De gemiddelde toeristenbelasting stijgt met 2,2 procent. De stijging wordt gedempt doordat de toeristenbelasting in een aantal gemeenten afhankelijk is van de overnachtingsprijs. Deze is door de recessie op veel plekken gedaald. Dat blijkt uit de Atlas voor Locale lasten 2014 van het COELO.
Zes gemeenten voeren in 2014 een toeristenbelasting in. Dat komt steeds meer voor: in 2012 voerden 10 gemeenten een toeristenbelasting in, in 2013 waren dat er net als dit jaar zes. De gemeenten die dit jaar voor het eerste toeristenbelasting heffen zijn: Kollummerland/Nieuwkruisland (0,75), Amersfoort (1,00), Veenendaal (1,00), Veghel (1,50), Boskoop en Rijnwoude (laatste twee na een gemeentelijke herindeling)
De toeristenbelasting levert overigens weinig op vergeleken met de ozb.
Het gemiddelde ozb-tarief voor woningen stijgt dit jaar met 2,7 procent. De stijging is met 33 procent het sterkst in Vlagtwedde, en het kleinst in het deel van het voormalige Boarnsterhim dat nu deel uitmaakt van de nieuwe gemeente De Friese Meren. Het ozb-tarief voor niet-woningen (bedrijfspanden) stijgt met 2,3 procent.
Het Coelo constateert dat de stijging van de gemeentelijke woonlasten met 0,9 procent lager is dan ooit
eerder gemeten; en ook lager dan de inflatie. De opbrengst van de provinciale belasting is wel fors hoger. Dat wordt vooral veroorzaakt door de motorrijtuigenbelasting.
COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) is een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Meer informatie: www.coelo.nl