De indoorattracties zijn in ons land een welkome aanvulling op het recreatieaanbod; en niet alleen als slechtweervoorziening. Maar waar attracties als bowlingbanen, indoor speeltuinen, of paintbal voorheen als zelfstandig bedrijf opereerden, worden tegenwoordig steeds vaker clusters van attracties samengevoegd tot een totaalconcept, waarbij ook horeca en andere verdienmodellen een rol kunnen spelen.
Definitie
Op 25 november organiseerde Pleisureworld een kennis(makings)dag over de Family Entertainment Centers (FEC). Daar bleek wel dat de term nog geen eenduidige definitie kent. “En die definitie gaat er ook niet komen.” Liet moderator Hans van Leeuwen in zijn introductie weten. “De FEC’s vormen een containerbegrip en dat gaat dezelfde kant op als met het begrip ‘wellness’ dat als label op diverse producten wordt geplakt.” Vanuit Pleisureworld werkt Tessa Roosendaal aan een startdocument voor ondernemers om hen te ondersteunen bij de ontwikkeling van een FEC. Daarin worden de volgende randvoorwaarden en kenmerken gebruikt:
- – FEC’s zijn geen attractieparken; maar attracties die onderling met elkaar verbonden zijn als in een supermarkt.
- – Een FEC kan bestaan uit zowel indoor- als outdooractiviteiten.
- – De individuele activiteiten van FEC’s vertonen een onderlinge samenhang en versterken elkaar.
- – Zoals de naam al zegt zijn FEC’s gericht op de hele familie.
- – FEC’s maken t.o.v. pretparken lagere kosten per persoon per uur maken.
Op zoek naar succesfactoren
Hans van Leeuwen gaf aan dat de ontwikkeling van FEC’s in de Verenigde Staten al langere tijd bestaat. Die ontwikkeling zal echter niet één op één worden gekopieerd naar de Nederlandse situatie. Voor de Nederlandse markt wordt gezocht naar nieuwe modellen die passen bij deze markt.
Een projectgroep van de Fontys Sporthogeschool in Eindhoven doet onderzoek naar de belevingservaring van bezoekers. In eerste instantie is het onderzoek bedoeld voor de buitensport, maar een vertaalslag naar FEC’s kan eenvoudig worden gemaakt. Op zoek naar ‘memorabele momenten’ ontwikkel de nieuwe bedrijfsvorm zich in drie stadia:
- Allereerst wordt de concurrentiestrijd gevoerd op basis van prijs; met uitwisselbare producten (staging)
- Rondom de attractie wordt een beleving gecreëerd door de ondernemer (co-creation)
- De beleving rond de attractie wordt gecreëerd door de klant zelf. (individual journey)
Het onderzoek van Fontys is op dit moment nog in volle gang. Tijdens het congres werd een tussenrapportage gegeven met daarin een model dat al vrij ver is uitgekristalliseerd. In de basis is het model o.a. gebaseerd op de theorie van de Experience economie. Onderdelen van het model zijn o.a.
Belevingsfactoren
- activiteit
- thematisering
- co-creatie
- interpersoonlijke competenties
Servicefactoren
- fysieke omgeving
- virtuele omgeving
- technische competenties
- interpersoonlijke competenties
Zodra het rapport is afgerond besteden we daar op Pretwerk.nl zeker aandacht aan.
Praktijkvoorbeelden
Welke combinaties van activiteiten zijn succesvol? Tijdens het congres werden presentaties gegeven door twee totaal verschillende vormen van FEC’s.
Sportcentrum De Scheg uit Deventer heeft het zwembad en de ijsbaan als belangrijkste trekpleisters. Het binnenterrein van de ijsbaan wordt ook ingericht als speelzone. Michiel Flooren van sportbedrijf Deventer ziet veel voordelen in de combinatie.: “We kunnen nu ook concurreren in de markt van ‘een dagje uit’, terwijl de verblijfsduur van individuele attracties daarvoor te kort is. Een FEC vraagt wel om een andere marktbenadering, die we hebben geformuleerd als ‘een betekeninsvolle belevenis bieden waardoor mensen terugkeren. Dat vraagt van ons om blijvend te innoveren en verassen. Ook het kiezen voor doelgroepen hoort daar bij; niet kiezen is verliezen.” (www.sportbedrijfdeventer.nl)
Super Fun uit Amersfoort profileert zichzelf als ‘een supermarkt in de recreatie’ met o.a. een indoorspeeltuin, trampolinezaal ‘super jump’, lasergame, avonturenspel ‘Rescue’, spacegolf, een bowling en een restaurant. Peter Kappe volgt een heel eigen filosofie. Waar persoonlijke aandacht bij veel bedrijven boven aan het lijstje staat, ziet Kappe juist grote voordelen in ‘zelfredzaamheid’ van de gast: “Waarom zou je in de bowling elk kwartier iemand langs sturen om te vragen of ze nog wat willen bestellen als ze dat op elk gewenst moment via een scherm kunnen doen? Zo spaar je ook op personeelskosten.” Kappe gaf ook een inkijkje in de berekening van rendement van de diverse bedrijfsonderdelen. Die kun je op diverse manieren berekenen; aantal bezoekers, omzet per activiteit, of omzet per m2 (zijn projectontwikkelaars dol op). De horeca is voor Super Fun een belangrijk onderdeel van het totaalconcept. “Voor de zakelijke markt zelf het allerbelangrijkst.”, aldus Kappe. (www.superfun.nl)
Zie ook het verslag op www.pleisureworld.nl