Kansen voor lichtgroene natuur door recreatieondernemers

De Rijksnatuurvisie ziet een belangrijke rol weggelegd voor bedrijven in het natuurbeleid. LEI en Alterra zijn nagegaan of natuurvriendelijk ondernemen toekomst heeft voor een grote groep ondernemers.

op pad met de boswachter @Camping Geversduin
op pad met de boswachter @Camping Geversduin

Om de ambitie uit de Rijksnatuurvisie waar te maken, is het nodig dat bedrijven zelf vinden dat natuurvriendelijk ondernemerschap de toekomst heeft. De vraag was of natuurvriendelijk ondernemen een nichemarkt is en blijft, of dat we een transitie kunnen verwachten waardoor deze vorm van ondernemen ‘mainstream’ wordt. Voor de recreatiesector is de verwachting dat ‘lichtgroen’, dat wil zeggen zichtbaar en beleefbaar groen (natuur meer als decor), voor een grote groep ondernemers belangrijk is of wordt. Maar ‘donkergroen’, dat wil zeggen natuur als basis in de vorm van “natuurdoelsoorten” (bedreigde planten en dieren), blijft naar verwachting een nichemarkt.

Een 'natuurdoelsoort' in de Oostvaardersplassen
Een ‘natuurdoelsoort’ in de Oostvaardersplassen

Consumenten
Gezien de combinaties van waarden en normen die mensen hebben in tijd en plaats bij de beleving van natuur, zal er eerder sprake zijn van een continuüm in donkerte van natuur dan een onderscheid in enkel donker dan wel lichtgroene natuur. Om de vraag naar donkergroene natuur te stimuleren kan bij de natuurdoelsoorten een onderscheid gemaakt worden naar de ‘recreatiewaarde’ bestaande uit de belevingswaarde (of esthetische waarde) van de natuurdoelsoorten en de waarnemingskans. Bij de belevingswaarde moet dan vooral gelet worden op visuele en emotionele aspecten zoals de aaibaarheidsfactor, de grootte van de doelsoort, mate van opvallendheid (kleur, geur, gelijktijdig voorkomen (kuddes, velden van…). Ook moet er een kans zijn om de doelsoort te kunnen aanschouwen. Doelsoorten die alleen ’s nachts actief zijn hebben dan een lagere recreatiewaarde. Voor natuurdoelsoorten met een lagere recreatiewaarde zal waarschijnlijk geen ‘mainstreammarkt’ voor aanwezig zijn. Het beschermen en ontwikkelen van deze soorten blijft dan vooral een overheidsverantwoordelijkheid, eventueel aangevuld met de nichemarkt van donkergroene consumenten.

Mogelijkheden voor recreatiesector
De mogelijkheden voor natuurvriendelijk ondernemen zijn talrijk, met name via samenwerking met natuur- en landschapsbeschermers in de omgeving van het recreatiebedrijf. De samenwerking kan in de vorm van informatieverstrekking over de natuur in de omgeving van het bedrijf, rondleidingen verzorgen (door bijvoorbeeld vrijwilligers van IVN), onderhoud van de natuur als excursie voor de bezoekende toerist of zelfs als compleet arrangement, natuur op eigen terrein ontwikkelen, financiële bijdrage om bloeiende bermen te realiseren (door zowel recreatie-ondernemer als via crowdfunding via de bezoekende toerist), opzetten van een groenfonds met mede-ondernemers voor ontwikkelen nieuwe natuur, beheer en onderhoud van bestaande natuur. In dit overleg met de natuur- en landschapssector is het eerste dat gedaan moeten worden wat een ieder onder natuur verstaat. Dit voorkomt veel verwarring en frustratie.

Natuur- en landschapssector
De natuur- en landschapssector moet zich realiseren dat er wellicht meer belangstelling bestaat voor ondersteuning van lichtgroene natuur en minder voor donkergroene natuur. De samenwerking met de recreatiesector zal waarschijnlijk eerder worden gedicht als de natuurexpert weer zijn oorspronkelijk aanwezige emotie en passie voor natuur oproept als basis voor zijn/haar handelen en communicatie in plaats van zijn/haar kennis over de natuur. Veel typen recreanten en ondernemers zijn namelijk eerder te bereiken met emotionele argumenten dan met meer rationele. Natuurdoelsoorten moeten dan meer beschreven worden op basis van de recreatiewaarde. Niet elk natuurdoelsoort kan echter in die termen beschreven worden waardoor de belangstelling voor deze soorten voor bepaalde typen recreanten (gezelligheidszoeker) wellicht minder is.

Groepskamperen bij Staatsbosbeheer
Groepskamperen bij Staatsbosbeheer

Overheid
Natuurvriendelijk ondernemen komt niet vanzelf tot stand. De overheid kan dit wel stimuleren, maar door de decentralisatie van natuurbeleid is de bureaucratie toegenomen. Ook de wet- en regelgeving zal moeten worden aangepast want die blijft nog achter lopen op de toekomstbeelden zoals beschreven in de Rijksnatuurvisie. Starre regelgeving maakt recreatieondernemers huiverig om grond te gebruiken voor tijdelijke natuur, uit angst zichzelf op slot te zetten. De Rijksoverheid moet zich realiseren dat voor de financiering van het ontwikkelen en beheer van donkergroene natuur waarschijnlijk maar een handvol passionele ondernemers en consumenten zijn en dat het merendeel in het ontwikkelen en beheren van lichtgroen natuur zal gaan.

Meedoen
In 2016 wordt dit onderzoek vervolgd. We richten ons dan met name op wat daadwerkelijk nodig is om groene ondernemerschap in de praktijk te laten plaatsvinden. Welke maatregelen, interventies, instrumenten werken wel, en welke werken niet? Het onderzoek gaat daarmee dieper in op de daadwerkelijke realisatie van het groen ondernemerschap, en zorgt voor concretisering. We zoeken nog naar bedrijven in de recreatiesector voor een interview en na de zomer organiseren we een workshop.

Meer informatie bij:
LEI: Marie-Jose Smits; email: marie-jose.smits@wur.nl
Alterra: Martin Goossen; email: martin.goossen@wur.nl

Link naar het onderzoek: http://www.wageningenur.nl/upload_mm/7/f/0/9ddda495-44e3-4e53-a84d-dab8c8e0f448_WOt-technical%20report%2063%20webversie.pdf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *