Tussen 2016 en 2021 zijn in Nederland 10.072 recreatiewoningen bijgekomen; een groei van 8,7 procent. De toename van het aantal recreatiewoningen was in absolute zin het grootst in de provincie Zeeland, en in relatieve zin in de provincie Limburg. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), die daarbij vooral keek naar de invloed van de bebouwing op het landschap.
Bij de ontwikkeling van grotere complexen springen sommige regio’s er duidelijk uit. In Zeeland en op Goeree-Overflakkee nam het aantal recreatiewoningen niet alleen toe in de kustzone, maar ook langs de Deltawateren. Ook elders in Nederland laten de randen van de grote wateren en rivieren een opvallende toename van het aantal recreatiewoningen zien, zoals in Noord-Holland langs het Markermeer, in Gelderland aan het Veluwemeer en in Limburg langs de Maas. Verder valt de toename van het aantal recreatiewoningen in Noord-Brabant ten zuiden van Tilburg en in het Limburgse Heuvelland op.
Ruim 22 procent van de recreatiewoningen in Nederland staat in de kustzone. Hier zijn 2.205 nieuwe recreatiewoningen gebouwd tussen 2017 en 2022; een toename met 8,4 procent. Verreweg de meeste nieuwbouw (1.466) vond plaats in de kustzone van de provincie Zeeland; dat is een toename met 14,8 procent.
quote uit het rapport
De vraag naar recreatiewoningen wordt niet alleen gedreven door een behoefte aan recreatieve woningen. Een deel van de vraag ontstaat doordat bestaande recreatiewoningen voor andere doeleinden worden gebruikt, zoals permanente bewoning of huisvesting van arbeidsmigranten. Ook een behoefte aan investeringsobjecten leidt tot extra vraag naar recreatiewoningen. De lage rentestand in de afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld in de groei van de markt voor recreatiewoningen. De sterke groei van recreatiewoningen heeft dus diverse oorzaken, waarvan slechts een deel kan worden beïnvloed door de inzet van ruimtelijke instrumenten. Als Rijk en provincies de ontwikkeling van recreatiewoningen willen bijsturen, is een combinatie van omgevingsbeleid en andere, financiële, beleidsmaatregelen noodzakelijk.
De vraag naar recreatiewoningen wordt niet uitsluitend gedreven door een behoefte aan vakantiehuizen, aldus Rienk Kuiper, auteur van het rapport: “Een deel van deze vraag ontstaat als gevolg van de wens om vastgoed als investering te gebruiken en doordat bestaande recreatiewoningen voor andere doeleinden worden ingezet, zoals permanente bewoning of huisvesting van arbeidsmigranten. Als Rijk en provincies de ontwikkeling van recreatiewoningen willen bijsturen, is het noodzakelijk om omgevingsbeleid en andere, financiële, beleidsmaatregelen te combineren.”
Bron en meer informatie: Rapport ‘Het landschap geduid’ op www.pbl.nl