Top 5 gewenste aanpassingen voor toegankelijke vakanties

Gezinnen waarvan een kind een beperking heeft gaan minder vaak op vakantie dan ‘normale’ gezinnen: twee keer per jaar, terwijl het Nederlandse gemiddelde op ruim drie keer per jaar ligt. Ook kiezen zij eerder voor een korte vakantie dan een vakantie die langer dan een week duurt. Dat blijkt uit het Onbeperkt Vakantievieren-onderzoek van het Ronald McDonald Kinderfonds, dat in 2014 werd uitgevoerd onder 276 Nederlandse gezinnen met een gehandicapt kind.

Ronald McDonald heeft op basis van haar eigen ervaringen een wensen Top 5 opgesteld:

  1.  Ziekenhuis in de buurt
  2.  Afgesloten keukenkastjes
  3.  Bedden met hoge zijkanten
  4.  Egale vloer voor infuuspalen en rolstoel
  5.  Voldoende ruimte voor zuurstofflessen

Binnen een uur in het ziekenhuis kunnen zijn, bedden met hoge zijkanten en afgesloten keukenkastjes; het zijn niet direct dingen waar je aan denkt als je een vakantiebestemming uitzoekt. Toch is dit de belangrijkste vakantiechecklist voor gezinnen waarvan een van de kinderen een beperking heeft, zo blijkt uit onderzoek van het Ronald McDonald Kinderfonds.

Met een aanhanger vol hulpmiddelen
Het gehandicapte kind gaat bijna altijd mee: in 96% van de gevallen. Opvallend genoeg kiezen deze gezinnen slechts in 30% van de gevallen voor een locatie specifiek gericht op de gehandicapte bezoeker. Ieder jaar vertrekken er dus bijna 14.000 gezinnen naar reguliere vakantieparken en campings, ook al betekent dat ‘een extra aanhanger vol hulpmiddelen en drie controletelefoontjes op voorhand of alles echt op orde is’, aldus een respondent van het onderzoek.

Confronterend: zijn we echt zo beperkt?
Veelgenoemde reden voor dit gesleep: ’te confronterend’. Zeker voor ouders met jonge kinderen (0-4 jaar) blijkt een aangepaste vakantie iets waar naartoe gegroeid moet worden. “Je moet toch een toekomstbeeld loslaten”, zegt Evelyn Visser, wiens dochter Pip een progressieve spierziekte heeft en afhankelijk is van haar elektrische rolstoel. “Ook wil je rekening houden met je andere kind, die niet gehandicapt is, en zijn vakantiewensen. Bovendien konden we Pip in het begin nog wel zelf tillen. Op een gegeven moment wil je fysiek ontlast worden.”

Handicap niet altijd op de eerste plaats
Jannie Koehoorn, moeder van de gehandicapte Dirk-Jan, herkent dat. “Wij stouwden de auto vol met twee rolstoelen, een glijplaat om in en uit bed te gaan, een oprijplankje, noem het maar op. Omdat het niet altijd leuk is om de handicap op de eerste plaats te zetten bij het uitzoeken van je vakantiebestemming. Je wilt dat wereldje ook een keer uit. Maar eenmaal aangekomen op het ‘rolstoelvriendelijke vakantiepark’ blijkt dat vaak toch niet zo aangepast. Je sjouwt je een breuk en bent meer aan het overleven dan vakantie vieren.”

‘Het kind mag zichzelf zijn’
Wanneer eenmaal een testweekendje-weg op een aangepaste locatie is geprobeerd, is het roer vaak om, blijkt uit het onderzoek. De ontzorging, het niet alles uit hoeven leggen, de doordachte huisaanpassingen en het gevoel geen uitzondering te zijn, worden door de respondenten als grootste voordelen ervaren. “In de Ronald McDonald Vakantiehuizen kan Pip zichzelf zijn”, vertelt Evelyn. “Ze heeft meer vrijheid doordat alles gelijkvloers en aangepast is. Ze kan gaan en staan waar ze zelf wil. En voor ons is het fijn om ontlast te worden.”

Ronald McDonald Vakantiehuizen
Met een gemiddeld rapportcijfer van 8,2 op de belangrijkste 12 beoordelingscriteria prijst Ronald McDonald Kinderfonds zich heel gelukkig. Maar nog belangrijker is dat ruim 74% van de gasten terugkomt na een eerste vakantie bij de Ronald McDonald Vakantiehuizen. Ronald McDonald Vakantiehuizen zijn aangesloten bij de Nederlandse Branchevereniging voor Aangepaste Vakanties.

Meer informatie: www.kinderfonds.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *