150 sport- en beweegaanbieders uit heel Nederland kregen afgelopen week te horen dat hun aanvraag voor de landelijke Sportimpuls wordt toegekend. Zij zijn daarmee in staat om in hun buurt activiteiten op te starten en aan te bieden voor mensen die nog niet of nauwelijks sporten en bewegen maar dat wel zouden willen. Lokale samenwerking is daarbij essentieel.
De sport- en beweegaanbieders vormen hiermee de tweede lichting initiatieven die door middel van deze impuls de kans krijgt om succesvol aanbod in hun eigen buurt te ontwikkelen, waarbij de wensen en behoeften van potentiële deelnemers het uitgangspunt vormen. Door gebruik te maken van lokale samenwerkingspartners zoals onderwijs-, welzijns-, zorginstellingen, GGD’en en het bedrijfsleven levert iedereen een belangrijke maatschappelijke bijdrage aan de leefbaarheid in de buurt.
De sport- en beweegaanbieders krijgen zes weken de tijd om akkoord te gaan met de voorwaarden, waarna op uiterlijk 2 september de namen en rugnummers van de definitieve deelnemers aan deze ronde door ZonMw en NOC*NSF zullen worden bekendgemaakt.
Over de Sportimpuls
De Sportimpuls maakt deel uit van het programma Sport en Bewegen in de Buurt dat van 2012 tot en met 2016 wordt ingezet vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. NOC*NSF is verantwoordelijk voor de inhoudelijke kaders, ZonMw voor het daadwerkelijk verstrekken van de subsidie. Beide organisatie werken nauw samen met kennisinstituut NISB.
Met de Sportimpuls worden lokale sport- en beweegaanbieders twee jaar lang financieel ondersteund bij de opzet van activiteiten die ze ondernemen om meer mensen te laten sporten en bewegen. Jaarlijks is hiervoor 11 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast is binnen de Sportimpuls jaarlijks 2 miljoen euro beschikbaar voor het programma ‘Kinderen sportief op gewicht’. Over inzet van deze middelen volgt eind augustus uitsluitsel.
Zie voor meer informatie over de Sportimpuls: www.sportindebuurt.nl/sportimpuls.