Vorige week werd bekend dat de 21 Nationale Parken in Nederland een forse bezuiniging te verwerken krijgen. Het kabinet bouwt de komende jaren haar toegezegde bijdrage van 5 miljoen euro per jaar tot 2030 aan de parken vrijwel geheel af. Dat gaat in eerste instantie vooral ten koste van educatie en informatievoorziening. Nationale Parken werken samen in het Samenwerkingsverband Nationale Parken. Onderdelen als onderhoud en recreatievoorzieningen vallen onder verantwoordelijkheid van de beheerder (in veel gevallen Staatsbosbeheer) en die onderdelen worden niet direct geraakt.

Voor de recreatiesector zijn de Nationale Parken de iconen onder de natuurgebieden. Het zijn vaak gebieden met een sterke merknaam, waar toeristen graag op af komen. Veel vakantieparken bevinden zich in of nabij een National Park en profiteren van de natuurwaarde.
Een EuroParcs woordvoerder legt uit welke rol Nationale Parken spelen voor hun vakantieparken:
EuroParcs vakantieparken liggen heel vaak midden of nabij prachtige natuurgebieden, waaronder het Nationale park de Hoge Veluwe waar bijvoorbeeld De Zanding in Otterlo met het hekwerk zelfs letterlijk aan grenst en EuroParcs Ruinen dat aan de rand van het Nationale park Dwingelderveld ligt. De Europarcs vakantieparken trekken gasten aan die naast een prettig verblijf op een mooi groen vakantiepark, vaak in de omgeving gaan wandelen of fietsen om van de natuur te genieten. Waar mogelijk zoeken we de samenwerking op met bijvoorbeeld lokale boswachters om voor onze gasten, zowel volwassenen en kinderen, excursies in de natuur te organiseren en bieden wij fiets- en wandelroutes aan onze gasten. Kortom, de natuur en nationale parken zijn van grote waarde voor EuroParcs, niet alleen omdat wij begaan zijn met het behoud van de natuur in Nederland, maar ook om gasten ontspanning te kunnen bieden in de fraaie en rustgevende natuur rond onze parken.
Ron Moerenhout, EuroParcs
Ook IVN Natuureducatie is stakeholder in dit bezuinigingstraject. Zij verzorgen in veel Nationale Parken de invulling van de educatie. Ook zij gaven d.m.v. een persbericht, hun visie op de situatie:
Een treurige en onnodige bezuiniging, die duur kan gaan uitpakken. De afgelopen jaren hebben gemeenten, provincies, tal van andere organisaties en vrijwilligers zich uit de naad gewerkt om Nationale Parken Nieuwe Stijl te worden. De hele omgeving profiteert van deze ontwikkeling. Op tal van plekken – van de Biesbosch tot de Sallandse Heuvelrug – zijn het juist deze parken die als katalysator werken voor duurzame regionale ontwikkeling.
Uit recent onderzoek van Ecorys blijkt dat het keurmerk Nationale Parken 70 miljoen aan extra inkomsten per jaar oplevert, oftewel 280 miljoen euro tot 2030. Dit komt nog eens boven op de economische waarde die natuur genereert. Elke euro die in natuur wordt geïnvesteerd wordt wel 8 tot 38 keer terugverdiend. Deze bezuiniging kost dus veel meer dan het oplevert.
Educatie en beleving zijn cruciaal om die waarde te zien en benutten. Het kabinet stopt plots per 2026 met educatie en communicatie na jarenlange inzet en successen hierin. Juist in een tijd waarin de polarisatie door hoogoplopende onderwerpen als stikstof en de wolf toeneemt, is het belangrijk dat natuureducatie doorgaat en samen gebouwd wordt aan een duurzame leefomgeving.
Dat het rijk zich nu terugtrekt is niet alleen een bestuurlijke blunder; het is het bewust loslaten van maatschappelijke samenwerkingen waar jarenlang in geïnvesteerd is.
Uit het persbericht van IVN
Gevolgen voor de recreant en de recreatiesector
Om de gevolgen van deze bezuiniging voor de recreatiesector in kaart te brengen stelden we het Samenwerkingsverband Nationale Parken enkele vragen:
Wat zal de reactie zijn op de bezuinigingen? Wordt er vooral gekort op activiteiten?
“Met de aangekondigde bezuinigingen vervalt voor de meeste parken een stabiele basis. De noodzakelijke verbinding met de samenleving valt weg. De samenwerking met onder andere (recreatie)ondernemers, agrariërs en overheden voor de aanpak van regionale vraagstukken vervalt. Er zijn geen middelen meer voor educatie en informatievoorziening. En geen middelen voor onderwerpen als vrijwilligersbeleid, bezoekersmanagement en het vergroenen van overgangen tussen landelijk en stedelijk gebied. Parken zullen een sterker beroep doen op provincie, gemeenten en andere partijen in het gebied. Probleem is echter dat deze partijen vaak een cofinanciering vanuit het Rijk als voorwaarde stellen.”
woordvoerder Nationale Parken
Als er wordt bezuinigd, gaat dat dan ook ten koste van recreatieve toegankelijkheid of voorzieningen?
“De bijdrage vanuit het Rijk was niet bedoeld voor basisvoorzieningen als bankjes of paden. Die financiering komt vanuit andere bronnen. Een enkel park wilde met de bijdrage vanuit het Rijk een uitkijktoren financieren; als de bezuinigingen worden doorgevoerd zal deze er niet komen. En er is geen financiering meer om de samenwerking met recreatieondernemers en andere partners in stand te houden, terwijl deze samenwerking mogelijk tot nieuwe recreatievoorzieningen kan leiden.”
woordvoerder Nationale Parken
Wat kunnen recreatiebedrijven doen om NP’s te helpen om de gevolgen van de bezuinigingen te verlichten?
“Veel parken werken al samen met recreatiebedrijven. Deze samenwerking is en blijft belangrijk voor Nationale Parken; alleen moeten er wel mensen zijn die deze samenwerking kunnen organiseren.”
woordvoerder Nationale Parken
Wordt de pacht verhoogd voor partijen die in het park actief zijn? Of de parkeergelden?
“Pacht is geen inkomstenbron voor Nationale Parken, net zoals dat parkeergelden niet zijn. De pacht gaat naar de grondeigenaar of beheerder en dat zijn niet de Nationale Parken zelf. Onderhoud cq beheer van de nationale parken ligt bij de gebiedsbeheerders zoals Staatsbosbeheer (heeft grond in 17 nationale parken) en Natuurmonumenten. Zij organiseren dan ook de hulp bij onderhoud in het gebied, zoals bijvoorbeeld bij ruiter- of mountainbikepaden.”
woordvoerder Nationale Parken
Meer informatie: www.nationaleparken.nl/nl/nieuws/samenwerkingsverband-nationale-parken-kabinet-laat-nationale-parken-vallen