Om de problemen op het gebied van woningtekort op te lossen wil minister Mona Keijzer een landelijk decreet uitvaardigen om de huidige geregistreerde bewoners een permanente woonvergunning te geven. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt dat een slecht plan: “Het wel of niet mogelijk maken van permanente bewoning van recreatiewoningen moet een lokale afweging blijven.”
Zie ook: Gemeenten krijgen opdracht om permanente bewoning vakantieparken (voorlopig) te gedogen (23-12-2024)
Op 23 januari staat een commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting gepland op het ministerie van Volkhuisvesting en Ruimtelijk Ordening. De VNG heeft een duidelijk advies voor de commissie: “De VNG roept u namens gemeenten op niet akkoord te gaan met het mogelijk maken van permanente bewoning van recreatiewoningen met een landelijke instructieregel. Dit omdat het dwars ingaat tegen alle afspraken en er verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden waargemaakt. Gemeenten en Raad van State gaan overlopen in hun procedures en ondernemers (parkexploitanten, horeca, dienstverleners) raken werk kwijt.”
De VNG onderbouwt haar advies met de nodige argumenten:
Permanente bewoning recreatiewoningen helpt niet tegen woningnood
Het aantal mensen dat in een recreatiewoning woont, volgens een rapport van Berenschot grofweg 55.000, is lager dan het ministerie inschat. Nog veel minder mensen, ongeveer 2.000, hebben gemeld dat ze hier permanent zouden willen wonen. Het is allerminst zeker dat zij in aanmerking komen voor een persoonsgebonden vergunning voor permanente bewoning. Daartegenover staat dat het behandelen van zulke aanvragen zeer veel ambtelijke capaciteit zal vereisen.
Mogelijkheid van permanente bewoning is beperkt
De ervaring leert dat het aantal parken dat geschikt is, of geschikt te maken is voor een permanente woonfunctie beperkt is. Parken liggen vaak in of tegen natuurgebieden aan, waardoor een bestemmingswijziging vanwege bijvoorbeeld natuurwetgeving niet mogelijk is. Ook liggen ze meestal op afstand van voorzieningen en zijn ze voor hulpdiensten moeilijk bereikbaar.
Het type vakantieobjecten (chalets, stacaravans e.d.) dat gemiddeld vaak wordt aangetroffen op de parken, leent zich vanuit bouwtechnisch perspectief vaak niet voor permanente bewoning en voldoen ook niet aan het Bouwbesluit (BBL). Ook de infrastructuur (onder- en bovengronds) is vaak niet toegerust op intensief woongebruik. Aanpassingen hierin zijn kostbaar en het proces tot aanpassingen is niet eenvoudig. Mede vanwege de complexe eigendomsverhoudingen (van wie is de weg op het park, is die openbaar, geldt daar de wegenverkeerwet, et cetera) is permanente bewoning niet zomaar mogelijk.
Instructie druist in tegen eerdere afspraken
Daarbovenop heeft de VNG grote bezwaren omdat zo’n instructie indruist tegen initiatieven die rijk, medeoverheden en de brancheorganisaties voor vakantieparken gezamenlijk hebben genomen, zoals de Actieagenda Vakantieparken. Vakantieparken zonder recreatief perspectief transformeren naar woonwijken is onderdeel daarvan. Omdat de ontwikkeling van elk vakantiepark maatwerk vereist, hanteren we het principe ‘1 park, 1 plan’.
Helder juridisch kader net 1 jaar oud
De Omgevingswet borgt sinds 1 januari 2024 een zorgvuldige afweging tussen het algemeen belang om een vakantiepark te revitaliseren of nieuwe functie te geven en het belang van personen die graag een persoonsgebonden vergunning voor permanente bewoning zouden willen hebben. We zien niet in waarom dit na 1 jaar alweer moet worden aangepast.
Bron en meer informatie: www.vng.nl