Afgelopen week maakte het CBS schitterende cijfers bekend over toerisme in Nederland en de bijbehorende banengroei. Deze resultaten werden bereikt ondanks een forse bezuiniging op Holland promotie. Hetzelfde mechanisme zien we in Amsterdam, waar na het succes van afgelopen jaren nu het mes wordt gezet in de gemeentelijke bijdrage. Als toerisme een bedrijfsonderdeel was geweest van een groot bedrijf, dan zou juist het tegenovergestelde zijn gebeurd; investeren in het succesverhaal.
De positieve cijfers van het CBS riepen bij Jos Vranken, directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC vooral frustratie op. Zo blijkt althans uit zijn tweet:
Meer banen toerismesector: http://t.co/7r7MqScfTL Miv 2015 50% bezuiniging #HollandMarketing. Onbegrijpelijk. #nut #noodzaak #Holland2020
— Jos Vranken (@JosVranken) 17 augustus 2015
We vroegen het NBTC om een nadere uitleg. Woordvoerder Therese Ariaans deelt de zorgen van Vranken: “We maken ons zorgen over de toekomst. Vanaf dit jaar investeert de rijksoverheid maar liefst vijftig procent minder in de branding en marketing van de bestemming ‘Holland’ dan vier jaar geleden. Concreet betekent deze bezuiniging dat de jaarlijkse bijdrage van EZ wordt verlaagd van 16,6 miljoen naar 8,4 miljoen in 2015. Dit, terwijl ons land te maken heeft met grote en groeiende concurrentie. Het vergt continue investeringen in Holland-promotie om onze marktpositie te versterken (en zelfs te behouden!) en ons land blijvend op de kaart te zetten bij de internationale bezoekers.”
Groei én spreiding
Het NBTC heeft er ook een taak bij gekregen: Naast het verleiden van buitenlandse gasten neemt de urgentie toe om de groei te kanaliseren via verdere spreiding van bezoekers in tijd en ruimte. Om maximaal te kunnen profiteren van de waarde uit internationaal bezoek moet worden ingezet op toerismespreiding: de groei deels in andere seizoenen en op andere plekken realiseren.
Investeren is vooruitzien
Wat zijn de wensen van NBTC? Ariaans: “Op dit moment worden we door de rijksoverheid gebenchmarkt met volwassen, grote reismarkten (Noordwest-Europese bestemmingen), maar we worden gefinancierd op het niveau van Oost-Europese bestemmingen. Het promoten van minder bekende regio’s kost meer en vereist een langere adem. Ook zullen campagnes gericht op minder bekende plekken vanuit het oogpunt van cofinanciering minder populair zijn bij (inter)nationale private partijen; zij kiezen primair voor direct rendement/‘het plukken van laaghangend fruit’. Om duurzame groei te kunnen realiseren is additioneel publiek budget nodig van circa 5 miljoen euro op jaarbasis met ingang van de nieuwe subsidieperiode 2016 t/m 2019. Een verhoging van de publieke middelen zorgt tevens voor herstel van de publiek-private financieringsbalans (50/50) en brengt ons land dichter in de buurt van een internationaal gelijk speelveld voor wat betreft (co)financiering vanuit nationale overheden. Kortom: met een relatief beperkte verhoging wordt veel bereikt.”
Zie ook: Consequenties van bezuinigingen op de website van NBTC (Er was toen nog sprake van 10,8 miljoen bezuiniging. Dat is later 8,4 miljoen geworden.)
Ook Amsterdam Marketing wordt gekort
Een andere grootmacht op het gebied van binnenhalen van toerisme is Amsterdam Marketing. Ook zij lieten afgelopen jaren geweldige groeicijfers zien. De grote drukte in de stad zorgt inmiddels wel voor wat kritiek. En ook de gemeente Amsterdam besloot om het budget voor de marketing van de stad te verlagen van 3 naar 2,5 miljoen. Voor deze organisatie is de schade relatief beperkt omdat de gemeente een kwart van het totaalbudget financiert. Ook zal de korting stapsgewijs worden ingevoerd: waarschijnlijk 300eu vanaf 2017, nog eens 200eu vanaf 2018.
Zie ook de brief die Amsterdam Marketing stuurde aan de gemeente en waarin wordt toegelicht welke belangrijke rol de toeristische sector speelt voor Amsterdam.
In dit artikel is het Topsectorenbeleid maar even buiten beschouwing gelaten. Daarmee worden kansrijke sectoren gestimuleerd. Voor een bijdrage uit deze portemonee komt de recreatiesector dus niet in aanmerking.
Eén reactie
Als we niet oppassen wordt het groeiende kind – de gastvrijheidssector – met het badwater door de overheden weggegooid! Men schijnt nog steeds niet het belang van deze sector voor ons land te beseffen met in 2013 een omzet van 68 miljard en goed voor 600000 banen.