Bedrijven binnen de plattelandsrecreatie die te weinig kwaliteit bieden, kunnen niet langer rekenen op onvoorwaardelijke steun van hun collega’s. De koplopers in deze branche zijn op zoek naar samenwerking, maar kiezen daarbij wel voor bedrijven met een vergelijkbare uitstraling en kwaliteitsniveau. Dat bleek op de ‘Dag van het plattelandstoerisme’ op 12 januari in Oldebroek.
Concepten
De bedrijven in de plattelandsrecreatie zijn, en blijven relatief bescheiden van omvang. Dat is ook hun kracht, omdat daarmee de persoonlijke aandacht en gemoedelijkheid worden gegarandeerd. Wel wordt er steeds vaker samengewerkt; samen ben je immers wel groot en kun je schaalvoordelen behalen, op dit moment met name in de marketing. Partijen/concepten als FarmCamps (Glamping-tenten), Boertel (hotelkamers binnen de boerderij), Rest-inn (hotelhuisjes op het erf van de boerderij), Trekkershutten, Boerderij Spa (spa- en wellness concept)en Vergaderen a la Carte (vergaderen bij de boer) laten zien dat je met een slim uitgedacht concept, en gezamenlijke marketing, veel meer slagkracht hebt.
Een van de praktijkvoorbeelden is Boertel. Daar zijn inmiddels 18 bedrijven bij aangesloten. De kleinste accommodatie beschikt over drie, en de grootste over vijftien kamers. Dat is voor een ‘normale’ hotelexploitatie aan de krappe kant. Via een gezamenlijke marketingcampagne willen deze bedrijven zich onderscheiden van de traditionele Bed & Breakfasts met ‘De luxe van een hotel op e boerderij’. De onderscheidende troef richting de hotels is de bijzondere omgeving (een boerderij) en het persoonlijke welkom door de boertellier.
Kwaliteit
Opvallend op deze bijeenkomst was de kritische houding richting bedrijven die het imago van de branche naar beneden halen. Tijdens het discussieprogramma ‘Het platteland draait door’, gaven diverse ondernemers aan dat samenwerking op het platteland essentieel is, maar dan wel met bedrijven van vergelijkbaar niveau. Bij de samenwerkingspartners wordt nadrukkelijk ook gekeken naar traditionele recreatiebedrijven. Stichting natuurkampeerterreinen deed een oproep om ook natuurgebieden te betrekken bij de samenwerking. Over het wegvallen van subsidies wordt opvallend weinig gemopperd. Gastheer Verbeek laat zelfs weten: “Ik ben inmiddels een beetje projectenmoe, en ik heb in het verleden meegedaan aan gesubsidieerde projecten waar ik me nu bijna voor schaam. Wat mij betreft is er nog maar één project nodig en nuttig, en dat is om al die afzonderlijke initiatieven eens met elkaar te verbinden.”
Hans van Leeuwen wees de aanwezige ondernemers op het toenemende belang van focus op kwaliteit en een goed verdienmodel; “Plattelandsrecreatie is nog een relatief jonge branche. Er staat een mooi product, maar bedrijven moeten nog leren om meer conversiegericht te denken. Er liggen nog volop verdienkansen; mits er gericht gekozen wordt voor slimme verdienmodellen.
Ook gastheer Ton Verbeek, van Fruittuin Verbeek, is overtuigd van het belang van kwaliteit. De workshop koken, die op zijn bedrijf wordt aangeboden, is daarvan een mooi voorbeeld. Hij werkt samen met een kok op topniveau, die als zelfstandige, onder het dak van de fruittuin, zijn kookworkshops aanbiedt. De kok is aangesloten bij het kookstudiogilde, waar alleen professionals lid van kunnen worden. Ook hier wordt niet op prijs, maar op kwaliteit geconcurreerd. Voor een workshop, inclusief materiaal en de wijn, wordt € 60 per persoon gevraagd, bij een minimum aantal deelnemers van 14.
Samenwerken
Afgelopen jaar liep het traject ‘Taskforce Multifunctionele Landbouw’ ten einde. Deze organisatie heeft jarenlang ondersteuning geboden bij het opbouwen van bedrijven en netwerken in de plattelandsrecreatie. Het platform plattelandstoerisme wil de netwerkfunctie van de Taskforce in ieder geval voortzetten en is dan ook nauw betrokken bij deze ‘dag van het plattelandstoerisme’. Diverse partijen, waaronder de VeKaBo, LTO en Pleisureworld, zijn actief betrokken bij het organiseren van activiteiten binnen dit netwerk. Online is het communicatiekanaal; www.multifunctionelelandbouw.net
Zelfvertrouwen groeit
Als redacteur/adviseur volg ik al jaren de ontwikkelingen in het Plattelandstoerisme. Deze subsector heeft in de afgelopen jaren een mooie ontwikkeling doorgemaakt. Het aanbod was in de beginjaren vooral bedoeld als leuke bijverdienste en primair gericht op een lage prijs. Inmiddels heeft de branche ontdekt dat het hogere segment veel lucratiever is; zeker met een kleinschalige bedrijfsvoering. Een aantal ondernemers lijkt soms bijna verbaasd dat de klant bereid is om een hogere prijs te betalen voor de gastvrije ontvangst en persoonlijke aandacht. Het authentieke product op het platteland heeft, mits goed verzorgd, een kwaliteitsuitstraling waarvoor de mensen ‘uit de grote stad’ bereid zijn om meer te betalen.
door Walter Jonker, Levend Land communicatie