Groen- en natuurgebieden recreatief beoordeeld op 190 punten

Recreanten zijn tegenwoordig op zoek naar bijzondere en unieke belevingen. Het wordt daarom steeds lastiger om het bezoekers van parken of natuurgebieden naar de zin te maken. Maar dè recreant, en dus ook dè beleving, bestaan niet. Alterra Wageningen UR zocht en vond een methode om de recreatieve kwaliteit van bos- en natuurgebieden te bepalen en te verbeteren aan de hand van recreatiemotieven van bezoekers.

De recreatievraag wordt in dit model onderverdeeld in vijf recreatiemotieven, die elk door een team van recreatieschouwers kan worden beoordeeld:

1) Gezelligheid
– Ondernemer
– Landschapsarchitect
– Burger
– Recreatiedeskundige

2) Even tussen uit
– Dokter, therapeut, (eventueel gemeente-ambtenaar)
– Landschapsarchitect
– Burger
– Recreatiedeskundige

3) Interesse
– Schrijver, journalist, gids
– Landschapsarchitect
– Burger
– Recreatiedeskundige

4) Volledig opgaan
– IVN-medewerker, of andere natuur cq. cultuurorganisatie bijv. van provinciaal landschap
– Landschapsarchitect
– Recreatiedeskundige
– Burger

5. Fysieke uitdaging
– Medewerker van plaatselijke sportclub of sportambtenaar
– Landschapsarchitect
– Recreatiedeskundige
– Burger

Alterra onderzoeker Martin Goossen: “Ieder recreatiegebied heeft een bepaalde kwaliteit, voorzieningenniveau en recreatieve infrastructuur. Maar het is de vraag of dit bestaande aanbod wel aansluit bij de belevingssfeer die bij een bepaald motief hoort.”

Om antwoord op deze vraag te kunnen geven heeft Goossen na jarenlang onderzoek een methode ontwikkeld om de ‘geschiktheid’ van gebieden per motief te beoordelen. Hij noemt deze methode de ‘recreatieschouw’. Deze methode is reeds toegepast in gebieden van Staatsbosbeheer. De recreatieschouw geeft beheerders advies, praktische tips en handreikingen om de inrichting, voorzieningen en beheer van hun terrein aan te passen aan de wensen van recreanten. De methode bestaat uit een internetanalyse, kaartanalyse, veldanalyse en een interview met de beheerder. Daaruit volgt een passend en onderbouwd advies. Martin Goossen: “Het is een gedegen methode, want we onderscheiden maar liefst 190 indicatoren, verdeeld naar bekendheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid, waaronder ook gebruikswaarde en belevingswaarde. Samen met een beheerder schetsen we het toekomstbeeld van een terrein, inclusief een deskundig advies voor de gebiedsinrichting. Ons doel is dat bezoekers optimaal kunnen genieten van een gebied, dat ze het (meer) gaan waarderen en nog regelmatig terugkomen.”

bron, en meer informatie: www.alterra.wur.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *