Het CBS heeft de eerste resultaten gepresenteerd van een experimentele methode, waarbij de monetaire waarde wordt berekend van de ‘diensten’ die de natuur levert. Natuur-gerelateerd toerisme en recreatie is verantwoordelijk voor 67 procent van de totale waarde van ecosysteemdiensten in Nederland.
Door ecosysteemdiensten in geld uit te drukken is het mogelijk om de bijdrage van de natuur aan de economie inzichtelijk te maken. Hiervoor kan de waarde van de ecosysteemdiensten worden afgezet tegen de omvang van de economie, zoals uitgedrukt in de vorm van het bruto binnenlands product (bbp). In het rekenmodel gaat het alleen om de economische waarde van baten voor de mens. Niet-economische waarden (zoals de schoonheid van het landschap) en ‘niet-menselijke’ baten (zoals dierenwelzijn) zijn niet meegenomen. “De intrinsieke waarde van de natuur kan sowieso niet in geld worden uitgedrukt.”, zo laten de onderzoekers weten.
Rol van recreatie en toerisme in de waardebepaling
Het CBS heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit de economische waarde geraamd voor tien ecosysteemdiensten. Drie van die ecosysteemdiensten hebben een culturele achtergrond, namelijk recreatie in de natuur, natuurtoerisme, en de voorzieningen die de natuur biedt op het gebied van wonen.
Ecosystemen bieden mogelijkheden voor toerisme en recreatie in de natuur. Voorbeelden van natuur-gerelateerd toerisme en recreatie zijn wandelen, fietsen, watersport, recreëren aan het strand, alsmede andere buitenactiviteiten in een natuurlijke omgeving.
Met een toegevoegde waarde van 28,6 miljard euro (4,3 procent van het bbp) en 761 duizend banen in 2017, is toerisme van groot economisch belang. Toerisme en recreatie zijn in Nederland voor een belangrijk deel afhankelijk van de natuur. De waarde van de ecosysteemdiensten die natuur-gerelateerd toerisme en recreatie mogelijk maken, was in 2015 6,4 miljard euro. In dit bedrag zijn reiskosten, toegangsgelden, verblijfskosten en overige kosten begrepen. Uitgaven aan eten en drinken en aan andere consumptiegoederen zijn niet meegerekend. In de internationale richtlijnen (SEEA EEA) zijn geen duidelijke afspraken gemaakt over de afbakening van de bestedingen, die wel en niet bij de ecosysteemdienst horen. In het rapport wordt verder ingegaan op verschillende afbakeningen en de resultaten hiervan.
Natuur-gerelateerd toerisme en recreatie is verantwoordelijk voor 67 procent van de totale waarde van ecosysteemdiensten in Nederland. Culturele ecosysteemdiensten worden het meest geproduceerd door agrarische ecosystemen (32 procent), duinen en stranden (21 procent) en bos (16 procent). Echter, de per hectare opbrengst van bossen en duinen en stranden is hoger dan die van agrarische ecosystemen. Openbaar groen, waar bijvoorbeeld stadsparken deel van uitmaken, is verantwoordelijk voor 8 procent van de waarde.
Een klein deel van de totale oppervlakte van Nederland bestaat uit duinen en strand (1,1 procent) en openbaar groen (1,7 procent). Deze kleine oppervlakten vertegenwoordigen, van alle soorten ecosystemen, de hoogste waarde per hectare. Die waarde wordt vrijwel geheel geproduceerd door culturele ecosysteemdiensten.
Totale consumptieve bestedingen aan natuur-gerelateerd toerisme en recreatie (in euro’s per hectare) in 2015
onderstaande figuur beschrijft een kaart van Nederland waarin de consumptieve bestedingen aan natuur-gerelateerd toerisme en recreatie te zien zijn. De eenheid is euro’s per hectare per jaar. Gebieden met een lage waarde hebben minder dan 1 000 euro per hectare per jaar aan bestedingen die recreanten en toeristen uitgeven. Gebieden met een hoge waarde hebben meer dan 100 duizend euro per hectare aan bestedingen. Dit zijn de gebieden langs de kust. Verder valt op dat de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, Friesland en Zuid-Limburg hoge bestedingen kennen.
Bron en meer informatie:
https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/innovatie/project/de-economische-waarde-van-de-natuur
Pagina Natuurlijk Kapitaal op cbs.nl
Van de redactie: “Het idee om de waarde van natuur en landschap te meten is zeker niet nieuw. IN 1996 liep ik zelf rond op de Universiteit Wageningen en ook toen al werden er modellen gemaakt om de waarde van de natuur in geld uit te drukken. Niet omdat ‘de natuur’ een economische waarde heeft, maar omdat geld in onze samenleving nu eenmaal een breed herkenbare rekeneenheid is. In de huidige cijfers van het CBS is veel meer detaillering te zien naar regio’s en ecosysteemdiensten.”