Waar je in Engeland het begrip ‘countryside’ hebt, wordt deze ‘groene ruimte’ in ons land verdeeld in natuur, platteland en recreatiegebied. In economisch goede tijden valt het misschien niet zo op, maar nu staatssecretaris Bleker moet bezuinigen, en belangen in gevaar komen, wordt onderlinge verdeeldheid van de diverse belanghebbenden duidelijk zichtbaar.
Er wordt zwaar gediscussieerd en veel geroepen. Na een eerste inventarisatie en enkele opmerkingen van natuur, landbouw en recreatie ontstond het volgende overzicht:
Staatssecretaris Bleker
- Moet bezuinigen op een portefeuille met daarin landbouw- natuur- en recreatiebelangen.
- Wil dat doen door ‘een compactere, slimme Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te realiseren waar we ons niet voor hoeven te schamen.’ Ziet boeren daarbij als efficiënte natuurbeheerders.
- Bezuinigt percentueel fors op natuur, landbouw wordt relatief ontzien, recreatie geen topsector (= lagere prioriteit).
Natuurorganisaties
- Ageren fors tegen bezuinigingen met als argument dat het beheer geld kost en bezuinigingen ten koste gaan van kwaliteit. Willen het beheer van natuur ook in eigen hand houden.
- Kennen vaak een smalle definitie van het begrip ‘natuur’. Daar horen weilanden en parken niet bij. Voor nieuwe natuur moet landbouw wijken en recreatie worden ingeperkt.
- Zijn altijd afhankelijk geweest van overheidssteun en kennen intern weerstand tegen, of hebben weinig kennis van, een commerciëlere bedrijfsvoering. Intern weerstand tegen zaken als commerciële jacht, runderen als extensieve veehouderij of natuur als betaalde attractie a la NP De Hoge Veluwe.
Recreatiebranche
- Ziet de natuur als trekpleister; maar volgt daarin de definitie van de recreant die het onderscheid tussen natuur en platteland meestal niet maakt.
- Is intern nogal verdeeld; Recron ziet plattelandsrecreatie als oneerlijke concurrentie van grotere recreatiebedrijven. Lappendeken aan grotere en kleinere samenwerkingsverbanden voor promotie en ondersteuning; vaak op basis van subsidie en met een relatief korte levensduur.
- Ziet natuur- en landbouwgebieden graag als toegankelijk gebied voor recreatie. (recreatief medegebruik)
- Kijkt bezorgd naar de inperking die een te strenge natuurwetgeving kan leggen op de bedrijfsvoering en mogelijkheden voor recreatie in de directe omgeving.
Landbouw
- Het rendement van de sector staat onder druk en men zoekt naar alternatieve inkomsten; o.a. verbrede plattelandsontwikkeling, waarin recreatie een grote rol speelt. Recreatie is in veel gevallen een neven-bedrijfstak.
- Is vanuit de landbouw gewend aan subsidies en gebruikt die ook om recreatiebedrijven te ondersteunen. (Aanvulling vanuit landbouw: de meeste subsidie bronnen zijn uitgeblust en op gebied van recreatie zijn er nog zeldzame subsidie mogelijkheden)
- Plattelandsrecreatie is vaak kleinschalig en persoonlijk; In sommige gevallen is het nog amateuristisch, maar door de recente mogelijkheden voor schaalvergroting komt een professionalisering op gang.
- Kijkt bezorgd naar de inperking die een te strenge natuurwetgeving kan leggen op de bedrijfsvoering (m.n. landbouw).
- Locale (plattelands) gemeenschappen hebben niet altijd zin in de ‘verstoring’ die recreatie met zich meebrengt; zeker niet als tegenover de nadelen geen voordelen staan.
Deze puntsgewijze opsomming zorgt soms voor wat weinig nuance. Ziet u de situatie anders? Laat het vooral weten, en geef uw reactie.