De Horeca Fabriek stelt elk jaar een lijst op van trends in het interieur van horecabedrijven. Deze zijn samengesteld naar aanleiding van de vernieuwingen en veranderingen binnen de branche, wereldwijd. De horecabedrijven die jaarlijks nog steeds financieel verbeteren, zijn de bedrijven die blijven innoveren op zowel culinair als op het gebied van de algehele uistraling. De gast is, immers kritischer geworden.
De 5 Do’s
1. “Vintage” interieur.
Natuurlijke, cosmopolitische, en funky, elementen gecombineerd met modern design. Het interieur hoeft allemaal niet op elkaar afgestemd te zijn. Oude meubelen gecombineerd met design meubelen.
2. Natuurlijke producten etaleren.
Zien doet verkopen. Versheid geeft kwaliteit aan. Laat zien wat je in huis hebt. Steeds meer restaurants laten hun producten zien om aan te geven dat er alleen met versproducten wordt gewerkt. Laat dit altijd door een “etaleur” doen die bekend is met het inrichten van restaurants.
3. Boutique Hotels.
De boutique-hotels schieten als paddenstoelen uit de grond. Het betekent investeren in echtheid en authenticiteit en vooral de hospitality-designclichés links laten liggen.
4. Concept styling (Detail Design).
Een goede horeca-exploitatie hangt samen met de juiste details. Kloppen de details niet dan ziet u dat terug in uw omzet. Concepten als “All you can eat” zijn zwaar in opkomst. De populariteit is los van de prijs mede te danken aan de achterliggende gedachten. Een concept moet een verhaal hebben.
5. Duurzaam, biologisch en gezond.
Rekening houden met gezonder eten, het gebruik van duurzame materialen, het besparen van energie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Gasten weten dit steeds meer te waarderen.
De 5 Don’ts
1. Steigerhouten meubelen.
Naast het feit dat de kwaliteit te wensen overlaat is deze trend inmiddels overgewaaid. De trend van dit moment zijn voornamelijk “Eikenhout” gefineerd, grey wash en geolied hout.
2. Barokprints.
In veel horeca zaken zie je tegenwoordig overal “Barok” prints terug. In vorm van behang, meubels, lampen etc. Alles wat teveel is, heeft een houdbaarheidsdatum.
3. Alles wat te maken heeft met “Bling – Bling”.
De trend “anti bling – bling” is een reactie op de overgestyleerde, glossy restaurants die wereldwijd verrijzen. Antiglamour staat voor casual en toegankelijke restaurants met een authentieke sfeer, waarbij naturel en stevig houten meubilair de boventoon voeren.
4. Buddha’s en overige spirituele uitingen.
Je kan tegenwoordig geen horecagelegenheid binnenstappen of je wordt geconfronteerd met Buddha’s, Ganesha’s, Hotel’s etc. Als eerder gezegd: ” alles wat teveel is, heeft een houdbaarheidsdatum” Wees vernieuwend en laat je voorlichten door experts op het gebied van het inrichten van horecazaken.
5. Beschadigd en kapot servies.
Belangrijker dan ooit, is de presentatie van gerechten. Het gebeurt nog steeds dat de meest fantasierijken gerechten gepresenteerd worden op versleten maar vooral kapotte borden. Dit kan echt niet. Kwaliteit, hygiëne, service en uitstraling zijn toch de unique selling points binnen de horecabranche. Daar hoort de presentatie van servies, bestek en glaswerk zeker bij.
Met dank aan: www.dehorecafabriek.nl
Eén reactie
@ Walter, enorm goed artikel! Zowieso vindt ik Buddha beeldjes en andere religieuze spullen niet thuis horen in een horeca zaak. Tenzij je bij de Chinees zit. Maar het kan ook klanten afstoten die bijvoorbeeld niets hebben met Buddha?
Ook punt drie van de bling bling ben ik mee eens. Je kan nergens bijna meer een knus zaakje vinden!