halen. Daarin zijn wij echt het enige adviesbureau die dit op deze manier aanpakken. De huidige markt is na de crisis van 2014 totaal veranderd door de mondialisering. Bedrijven zijn in meerdere landen actief! Kijk maar een naar Center Parcs, Roompot, Landal, Hellendoorn, Slagharen, MonkeyTown, JumpSquare, Optisport en ga zo maar door. Bijna de helft van de Nederlandse recreatiebedrijven werkt over de grenzen of heeft zelfs een buitenlandse eigenaar. Wil je je als bedrijf blijven ontwikkelen dan moet je je wel oriënteren in het buitenland. Vandaar dat wij heel veel activiteiten ontwikkelen in den vreemde maar ook de recreatie-ondernemers of ambtenaren mee onder de arm nemen tijdens studiereizen of bij gerichte acquisitie opdrachten.
Dan hebben wij de laatste jaren ook steeds meer opdrachtgevers en advies klussen in het buitenland. Zo werken wij regelmatig in België, Duitsland en sinds dit jaar ook voor enkele ondernemingen in Frankrijk. Mede door de samenwerking met NRIT kan ik mij verder door ontwikkelen door het Pleisureworld NRIT netwerk uit te breiden in de regio’s waar momenteel heel veel gebeurt. Vandaar dat wij sinds kort een ‘eigen’ Leisure Consultant gestationeerd hebben in Dubai die oog heeft voor de hele regio van de VAE (Verenigde Arabische Emiraten); Sandra Reusen. We gaan daar ons netwerk laden, studiereizen optuigen met de bekende netwerkborrels zoals vroeger in Orlando. De verwachting is dat wij binnen afzienbare tijd ook in het vroegere Oostblok een afdeling openen. Het gaat erom een brug te slaan om nieuwe trends en ontwikkelingen sneller in beeld te krijgen en de betrouwbare adviseur te zijn in die betreffende regio’s. En daar helpt bij als je je talen beheerst en een beetje ‘polite’ (beleefd) bent. Nou dat laatste kon je dus wel vergeten. Want ook tot ver over de grenzen ging ik er vaak met een gestrekt been in! Ha Ha Ha.” Maar sinds ik regelmatig mijn Engelse lessen volg bij de Nonnen van Vught is het allemaal wel wat gedoceerder.
De Nederlandse recreatiesector
Hoe definieer jij de recreatiesector?
Van Leeuwen: “Het woord ‘recreatiesector’ is inmiddels een achterhaald begrip. Het zorgt voor een kneuterige afbakening die niet meer bestaat. We hebben het over vrije tijd waar zelfs voor de generatie Z het werken onderdeel van uit maakt. Wij oudjes vertalen dat naar ‘Die jongeren van tegenwoordig zijn te lui om te werken.’ Weet je wat feitelijk van toepassing is op onze maatschappij? Als je niet de disruptor bent van jezelf zul je de ruimte creëren voor een andere disruptor die jou daarmee op achterstand zet. Het gaat steeds meer om strategische wendbaarheid en jammer dat de overheid dat tempo helaas onvoldoende kan bijbenen. Denk maar eens aan het glaasje wijn bij de kapper of de problematiek van de Vitale Vakantieparken waar men al twintig jaar over aan het bakkeleien is. We gaan zien dat alles nog meer naar elkaar zal schuiven en dat er een vloeibare vrijetijdsmaatschappij gaat ontstaan.
Waar ligt de toegevoegde waarde van de recreatiesector; nu en in de toekomst?
Van Leeuwen: “Als je wilt weten wat de toegevoegde waarde is, dan moet je onderzoeken waar de consument bereid is om voor te betalen. De prijzen van traditionele inkomstenbronnen zoals entreetickets of de huurprijs van een accommodatie staan onder druk door kortingsacties, overaanbod en massatoerisme. Er zal meer ruimte komen voor de tegentrend in duurzaamheid en minimalisme. Het moet iets gaan betekenen. En dat allemaal los van de complexiteit rondom de energietransitie en verduurzaming.
Zie jij nog een rol weggelegd voor brancheverenigingen?
Van Leeuwen: “Het lijkt soms wel of ik iets tegen de brancheorganisaties heb, maar dat is niet zo. Niemand weet dat ik jarenlang de RECRON gesponsord heb en hun stand betaalde bij de Recreatie Vakbeurs van Hennie van de Most. Ik ben ook ooit de eerste geweest die een eerste netwerkbijeenkomst heeft georganiseerd in een driehoeks verhouding met RECRON en KHN met Pleisureworld als verzoenende partij, want die twee konden elkaars bloed wel drinken. Dat was bij Edda Huzid in Voorthuizen. En wat denk je…..de RECRON traineerde bewust het hele gebeuren en deden alsof. Ze hebben allemaal te lang een grote broek aan gehad en er was ook niemand die eens een ander geluid liet horen. Je moest een weten hoeveel Jaknikkers er rondlopen binnen die contreien. Datzelfde gold ook voor de IAAPA die mij ook jarenlang traineerde. Men vond het niet zo leuk dat mijn congres 400 bezoekers trok, terwijl Cees Slager, sinds kort voorzitter van de RECRON, slechts een handjevol belangstellenden wist te trekken. Ja…dat steekt. RECRON was van oorsprong best goed in belangenbehartiging. Vanaf het moment dat ze Pleisureworld gingen kopiëren met marketing en diensten aan ondernemers, (denk maar eens aan de ERLA club) dreven ze steeds verder af van hun oorspronkelijke doelstelling; belangenbehartiging! Het is goed dat men onlangs toch weer besloten heeft om samen te werken met de HISWA. Wat mij betreft meteen maar doorpakken en aansluiten bij de KHN. Ik vind het opvallend om te zien dat vooral de jongere recreatie-ondernemers binnen de RECRON zich druk maken over kennispartners! Het lijkt wel oude wijn in nieuwe zakken! Ook dit is een opkomend fenomeen in onze sector! Als je de weg kwijt bent ga je kennispartners contracteren en zo zien wij de VVV Nederland en diverse DMO’s de boer op gaan klanten te werven. Dat geldt inmiddels ook voor de KHN die sinds kort loopt te roepen dat ze ook advies gaan geven.”
Al jaren wordt geroepen dat de verblijfsrecreatie is verzadigd. Toch worden er nog altijd nieuwe projecten geopend en vallen er aan de onderkant parken om.
Is de markt van bungalowparken wel verzadigd?
Van Leeuwen: “Tuurlijk is de markt niet verzadigd. Het aanbod is wel groot maar hebben wij wel eens gedacht aan het saneren? Ik denk dat daar de bottleneck zit. Niemand wil in oude meuk zijn vakantie vieren. Het moet toch beter zijn dan thuis. Hoe kan het toch dat een gerenommeerd adviesbureau een rapport oplevert met als advies dat vanwege de lage hotelkamerprijs de markt op slot moet omdat er anders nog lagere tarieven uit de bus komen. Hier zie je dus een advies van een organisatie zonder ondernemersachtergrond. Het probleem is heel simpel. Als de kamerprijs zo laag is, dan komt dat door die armoeiige familie hotels die een allerbelabberdst niveau scoren. Niemand wil daar slapen, tenzij je er een prijs voor rekent waarmee je er niet van kunt (over)leven. Het advies zou moeten zijn om juist innovatie te stimuleren, en nieuwe hotelconcepten te realiseren. Dat dwingt de bestaande hotels zich aan te passen aan het vereiste beeld kwaliteitsplan van de huidige tijd waarin we leven en anders houdt het bestaansrecht op!”
Hoe zie jij de toekomst van de kampeersector in Nederland?
Van Leeuwen: “De kampeermarkt loopt in ieder geval niet terug. Het ouderwetse tent kamperen ja. Maar daar is heel veel nieuws voor in de plaats gekomen. Alleen het aantal campings zal afnemen doordat het economisch draagvlak nou eenmaal voortdurend opschuift en schaalvergroting en -verbreding soelaas bieden om een economisch gezond bedrijf te kunnen blijven exploiteren. Het ene bedrijf gaat meer de kant op van de FEC terwijl de andere juist meer basic verkiest. Weer anderen zoeken het meer in het bijzondere van de glampingsfeer of kiezen voor het overdekte strand of waterpretpark. We gaan wel meer naar een hotel-achtige campingorganisatie toe met dag-aankomsten en meer short stay of de andere kant op; een vakantieresort, ook gericht op dagrecreatie. Wat we wel gaan zien is de opkomst van de (buitenlandse) ketens. Horeca wordt het nieuwe goud en daar heeft men letterlijk nog geen kaas van gegeten. Ook de marketing staat bij veelbedrijven nog in de kinderschoenen. Het is te veel voor menige camping- vakantiepark. Datzelfde geldt ten dele ook voor de watersport- en de jachthavens. Ook hier zien wij dat de markt zichzelf opnieuw moet uitvinden. Het zal mij benieuwen of de nieuwe combinatie van RECRON en HISWA met veel recreatieondernemers uit de onderste regionen of de middengroep in staat is sneller de aansluiting te zoeken bij de huidige markt. De voorwaarde is wel dat de overheid ook sneller moet schakelen om veranderingen in de bestemmingsplan sfeer sneller op te volgen. Waarom is er dan nog steeds niet een EEN LOKET oplossing zodat men de recreatieondernemer kan ontzorgen. Misschien ligt daar de crux voor de branche organisaties.
Uiteraard is er een tegentrend die zegt dat er altijd wel ergens iets van het traditionele kamperen zal overleven. Ook zo’n niche kan zich bedruipen. Wij verwachten echter dat de gewone campings, net zoals het gewone familiehotels, uiteindelijk het loodje leggen gewoon omdat het bedrijfseconomisch niet meer lukt het hoofd boven water te houden en het product niet aantrekkelijk genoeg zal zijn. Het enige alternatief is er een baan bij te nemen om zodoende voldoende inkomsten te genereren en het min of meer een betaalde hobby wordt. Daar zijn dan weer gasten voor te vinden die weinig willen betalen.”
Hoe moeten we omgaan met ‘de onderkant van de markt’? Zijn projecten als ‘Vitale Vakantieparken’ de oplossing?
Van Leeuwen: “Weet jij wat Vitale Vakantieparken inhoudt? Na twintig jaar zie ik nog steeds geen resultaten hoor. Doordat de gemeenten niet handhaven moeten ze ook de rommel maar opruimen. Dus zij moeten budgetten beschikbaar stellen om te saneren. En de branche-organisatie RECRON heeft in deze kwestie boter op zijn hoofd. Zij hebben jarenlang de andere kant op gekeken. Wel contributie vangen i.p.v. van de rotzooi in de branche uit te sluiten van het RECRON embleem. Gewoon sluiten en terug aan de natuur. Niet krampachtig opereren en de boel willen redden. Het principe dat zou moeten gelden: Zaai op vruchtbare bodem en alleen daar waar we echt een ondernemerskwaliteit aantreffen. Natuurlijk kan er wel een buffer gecreëerd worden door een heffing in te voeren op basis van het solidariteitsprincipe. Zij die kunnen ontwikkelen en/of groeien dragen dan bij aan de saneringskosten i.s.m. de locale overheden. Het ontbreekt aan draagvlak van alle partijen en politieke wil het aan te pakken> Ondanks dat er nu landelijk en in de provincies projecten, kantoren geopend worden en personeel aangesteld moeten wij nog maar eens zien of men werkelijk resultaten zal behalen. De meest gehoorde reactie van de gesubsidieerde clubjes is het antwoord; “Wij moeten eerst de organisatie opschalen” en dan zijn de centen al weer op!! Voor gemeenten geldt dat ze immers al jaren toeristenbelasting heffen en nog veel meer van dergelijke regelingen. Uiteindelijk komt de rekening van alles in ons land toch bij de consument terecht.” Weet je dat de nieuwe ellende van de Vitale Vakantie Parken deel 2 al weer zich aandient? Kan de markt wel zoveel chaletparken aan die over pakweg 15 jaar a 20 jaar allemaal zo naar de schroothoop kunnen? Niemand van de X, Y of Z generatie is op zoek naar zo’n vakantie schulpje als bezit.
Is duurzaamheid een hype of moeten recreatiebedrijven daar serieus in investeren?
Van Leeuwen: “Duurzaamheid is in onze sector nog niet echt geland. Als ik zie dat men op de Second Home nog steeds met het gooien van darts een plastic Chalets kan winnen met een energetische waarde van 0,0 dan is er nog veel werk aan de winkel. Verder denk ik dat de consument in samenspraak met de overheid straks de recreatie-ondernemers wel zal dwingen stappen te zetten! Alhoewel met al die subsidies voor het vliegverkeer dit wel vreemd is. Johnnie en Anita kunnen nu ook al voor € 250.—een vliegticket boeken naar Dubai of al Places! Een grote woestijn bak met een groot overdekt pretpark met verklede mannetjes.”
Hoe staat de dagrecreatieve sector er voor in Nederland?
Van Leeuwen: “In het middensegment mogen wij niet klagen maar voor de rest is het allemaal niet zo best gesteld met de kwaliteit. Er zijn er maar een paar die er echt bovenuit steken w.o. Toverland, Burgers Zoo, Ouwehand, Safari Resort Beekse Bergen, Madurodam, Heineken Experience en onze Efteling. Uiteraard doe ik er hier en daar wel een te kort denk ik. Er is te veel in buitenlandse handen, er is te veel aanbod en de tarieven staan onder druk. Dat gaat ten kosten van de investeringskracht. Bijna 70% van de dagrecreatie is in buitenlandse handen en vooral daar zie je vervlakking optreden. Mooi dat de Efteling mag uitbreiden maar als wij het over Pretparken hebben moeten wij dit op Europese Schaal gaan toetsen met parken als Puy Du Fou, Paira Daysa, EuropaPark, Park Astrix, Phantasialand, Hannover Zoo, Disneyland Parijs, Plopsa Group enz.
Kijken wij naar de regionale parken dan is een opvallende nieuwkomer de Avonturenboerderij Molenwaard maar ook Plaswijckpark en zelfs een opvallende ontwikkeling FEC Sevenum. Er is juist zoveel moois en karakteristiek. Dit is waarom juist Nederland koploper is in het buitenland als het gaat om expertise in dagrecreatie en pretparken met bedrijven als P & P Projects en Jora Vision als designers en wie kent Vekoma niet als een van de beste achtbanen bouwers ter wereld.
Welke segmenten in de dagrecreatie krijgen het de komende jaren moeilijk?
Van Leeuwen: “Voor veel stand alone indoor speeltuinen, trampoline parken, Escape Rooms zullen zich problemen voortdoen te overleven. Ook bedrijven die niet inspelen op verbreding en weersonafhankelijkheid ook bij heel mooi weer krijgen het zwaar te verduren. De escape rooms gaan op hun retour en VR en ER zullen niet doorbreken of slechts mondjes maat hier en daar met een probeersel. De content is gewoon nog niet goed genoeg. Een revival is er voor de kinderboerderij en de echte leuke KLIMBOSSEN in een natuurlijke omgeving. De gemeentelijke zwembaden krijgen te maken met dalende bezoekers in de vrije uren omdat de attractie waarde achter blijft en daar kunnen de Avontura’s geen verandering in brengen. Wel meer bezoekers die een kaartje kopen bij het zwembad maar gaan jumpen of spelen. Bedrijven die niet inspelen op de verbreding van het aanbod gericht op meerdere doelgroepen met een hogere kwaliteit aan horeca voorzieningen zullen het redden.
Waar liggen volgens jou nog kansen in dagrecreatie?
Van Leeuwen: “De meeste kansen liggen op het gebied van loyalty en retentie, meer 1 op 1 marketing, ontwikkelen van campagnes die integraal in de reserveringen en boekingsprotocollen passen en aandacht voor kwaliteit en meer horeca diversiteit. Alles rondom Food is verworden tot het geluksmomentje voor iedere consument. Je hoeft niet altijd uit te breiden en te investeren als je je maar kunt blijven vernieuwen door te communiceren en het bedrijf te zien als een decor waar elke dag wat moet gebeuren. Ik zal er maar weer een nieuwe term introduceren want Sushi Marketing als business model heb ik jullie als een uitgelegd maar we gaan ons nu meer bezig houden binnen de dagrecreatie met het principe van Eventing!
Het allerbelangrijkste voor de dag- en verblijfsrecreatie is de integratie van beide markten door slimme package deals en campagnes en waarbij het gebruik van Smart Data nodig zal zijn om op 1 op 1 te communiceren met je gasten of bezoekers. Daarvoor heb ik de Vakdag Marketing D-Day gepland met praktijk gerichte cursussen en opleidingen midden volgend jaar. Het gaat er steeds meer om te weten wie jouw beste klant is want die besteed ook het meest. Wat velen niet weten is dat wij ruim vijfhonderd recreatie ondernemers in de eerste stappen hebben bijgebracht in tijd dat E-mail Marketing nog in de kinderschoenen stond en web optimalisatie zo’n vijf jaar terug. Het is nu weer tijd voor een volgende stap met Smart – Data PW een praktische toepassing en niet zo groots als Big Data. We gaan ze leren waar de potentiële beste klanten zitten en wie het meeste te besteden heeft. Met deze kennis leren wij de recreatie ondernemer hoe ze ermee om moeten gaan om zodoende meer resultaten te boeken. Mijn persoonlijke ambitie is om over enkele jaren de “inspirator” te zijn van de totale vrijetijdsbranche inclusief die partijen die nogal eens mij zagen als een bedreiging. Uiteraard heb ik nog wel wat nieuwe uitdagingen in het verschiet waar ik de mark mee blijf verassen.
met dank aan:
Auteur: Hans van Leeuwen; Trendwatcher, Adviseur & Concept Ontwikkelaar Recreatie & Toerisme
Pleisureworld NRIT
Contact : Hans van Leeuwen
mobile : +31 (0) 653394506
e-mail : hans@pleisureworld.nl
LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/pleisureworld/
Skype : hansvanleeuwen1958
web : www.pleisureworld.nl / www.nritmedia.nl