Afgelopen maanden is er in de verblijfsrecreatie veel ophef ontstaan over de aanstaande btw-verhoging voor vakantieparken en hotels van 9 naar 21%. De markt voor verkoop van vakantiewoningen is daarbij wat onderbelicht gebleven. Ook die markt wordt zwaar geraakt door diverse belastingplannen, zo blijkt uit navraag bij de NVM, die daarbij nog meer belastingmaatregelen noemt die deze markt treffen.
Jaarlijks doet de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) onderzoek naar de stand van zaken in de markt voor vakantiewoningen. Daaruit blijkt o.a. dat de Nederlandse markt voor recreatiewoningen al in 2023 een opmerkelijke verandering heeft ondergaan. De vraag naar recreatiewoningen daalde aanzienlijk, wat resulteerde in het laagste aantal verkopen in zeven jaar. Niet verrassend, want eind 2022 was de eerste kentering al zichtbaar. De daling werd toen vooral veroorzaakt door zaken zoals de verhoogde overdrachtsbelasting, hogere hypotheekrentes en wijzigingen in de box3-belastingwetgeving waardoor investeringen minder aantrekkelijk werden. Eigenlijk stonden alle seinen in 2023 al op rood.
Zie ook: Staatssecretaris zegt impactonderzoek toe naar BTW-verhoging verblijfsrecreatie. Met daarin o.a. een overzicht van diverse onderzoeken die tot nu toe al zijn uitgevoerd.
NVM update over de verkoopmarkt van vakantiewoningen
Heeft de aanstaande BTW verhoging van 9 naar 21% op verhuur van vakantiewoningen ook nog gevolgen voor de markt van verkoop van vakantiewoningen?
Anneke Haak-Bronsema, bestuurslid van NVM-Wonen (met recreatiewoningen in portefeuille): “Als NVM hebben we in ons vorige rapport over recreatiewoningen al aangegeven dat alle fiscale maatregelen de seinen in deze markt op rood hebben gezet. Met deze extra belastingmaatregelen wordt dat nog iets dieper rood.”
Haak Bronsema zet puntsgewijs de gevolgen van de belastingplannen (meer dan alleen de BTW verhoging) voor de waarde van vakantiewoningen op een rijtje:
- ‘De btw-verhoging van 9 naar 21% betekent meteen een flink hogere kostenpost voor de vakantieganger die hierdoor mogelijk minder vaak voor een binnenlandse vakantie kiest. Hierdoor zal de bezettingsgraad van recreatiewoningen afnemen. Dit heeft dus impact op de hele leisuremarkt, niet alleen op de eigenaar/investeerder in vakantiewoningen.’
- De btw-verhoging heeft direct nadelig effect op de verhuur van vakantiewoningen, zowel voor professionele bedrijven als voor particulieren (die als ondernemer worden aangemerkt). Dat zet de rendementen van deze verhuurders/ beleggers onder druk.
- De voorgenomen toename in box 3 rendementsheffing doet daar voor de meeste particuliere eigenaren nog een schepje bovenop. Er zat namelijk al een fors fictief rendement op. Daarbij hebben veel mkb-ers/ondernemers in het verleden een (recreatie)woning als belegging gekocht voor pensioenvoorziening. Nu moet er voor veel eigenaren geld bij (hoog fictief rendement, minder verhuur, belaste huurinkomsten etc).
- De voorgenomen toename in box 3 rendementsheffing versterkt de neerwaartse spiraal en maakt recreatiewoningen tot een minder interessante beleggingscategorie. Hierdoor verwachten we op korte termijn een toename in aanbod (om nog snel te verkopen), een verdere afname in transacties en na-ijlende negatieve druk op de prijsontwikkeling.
Haak Bronsema legt uit de je de markt van vakantiewoningen kunt indelen in segmenten. De omstandigheden zijn niet voor alle eigenaren doorslaggevend: “Een rondgang onder onze leden-makelaars leert dat een tweede woning vaak ook nog voor eigen gebruik wordt gekocht. En in dat geval lijken de financiële aspecten van secundair belang. Daarbij leidt een dalende vraag en toenemend aanbod op de recreatiemarkt voor andere kopers dan weer tot meer keuzemogelijkheid, zeker als de recreatiewoning (uitsluitend) voor eigen gebruik wordt aangekocht.”
Bron en meer informatie: www.nvm.nl