Dit jaar viel het op dat er op de beurs meer bezoekers in een rolstoel en scootmobiel waren dan in voorgaande jaren. De vraag naar toegankelijk recreatie-aanbod lijkt er dan ook te zijn. Of daar ook aanbod voor is, dat was ook dit jaar weer de vraag.
Je zou willen dat het spreekwoord ‘Ik zie, ik zie …’ op gaat voor een bezoek aan de Recreatievakbeurs. Je zou willen dat recreatie-aanbod voor zowel ‘standaard’ mensen als mensen met een beperking zichtbaar aanwezig is op de Recreatievakbeurs. Dat het er gewoon is. Niks was minder waar. En dat anno 2023 waarin we in een land leven dat het VN verdrag Handicap heeft geratificeerd in 2016 en dat toewerkt naar het behalen van het 10e doel van de Sustainable Development Goals; verminderen van ongelijkheid.
In dit artikel neemt Karin Stiksma van Joint Projects u mee in haar ervaringen tijdens haar bezoek aan de beurs half november.
Evenementenhal Hardenberg; verbetering van de toegankelijkheid is nodig
Het was zichtbaar dat dit jaar de organisatie had ingezet op duurzaamheid. Daarin zijn mooie stappen gezet. Jammer dat toegankelijkheid daarin niet integraal is meegenomen. Als we het over duurzaamheid hebben dan hebben we het toch over People, Planet & Profit?
Een veelbelovend begin van de eerste beurshal was de oprijplaat. Daar konden mensen met een rolstoel en rollator goed overheen. De plattegronden die er direct daarna stonden, waren echter niet te lezen voor mensen met bijvoorbeeld een visuele beperking of mensen met een licht verstandelijke beperking. Ook was er geen ruimte waar bezoekers zich even konden terug trekken uit alle drukte. Evenmin waren er bijvoorbeeld geleidelijnen of toegankelijke informatieborden.
Toegankelijk aanbod; soms onzichtbaar tóch aanwezig
Bij de stands was er geen toegankelijk aanbod zichtbaar, ook niet in de visuals en storytelling. Met diverse standhouders heb ik een gesprekje gevoerd. Dat leidde tot verrassende inzichten. Zo waren sommige standhouders zich er totaal niet van bewust dat er zo’n 2,5 miljoen mensen met een beperking zijn in Nederland. En ook dat dat mensen zijn die net zoals u en ik graag willen recreëren. Ze hebben alleen net wat anders nodig om er op uit te kunnen. In sommige gesprekken ontstond dan wel iets van openheid en interesse. Bij weer andere stands gaf men aan dat ze wel aanbod hebben maar dat het niet zichtbaar in de stand aanwezig was. Daarin hoorde ik ook nog vaak de associatie met zorg terug. Maar bezoekers die op pad gaan, hebben helemaal niet persé zorg nodig. Een aantal bedrijven kwam met folders en catalogi waarin duidelijk werd dat toegankelijk aanbod wel degelijk in hun assortiment zit. Zoals bij Speeltoestel, BoerPlay, Bureau Koppelaar en Yalp. En dan was het spreekwoord ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ onverwachts gelukkig wél van toepassing!
Inclusie & toegankelijkheid: geen onderwerp tijdens Kennissessies
In de kennissessies stond het onderwerp toegankelijkheid en inclusie niet op de agenda. Ook waren er geen ondertiteling, schrijf- en gebarentolken aanwezig tijdens de kennissessies. Een gemiste kans voor een organisator die in wil spelen op actuele trends en ontwikkelingen!
Easyfairs aan zet: agendeer toegankelijkheid en inclusief in 2024
Een oproep daarom aan Easyfairs om standhouders in de briefing voor 2024 te stimuleren om ook ‘niet-standaard’ aanbod juist wel zichtbaar te maken in hun stand. En om in de kennissessies het onderwerp toegankelijkheid & inclusie te agenderen. Daarnaast zou het passend zijn dat de Evenementenhal zelf net zoals vele andere Europese beursgebouwen toegankelijker wordt voor verschillende soorten mensen. Te denken valt aan: geleidelijnen, toegankelijke informatieborden, toegankelijke bewegwijzering, een rustruimte en een liggende verzorgingsplek. Ook samenwerking met vrijwilligers van (lokale) belangenbehartigersorganisaties die bezoekers kunnen begeleiden tijdens hun (beurs)bezoek aan de Recreatievakbeurs. Messe Wien is daarin een mooi voorbeeld die daar al stappen in heeft gezet binnen het kader van duurzaamheid en daarvoor zelfs ook al gecertificeerd is.
Met dank aan (redacteur): Karin Stiksma, Joint Projects