De Afsluitdijk wil aantrekkelijker worden

Een van de ambities van de vijf samenwerkende partijen in De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) is om de Afsluitdijk aantrekkelijker te maken voor toeristen. Projectbureau De Nieuwe Afsluitdijk liet twee bureaus onderzoek doen naar de toeristen die nu de Afsluitdijk bezoeken en hun bezoekredenen. Op 22 januari werden de resultaten gepresenteerd.

afsluitdijkEen aantal cijfers: het aantal bezoekers van de Afsluitdijk wordt op 300.000 per jaar geschat (van de dagelijks 10-20.000 voertuigen die over de dijk gaan), daarvan stopte ruim 70% al eerder op de dijk en ongeveer hetzelfde percentage zou weer stoppen. Een kwart van de bezoekers komt per touringcar. De meeste bezoekers stoppen voor het uitzicht, stoppen maximaal een half uur en komen uit Nederland, Duitsland, Scandinavië (op doorreis) en Spanje, Italië, Azië, Rusland en Israël vanuit Amsterdam en het bezoeken van Nederland. De onderzoekers zijn ook gevraagd het huidige recreatieve aanbod op de Afsluitdijk een kleur te geven en dit te vergelijken met de leefstijlen van de bezoekers. De meeste bezoekers van de Afsluitdijk horen bij de ‘gele’ leefstijl.

De Nieuwe Afsluitdijk
Het aantrekkelijker maken van de Afsluitdijk voor toeristen is één van de ambities van de 5 samenwerkende partners in De Nieuwe Afsluitdijk (DNA): provincie Noord-Holland, provincie Fryslân, gemeente Hollands Kroon, gemeente Súdwest-Fryslân en gemeente Harlingen. Een opvallende kracht die ontbreekt in dat rijtje is Rijkswaterstaat. Juist die dienst gaat bijna een miljard euro in het gebied investeren in projecten rondom veiligheid en waterbeheer. Rijkswaterstaat bepaalt wat er gebeurt en welke randvoorwaarden gelden voor ontwikkeling. Niet geheel onlogisch proberen de gemeenten en provincies waartussen de Afsluitdijk loopt er wat meer van te maken dan de infrastructurele opwaardering van de 85 (!) jaar saaie oude dijk. Als samenwerkingsverband willen zij met de vernieuwde dijk projecten ontwikkelen op het gebied van duurzame energie, ecologie, recreatie en toerisme en ruimtelijke kwaliteit. Op zich een nobel streven. Alleen…

  • Waarom wordt de Afsluitdijk zelf (vrijwel) niet aangepakt?
  • Waarom wordt een oude man – wat de Afsluitdijk eigenlijk is – met botox ingespoten om er weer jaren tegen te kunnen?
  • Waarom wordt de oude man de sportschool ingestuurd terwijl de tijden zijn veranderd en niet oude mannen maar jonge mensen de toekomst bepalen?
  • Waarom wordt de indruk gewekt dat projecten op het gebied van nieuw en bijzonder toerisme mogelijk zijn terwijl de randvoorwaarden weinig nieuws toelaten?
  • Hoe kan een beoogd informatiecentrum over de Afsluitdijk (aan de Friese kant van de dijk) meer worden dan een niet te exploiteren saaie plek waar informatie als 1-richtingsverkeer over de bezoekers wordt uitgestort en spanning en avontuur volledig ontbreekt (want niet gewenst)?
  • Hoe kunnen ondernemers nu echt worden gestimuleerd te ondernemen op en rond de Afsluitdijk?
  • Wat is nu eigenlijk het streven: het mooier laten lijken van de oude man of het creëren en laten opgroeien van zijn Fries-Hollandse achterkleinzoon? De Zeeuwse zoon van de oude man beschikt in ieder geval over spectaculairdere bezoekmogelijkheden (zoals het bekijken van de stormvloedkering in de immer indrukwekkende Oosterschelde uitmondend in de Noordzee).
  • Waarom wordt niet anders gedacht? Namelijk vanuit de meest ideale situaties van elk van de na te streven doelen rondom waterbeheer, veiligheid, ecologie, energie en leisure?
  • Waarom wordt waterveiligheid en waterbeheer gezien als een onaantastbaar gegeven waarmee geen enkel ander doel verenigbaar zou zijn?
  • Waarom lijken de projecten op het gebied van duurzame energie, ecologie, recreatie en toerisme en ruimtelijke kwaliteit volledig ondergeschikt aan de doelen op het gebied van veiligheid en waterbeheer?
  • Waarom zijn alle doelen tezamen niet op een andere – duurzame maatschappelijk verantwoorde en succesvolle – wijze te halen?
  • Waarom wordt niet een ideale situatie nagestreefd op basis van toekomstscenario’s op het gebied van mobiliteit (gaan er over 10 jaar nog wel auto’s over de Afsluitdijk?), gebruiks- of recreatienatuur (hoe kunnen we natuur creëren die vooral beleefbaar wordt?), dag- en verblijfsrecreatie (is een Kazemattenmuseum en een oubollige monument nu het meest geschikt om bezoekers te trekken?) en natuurlijke kustbescherming (is een recht-toe-recht-aan dijk in een Waddenzee nog wel van deze en vooral toekomstige tijd)?

Toekomst
Is anders denken teveel gevraagd van Rijkswaterstaat en haar meewerkende partners? Dat denk ik niet. Het is m.i. de vanzelfsprekendheid waarmee een status quo met wat ’twisten & tweaken’ op basis van gezichtspunten uit het verleden weer toekomst-proof lijkt te worden gemaakt. Dat streven (om de toekomst op basis van het verleden te bepalen) is natuurlijk gedoemd te mislukken. De wereld verandert. Op een manier die nog meer dan in het verleden moeilijk kan worden voorspeld. Maar het is heel goed mogelijk om op basis van de uiteenlopende beleidsdoelstellingen (met betrekking tot de Afsluitdijk) toe te werken naar meer zekerheden over de toekomst. De toekomst is niet onzeker, het is zeker dat ze komt. Laten we proberen de koers van de toekomst te beïnvloeden, door de toekomst te gaan begrijpen en door andere kaders te bedenken die ontwikkelingen op een toekomst bestendige wijze richting gaan geven.

Met dank aan:
Hans de Vries, LeisureNL
@toerismetrends

Meer informatie:
www.deafsluitdijk.nl
www.etfi.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *