Vorige week zagen we verontrustende cijfers van het CBS over afnemende activiteiten in plattelandsrecreatie. Twee toonaangevende organisaties op het gebied van ‘logeren bij de boer’, SVR en VeKaBo, geven vandaag hun visie op de cijfers en ontwikkelingen.
Zie ook: Krimpend Agrotoerisme; maar klopt dat wel. (deel 1 van dit tweeluik).
In bovengenoemd artikel laten CBS cijfers zien dat het aantal activiteiten in agritoerisme sinds 2011 sterk is teruggelopen. Van bijna 3000 bedrijven in 2011, naar ruim 2000 in 2016. SVR en VeKaBo bieden beiden een platform waarop een verblijf op een agrarisch bedrijf wordt aangeboden.
Vekabo krimpt en SVR groeit
De Vekabo is de afgelopen jaren wat teruggelopen in aantal aangesloten boerderijen met een camping of logiesacommodatie. In de hoogtijdagen, voor de crisis, telde de organisatie 1600 aangesloten accommodaties in Nederland. Nu zijn dat er volgens voorzitter Ellen Kok nog 1300 accommodaties verdeeld over de 900 en 950 leden/bedrijven. (red.: op de website Vekabo.nl worden er bij een zoekopdracht ‘alle acommodaties in Nederland’ slechts 892 vermeld.). Bestuurslid Oosting van Vekabo vult nog aan: “Wij merken dit jaar wel dat er veel opzeggingen zijn, en een groot deel hiervan stopt. Het zijn met name de kleinere bedrijven die stoppen, omdat die niet meer voldoende tegemoet kunnen komen aan de hogere eisen van de gast. De investering die dat vergt is voor de kleinere bedrijven vaak een reden om te stoppen.”
Bij de SVR herkent men de krimpcijfers niet. Daar is het aantal aangesloten accommodaties in Nederland de afgelopen jaren juist iets gegroeid. Voorzitter Corine van Mill: “Wij herkennen ons niet in de, door het CBS genoemde, krimp. Het aantal aangesloten campings is bij ons juist gegroeid, zowel in Nederland als in het buitenland. In Nederland zijn er het afgelopen jaar 34 campings nieuw bijgekomen en in het buitenland 30.”
Bedrijfsbeindiging of loskoppeling van de boerderij
Toch zien beide organisaties dat een bepaald segment van de bedrijven stopt. Kok (Vekabo): “Het zijn vooral de wat kleinere verouderde campings die geen overnamekandidaten kunnen vinden als de eigenaren stoppen.”
Van Mill (SVR) noemt nog een argument dat negatief van invloed kan zijn op het krimepnd aantal bedrijven in agritoerisme: “Het aantal echte boeren daalt al jaren en dat zal alleen maar blijven dalen de komende tijd. Dus het aantal campings bij een echte, in bedrijf zijnde, boerderij daalt ook. Wel zien we vaak dat als een boer stopt met zijn activiteiten dat de camping als zelfstandig bedrijf wordt voortgezet. Misschien dat deze campings dan niet meer onder agritoerisme door het CBS worden erkend.”
Oosting (VeKaBo) vult hierop aan: “Je ziet dat de grote agrarische bedrijven, mede dankzij schaalvergroting, minder belang hebben bij nevenactiviteiten. Het zijn vooral veel kleinere landbouwbedrijven die stoppen en worden overgenomen door de grote bedrijven. Vaak worden dan de nevenactiviteiten beeindigd.”
Doelgroep vergrijsd
Beide organisaties zien dat de belangstelling voor het buitenleven de laatste jaren is toegenomen. Het platteland en streekproducten zijn populairder dan ooit. Vooral ouderen weten de kampeerboerderij goed te vinden. Van Mill: “Wat betreft de belangstelling voor het kleinschalig kamperen en logeren bij boeren en particulieren, kunnen we zeggen dat dit nog altijd stijgend is. Er zit nog altijd groei in ons donateursbestand. De ouderen weten ons prima te vinden, maar de groep van jonge gezinnen blijft bij ons wat achter en daar richten we ons nu heel specifiek op de komende jaren.”
Nog meer trends
Veel boerderijen die logies aanbieden doen dat in de vorm van kamperen. Dit segment in de verblijfsrecreatie vertoond over een langere termijn een lichte krimp.
Wat in de cijfers van het CBS ook niet zichtbaar is is de gemiddelde bedrijfsgrootte. Diverse gemeenten hebben enkele jaren geleden het aantal toegestane kampeerplekken wat verruimd. Daar wordt, in de loop der jaren, geleidelijk gebruik van gemaakt, waardoor er een schaalvergroting optreedt. Zo is het mogelijk dat het aantal kampeerboeren afneemt, terwijl toch het aantal slaapplaatsen bij de boer toeneemt.
Er zijn ook diverse bedrijven die juist meer nevenactiviteiten combineren. Dus naast verblijf, ook een boerderijwinkel, zorgfunctie of een dagrecreatieve tak. Van Mill vertelt dat de focus op kinderen en gezinnen ook om nieuwe voorzieningen vraagt: “Er zijn steeds meer campings die juist voor kinderen wat extra’s doen. Zo zijn er bijna altijd wel dieren te vinden, geiten, schapen, konijnen om voor te zorgen, en worden speelgelegenheden ingericht.”
Meer informatie:
www.svr.nl
www.vekabo.nl