In een mededeling aan de Vlaamse regering stelde Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois vandaag zijn strategisch beleidsplan toerisme 2020 voor de Vlaamse regio’s voor. Met dit plan wordt ingezet op het bevorderen van het verblijfstoerisme in een van de drie macrobestemmingen, namelijk de Vlaamse regio’s (Westhoek, Leiestreek, Antwerpse Kempen, Limburgse Kempen, Hageland, Vlaamse Ardennen, enz.)
De Vlaamse regio’s genereren ongeveer 2,5 miljoen aankomsten met een vrijetijdsmotief. Dat is goed voor een derde van alle vrijetijdsaankomsten in Vlaanderen. De overgrote meerderheid, 62 %, komt uit het binnenland. Nederland, met daarna de andere buurlanden, is de grootste buitenlandse markt, waar Toerisme Vlaanderen zal blijven op inzetten ter promotie van de Vlaamse regio’s.
“Om optimale resultaten te bereiken in de toeristische promotie en ontwikkeling van de Vlaamse regio’s is het belangrijk dat Toerisme Vlaanderen, de provinciale toeristische organisaties en de steden en gemeenten maximaal samenwerken,” aldus de toerismeminister. “Dit beleidsplan vormt een belangrijke schakel in de uitvoering van het strategisch beleidsplan Toerisme in Vlaanderen 2020. Bedoeling is om door een klantgerichte en professionele aanpak de Vlaamse regio’s te gaan promoten en ontwikkelen. Toerisme Vlaanderen zal dit doen voor de buitenlandse toeristen, de provinciale organisaties voor de binnenlandse.”
Basis voor toekennen van subsidies
Het plan met de “Ambities voor het recreatief verblijfstoerisme in de Vlaamse regio’s 2020” zal vanaf 2014 ook de basis en het toetsingskader zijn voor het toekennen van subsidies binnen het impulsprogramma voor de Vlaamse regio’s.
5 krachtlijnen
Het plan voor de Vlaamse regio’s bevat vijf krachtlijnen.
1) Synergie creëren tussen de Vlaamse regio’s en de steden
De steden doen dienst als toegangspoort voor een regio. Onze rijke historische steden zijn een van de belangrijkste troeven van Vlaanderen. De fysieke verbinding tussen stad en regio moet dan ook optimaal zijn.
2) erfgoed als getuige van een groot verleden is een speerpunt
De Vlaamse regio’s moeten uitpakken met het vele erfgoed dat ze rijk zijn. Vooral toeristische ontsluiting, en een mogelijke toeristische invulling bij herbestemming van erfgoed zijn hierbij belangrijke voorwaarden.
3) de eet – en drinkcultuur als toonbeeld van creativiteit en authenticiteit
Vlaanderen is wereldwijd bekend voor zijn eet – en drinkcultuur. De promotie van vakmanschap, authenticiteit en streekproducten staat hierbij centraal.
4) fietsen en fietscultuur als een unieke Vlaamse beleving
Het sterk uitgebouwd en volledig dekkend fietsnetwerk voor zowel recreanten als wielertoeristen is samen met het typisch Vlaamse wielergegeven een van onze grootste troeven die we nog meer gaan uitspelen.
5) het landschap als toeristische trekker.
Het landschap biedt heel wat toeristische mogelijkheden, waarbij rust en genieten centraal staat. Daarom moet gewerkt worden aan de beleving en ontsluiting van het landschap, bvb. door nieuwe routestructuren voor fietsen en wandelen aan te leggen, maar ook voor de ruitersport en waterbeleving.
Bron: Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois