Geografische verschillen impact Coronamaatregelen voor hotelsector

Volgens recente ramingen van ZKA loopt de vrijetijdeconomie ongeveer € 12,5 miljard mis vanwege de Coronamaatregelen. Minimaal € 3 miljard van dit omzetverlies valt toe te schrijven aan de hotelsector (bron: CBS en Rabobank, bewerking ZKA).

De Coronacrisis heeft de overheid gedwongen ingrijpende maatregelen te nemen die de hotellerie hard raken. Alle hotels in Nederland worden geconfronteerd met vraaguitval. Maar de mate waarin provincies worden getroffen verschilt. In dit artikel maken we deze verschillen inzichtelijk. Hierbij kijken we eerst naar de factoren die een rol spelen bij het voorspellen van de kans op vraaguitval door de Coronacrisis. Aan de hand van deze factoren maken we een inschatting hoe zwaar de Nederlandse provincies en enkele regio’s zijn getroffen door de crisis. De cijfers gaan puur om de kans op vraaguitval, er is geen relatie met het functioneren en kwaliteit van het aanwezige hotelaanbod in de regio. De gepresenteerde inzichten helpen om een scherp beeld te geven van de impact van de Coronacrisis. Duidelijk wordt hoe de regionale hotelmarkt ervoor staat. Hiermee kan bepaald worden welke acties en instrumenten ingezet kunnen worden op weg naar herstel en een toekomstbestendige hotelsector. Een verdere toelichting op onze visie over deze fase van herstel is als afsluiting van dit artikel te vinden.

We onderscheiden drie factoren die een belangrijke rol spelen bij de kans op vraaguitval:

  • Veel zakelijke vraag. De markt is kwetsbaarder als de zakelijke markt groot is. Het landelijke gemiddelde ligt op zo’n 42% zakelijke overnachtingen (excl. Amsterdam en Haarlemmermeer, bron: CBS, bewerking ZKA). De zakelijke markt is doorgaans gelieerd aan de economische omstandigheden. In tijden van hoogconjunctuur is meer behoefte aan zakelijke hotelovernachtingen. Bij een economische teruggang lopen het aantal zakelijke hotelboekingen terug. De verwachting is dan ook dat provincies met veel zakelijke vraag harder getroffen zijn en meer vraaguitval hebben dan provincies met relatief weinig zakelijke vraag. Specifiek geldt dit voor provincies waar veel meerdaagse congressen, beurzen of evenementen plaatsvinden. Herstel van de zakelijke markt zal ook langer op zich laten wachten. We ervaren nu bijvoorbeeld de voordelen van het thuiswerken en digitaal vergaderen.
  • Veel inkomend toerisme. De kwetsbaarheid van de hotelmarkt is groter wanneer de toeristische markt bestaat uit veel buitenlandse vraag. Landelijk is het aantal buitenlandse overnachtingen goed voor circa 38% van de totale vraag (excl. Amsterdam en Haarlemmermeer, bron: CBS, bewerking ZKA). De verwachting is dat naar verhouding veel Nederlanders dit jaar besluiten in eigen land op vakantie te gaan. Vooral de provincies met veel binnenlandse toeristische vraag profiteren van deze ontwikkeling. Vice versa zijn de klappen harder als provincies een groot aandeel buitenlandse overnachtingen hebben, in deze provincies is de kans op vraaguitval groter. Wellicht zijn Duitsers en Belgen sneller geneigd naar Nederland te komen, maar ook in dat scenario blijft het risico bestaan dat bijvoorbeeld bij een tweede golf van Coronabesmettingen de grenzen toch weer (tijdelijk) dichtgaan. Deze onzekerheid blijft naar verwachting nog wel even aanhouden, terwijl internationaal toerisme juist gebaat is bij stabiliteit.  
  • Veel intercontinentale vraag. Binnen de inkomende toeristische markt is een verdieping mogelijk tussen Europese gasten en gasten uit overige continenten. Zo’n 15% van alle buitenlandse overnachtingen is niet-Europees (excl. Amsterdam en Haarlemmermeer, bron: CBS, bewerking ZKA). Op moment van schrijven is de Verenigde Staten één van de zwaarst getroffen landen in termen van aantal Coronabesmettingen. En in Zuid-Korea zijn maatregelen weer aangescherpt. Mede door deze berichtgeving is de verwachting dat de vraag naar hotelovernachtingen vanuit Europese landen eerder op gang zal komen dan de niet-Europese vraag. De omvang van de intercontinentale markt is immers nagenoeg tot stilstand gekomen. Provincies die (deels) inspelen op de intercontinentale markt zijn daardoor kwetsbaar en hebben naar verwachting meer vraaguitval.

Verwachte impact Corona per provincie

Vanuit openbare statistieken (CBS) beoordelen wij per provincie de ‘Corona impact’ als volgt (figuur 1).

Verwachte impact Coronamaatregelen op hotelvraag per provincie per kwartaal

Met behulp van CBS data hebben we per provincie een inschatting gemaakt van het aandeel zakelijke, buitenlandse en intercontinentale overnachtingen van de totale hotelvraag. Voor deze drie indicatoren is in beeld gebracht in hoeverre provincies boven of onder het landelijke gemiddelde scoren. Het landelijk gemiddelde is berekend exclusief de hotelmarkt in Amsterdam en Haarlemmermeer. De hotelmarkten in deze regio’s zijn dusdanig groot dat ze een onevenredig groot effect hebben op het landelijk gemiddelde. Als peiljaar hebben we 2019 gebruikt. Een toelichting:

Gemiddeld getroffen (groen). Provincies in het groen scoren gemiddeld onder het landelijk gemiddelde op alle drie de indicatoren en zijn daarmee naar verwachting minder zwaar getroffen in termen van vraaguitval.

Bovengemiddeld getroffen (geel). De provincies in het geel scoren op één indicator bovengemiddeld hoog.

Sterk bovengemiddeld (oranje). De provincies in het oranje scoren op twee indicatoren bovengemiddeld hoog.

Zeer sterk bovengemiddeld (rood). Het uitgangspunt van de analyse is dat provincies die een bovengemiddeld hoog aandeel zakelijke, buitenlandse en intercontinentale hotelvraag hebben het hardst zijn getroffen door de crisis. Deze provincies zijn in het rood weergegeven.

Hierbij zien we de nodige verschillen tussen provincies. Het is de verwachting dat de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht relatief het hardst zijn getroffen met veel vraaguitval door de Coronamaatregelen. Onze verwachting is dat dit zeker ook geldt voor Noord-Holland als Amsterdam en Haarlemmermeer worden meegerekend. Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht zijn provincies met bovengemiddeld veel zakelijke, buitenlandse en intercontinentale vraag. Het herstel kan hier relatief lang gaan duren, afhankelijk van wanneer de zakelijke en intercontinentale hotelvraag weer op gang komen. Hotels in Friesland, Drenthe, Overijssel en Limburg lijken minder hard te zijn getroffen. Dit zijn provincies met bovengemiddeld veel toeristische en binnenlandse vraag.

De overige provincies nemen een tussenpositie in. Zo lijkt de Zeeuwse hotelmarkt bovengemiddeld te zijn getroffen, vanwege de grote afhankelijkheid van Duitse en Belgische vraag naar hotelkamers. Dit is echter ook een markt die zich spoedig kan herstellen, mits er geen vervolgmaatregelen getroffen worden. Het is dan ook de verwachting dat de hotelvraag in Zeeland zich als een van de eerste provincies in het gele segment weer op het niveau van voor de Coronacrisis zal bevinden. Noord-Holland (zonder Amsterdam en Haarlemmermeer) is eveneens bovengemiddeld afhankelijk van toeristische vraag naar hotelkamers, al is het aandeel niet-Europese overnachtingen hier relatief groot. Het herstel zal daarom naar verwachting meer tijd kosten dan in bijvoorbeeld Zeeland. In Flevoland valt de hardste klap in het tweede kwartaal. In de overige kwartalen neemt het aandeel binnenlandse en Europese overnachtingen toe, wat een positief effect zal hebben op het aantal boekingen.

Regionale accenten per provincie

Figuur 1 geeft een eerste beeld. Dit beeld kan verder worden uitgesplitst naar regio’s (figuur 2). Wanneer we verder inzoomen, wordt duidelijk dat er regionale verschillen zijn. Logisch, want de toerist kiest voor een bepaalde stad, besluit in een regio te wandelen of fietsen en een zakelijke gast moet beroepsmatig ergens zijn. Door de oogharen kijkend valt op dat een goed bereikbare stad met een historische stadscentrum en veel (inter)nationale bedrijvigheid een grotere terugval van het aantal hotelboekingen kent. De zakelijke markt is hier groter en het centrum is aantrekkelijk voor buitenlandse gasten. Op basis van eerder door ons uitgevoerde projecten geldt dit onder meer voor de stedelijke gebieden in Zeeland, Noordwest Friesland (incl. Leeuwarden) en Maastricht. Daarentegen kan het buitengebied of een kustregio weer meer in trek zijn onder Nederlanders die tijdens hun vakantie fietsen, wandelen en cultuur snuiven. Vooral in Limburg zijn de regionale verschillen groot. De provincie lijkt op het eerste gezicht gemiddeld getroffen te zijn, maar dit wordt veroorzaakt doordat de regio Heuvelland onevenredig veel toeristische en binnenlandse overnachtingen genereert. Vooral Maastricht, Midden- en Noord-Limburg hebben naar verwachting te maken met een sterk bovengemiddelde vraaguitval.

Acties en instrumenten om te werken aan herstel en een gezonde sector

Een scherp beeld van de impact van de Coronacrisis is in onze ogen een eerste stap naar herstel. Op korte termijn ondervinden alle hotels negatieve gevolgen van de crisis, maar de weg naar herstel zal per regio verschillen. Een ‘foto’ van de markt helpt bij het bepalen hoe de regionale hotelsector functioneert. Belangrijk hierbij is om ook terug te kijken. Hoe is de historische ontwikkeling van vraag en aanbod in een regio? En hoe is de kwaliteit van het hotelaanbod en functioneren de hotels naar behoren? Inzicht in deze vragen helpt, samen met een goed beeld van de huidige vraaguitval, om te bepalen welke acties en instrumenten hier het beste bij aansluiten. In een regio met veel toeristische en binnenlandse vraag zijn andere acties aan de orde dan in een regio met zakelijke en buitenlandse vraag. Gedegen marktkennis is dus van belang om goede besluiten te nemen op weg naar herstel en een toekomstbestendige hotelsector.  

De hotelsector kan niet als losstaande sector gezien worden maar is onderdeel van het samengesteld toeristisch product. Een integrale benadering is noodzakelijk, niet alleen voor het herstel van de hotelsector, maar ook voor de horeca, detailhandel en andere vormen van dag- en verblijfsrecreatie. Zeker in deze periode is het van belang om een duidelijke visie te hebben op de tweede fase van herstel, wanneer de eerste fase van acute noodsteun achter de rug is. Dit, in combinatie met  ondernemerschap vanuit de markt, zorgt ervoor dat ook na de crisis regio’s zich kunnen onderscheiden.


met dank aan: Benny Roelands adviseur bij ZKA leisure

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *