Het stoort FNV Horeca dat werkgeversorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) weigert collectieve afspraken te maken. Sinds 1 april 2014 is er geen cao horeca. KHN laat weten dat in de afgelopen CAO periode de laagste loonschalen al met 5 tot 7% zijn verhoogd en vindt dat de FNV schermt met loonschalen die te te vergelijken zijn.
Nu er sinds 1 april helemaal geen cao meer geldt, is de situatie volgens de FNV alleen maar verslechterd. FNV Horeca vindt het haast een wonder dat er nog mensen in de sector willen werken.
Onderzoek naar beloning
FNV liet onderzoek uitvoeren door adviesbureau Basis & Beleid in Utrecht. Als de beloningen worden vergeleken van horeca-starters zonder diploma en horecamedewerkers in de bediening met o.a. vakkenvullers, schoonmakers, beveiligers en kassamedewerkers, dan blijkt dat de horeca het slechtst verdient (zie sheet op fnv.nl). Op het eerste gezicht lijken de basisuurlonen niet heel veel lager, maar als de toeslagen voor onregelmatigheid en overwerk worden meegeteld dan blijkt dat de horeca zich laat afschepen met een fooi. In de horeca is onregelmatigheid en overwerk immers zo goed als standaard. Omgerekend naar euro’s per maand – en dan rekenen we de toeslagen niet eens mee – verdient een (vak)volwassen schoonmaker bijna tweehonderd euro meer per maand dan een medewerker in de bediening.
Betere arbeidsvoorwaarden horeca
FNV Horeca wil met haar oproep aan horecawerknemers bewerkstelligen dat er brede steun in de sector komt om afspraken met werkgevers te maken over betere arbeidsvoorwaarden, met name als het gaat om beloningen. FNV Horeca realiseert zich dat het van Koninklijke Horeca Nederland niets te verwachten heeft en zet daarom in op het maken van afspraken per keten of onderneming.
Meer informatie: www.fnvhoreca.nl/home/horeca.html
Reactie Koninklijke Horeca Nederland:
Wij hebben voor de werkgevers en werknemers in de horeca een Model Arbeidsvoorwaardenreglement (AVR) opgesteld, omdat de cao horeca ia beëindigd. Daarmee kunnen werkgevers en werknemers binnen de wettelijke grenzen met elkaar passende afspraken maken.
De horeca is een branche die om flexibiliteit vraagt. Daarom is in de Model AVR:
- · het omgaan met flexibiliteit geregeld
- · een stapsgewijze verhoging van jeugdlonen opgenomen
- · een indexatie van de loontabel opgenomen
- · zijn de begrippen “vakkracht” en “invalkracht” geïntroduceerd
KHN raadt de horecaondernemers aan om het Model AVR toe te passen en er niet negatief van af te wijken: zeker als het gaat om belonen. Door dit Model AVR te volgen houdt de ondernemer zich ook gelijk aan de wijzigingen die er aankomen in het arbeidsrecht per 1 juli 2014 en de aanpassingen die nog volgen per 1 juli 2015.
Appels met peren vergelijken
Gedurende de looptijd van de verlopen cao horeca zijn de laagste loonschalen met zo’n 5 tot 7 procent verhoogd. Dat werkte toen ook door in hogere jeugdlonen. FNV Horeca was daar indertijd tevreden over. KHN is van mening dat de FNV Horeca nu “appels met peren” heeft vergeleken, namelijk, niet-vakkrachten in horeca met wel-vakkrachten in andere sectoren. FNV Horeca heeft in het onderzoek ook nog eens tijdstippen voor toeslagen vergeleken met de andere bedrijfstypen, waarop in die andere bedrijfstypen niet of nauwelijks arbeid wordt verricht. Dat is dus meer fictie dan werkelijkheid. Een voorbeeld van zo’n vergelijking is de toeslag om 21.30 uur te vergelijken met die van de sectoren contractcatering en retail.
Meer informatie: www.khn.nl
Overigens is de horeca CAO niet de enige CAO die op dit moment ontbreekt. Ook in de recreatiesector zijn de CAO onderhandelingen nog steeds niet afgerond. Donderdag 10 mei komen daar de partijen weer bij elkaar.