Waddengebied profiteert onvoldoende van Unesco-label

De Waddenzee is in Nederland het enige natuurgebied dat het toonaangevende keurmerk ‘Unesco Erfgoed’ mag dragen. Vier jaar na de internationale erkenning is er echter nog maar weinig mee gedaan. Uit onderzoek blijkt dat vooral recreatieve ondernemers wel veel kansen zien, maar het moeilijk vinden om deze kansen te verzilveren.

wadlopen (foto: Joachim de Ruijter)
wadlopen (foto: Joachim de Ruijter)

Beleidsmakers zien belang
Recreatie en toerisme zijn in ieder geval voor de Waddeneilanden economisch de grootste sectoren. Voor veel beleidsmakers is het dan ook duidelijk dat “het zaak is om het marktaandeel in ieder geval vast te houden.” Aan de wal is dat beeld weer anders, daar is geen sprake van intensief toerisme, maar daar is wel een toenemend besef van de aanwezige potentie voor de ontwikkeling daarvan. Er is dan ook veel politieke en maatschappelijke steun bij provincies en op de eilanden voor de verdere ontwikkeling van deze sectoren.

Sceptische ondernemers
Het Unesco label is door de (toeristisch) ondernemers in het gebied in eerste instantie vooral sceptisch ontvangen. Inmiddels erkennen alle toeristische ondernemers waarmee gesproken is, dat de status een argument kan zijn voor bezoekers om naar het Waddengebied te komen. In geen enkel gesprek werd de status als doorslaggevend argument gezien. De ondernemers noemen vooral ‘natuur, rust en schone lucht’ als de sterkste toeristische waarden. Kennelijk passen die ‘waardes’ niet één op één bij de beleving van de titel ‘werelderfgoed’.
Toch is er wel goede wil t.a.v. het inzetten van de Unesco titel als meerwaarde: Meerdere gesprekspartners gaven aan dat zij er naar streven om hun gasten op een makkelijke manier duidelijk te maken waarom deze ‘ bak met modder en grijs water’ eigenlijk werelderfgoed is.

Marketing en promotie
De promotie van het werelderfgoed Waddenzee voor toerisme wordt door ondernemers, beheerders en overheden gedaan. Er is ongelooflijk veel versnippering tussen alle betrokkenen en met name bij alle betrokken overheidsinstanties als het gaat om de promotie van het waddengebied, laat staan het werelderfgoed, als aantrekkelijke bestemming voor toeristen. Daarbij lijkt het er ook sterk op dat er te weinig gebeurt om het werelderfgoed Waddenzee echt te promoten.

Aan de Duitse zijde van het Waddengebied was vóór de Unesco-erkenning al ervaring met gebiedspromotie en daar lijkt de extra status vaker en enthousiaster gebruikt te worden. Voor de promotie van het gehele werelderfgoed werd afgesproken dat een gemeenschappelijk programma opgesteld zou worden dat uitgevoerd kon worden door het Common Waddensea Secretariat. Wie dit in Nederland moest gaan doen, was niet duidelijk. De promotie van de werelderfgoedstatus werd een beetje in het midden gelaten.

Vrijwel alle gesprekspartners gaven aan dat er meer moet gebeuren op het gebied van marketing ter promotie van ‘werelderfgoed’.  Iedereen pleitte nadrukkelijk voor een gezamenlijke aanpak van ondernemers, overheden en wellicht ook natuurorganisaties.

Ontwikkelingsrichting
Een van de toeristische ontwikkelscenario’s voor Noord Nederland is georganiseerd rondom ‘Unesco Erfgoed’. Wat meteen opvalt is dat zelfs in dit scenario de bezoeker nauwelijks op het natte Wad komt. Zo blijft een geïnteresseerde bezoeker onwetend over de natuurlijke kenmerken die maken dat de wadden op de werelderfgoed lijst staan. Wat een bezoeker wel kan doen volgens dit scenario? Rondvliegen over het Wad, kitesurfen, blokarten, wandelen en fietsen rond Dokkum.

Een andere ontwikkeling die wordt bekeken is het wellness- en zorgtoerisme. De Duitse eilanden, en met name Borkum, hebben een naam als kuuroord of gezondheidsbestemming. Dat geldt minder voor de Nederlandse eilanden. Er zijn wel eens zorgvakanties in het gebied, maar deze zijn sporadisch. Als Nederlandse zorgverzekeraars een soort kuurvakantie vergoeden is, dat alleen naar erkende kuuroorden in Duitsland of Tsjechië.
Zorgtoerisme is geen grote markt in het Nederlandse waddengebied en er zijn weinig ondernemers in het gebied die zich hierin specialiseren. Er zijn wel reizen georganiseerd voor toeristen met een hoge zorgbehoefte naar Ameland, maar dan bleek overduidelijk dat er veel extra’s nodig waren die niet meteen voorhanden waren op het eiland.
Toch is er steeds meer onderzoek bekend waaruit blijkt dat buiten zijn in de vrije natuur goed is voor de gezondheid. Zorgverzekeraar De Friesland kijkt met interesse naar deze studies en speelt hier ook op in door bijvoorbeeld partnerschappen met natuurorganisaties aan te gaan (‘Zo Buiten’).

Het rapport met alle conclusies en aanbevelingen werd onlangs aangeboden aan staatssecretaris Dijksma. Via onderstaande link kunt u het rapport inzien.

meer informatie: www.waddenvereniging.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *