Nu het Rijk zich terugtrekt, is het van belang dat de Nationale Landschappen hun krachten bundelen en nieuwe investeringsmogelijkheden en verdienmodellen onderzoeken en ontwikkelen. Dat was één van de conclusies van de Nationale netwerkdag voor Nationale Landschappen.
Jongere generatie minder natuurgericht
Volgens Walter Kooy, directeur van het Nationaal Groenfonds en lid van het Comité van Aanbeveling van Servicenet ‘is het zoeken naar nieuwe financiering een stevige uitdaging in de huidige context met een uitstervende babyboomgeneratie. De jongere generaties bestaan voor het merendeel uit stadsmensen, waaronder veel allochtonen en zullen letterlijk en figuurlijk minder geld over hebben voor natuur en landschap.’
Rol voor recreatiebedrijven
Bestuurslid Joep Thönissen, directeur van de RECRON, is positief gestemd als het gaat om het in de markt zetten van het Nationaal Landschap als een sterk merk. De toerisme- en recreatiesector vormt daarbij de verbindende schakel. Volgens Thönissen worden de mogelijkheden van de sector zwaar onderschat en onderbenut. Om het bestaansrecht van het merk Nationaal Landschap te versterken moet het meer zijn dan alleen een etiket. ‘We moeten verbinden, verbreden en verdienen. In de projecten Ambassadeurs van het landschap en Proef het Landschap hebben ondernemers een belangrijke rol. Zij worden zo eigenaar van het landschap en zijn er trots op. Een betere marketing bestaat er niet.’
Veel kennis te delen
Op de netwerkdag bleek dat er bij diverse partijen al veel kennis aanwezig is om nieuwe ontwikkelingen te ondersteunen. Enkele landschappen hebben al succesvolle projecten in gang gezet, en maatschappelijk betrokken organisaties, zoals bijvoorbeeld de ANWB en de RECRON, denken actief met de landschappen mee. In het verslag van deze dag (te vinden op de website) worden o.a. werksessies besproken m.b.t. ‘stad-landrelaties’, ‘loket GLB’ en ‘ambassadeurs van het landschap’.
Meer informatie: www.servicenetnationalelandschappen.nl