De Vlaamse minister van Toerisme, Ben Weyts pleit voor een grondige hervorming van het toeristisch onderwijs. Volgens een recente evaluatie vertonen de opleidingen tekortkomingen en zijn sterk verouderd. Een mooie aanleiding om ook de situatie in Nederland eens nader te beschouwen.
Weyts heeft daarom alle sector- en onderwijspartners bij elkaar geroepen. “Het is vijf voor twaalf. Ofwel komt er een grondige hervorming, ofwel verliest onze toeristische sector een leerschool voor jong talent”. De negatieve evaluatie van de opleidingen is volgens de minister een gouden kans om het studiegebied structureel te hervormen. Weyts wil dat de opleidingen aansluiting vinden bij de sector. De opleidingen moeten concreet en correct afgestemd worden op de noden van de toeristische arbeidsmarkt.
Uit drie overlegmomenten kwamen meteen enkele verbeterpunten naar voren:
- de opleiding moet meer investeren in talenkennis,
- IT-vaardigheden,
- internetverkoopvaardigheden en
- economische achtergrond.
Meer informatie: www.benweyts.be
Nederlandse situatie
In Nederland kennen we geen minister die specifiek het toeristisch onderwijs in de gaten houdt. Dus komen we al snel terecht bij de RECRON, die de belangen van recreatie-ondernemers behartigt. Volgens Martin Merks van de RECRON is de situatie in Nederland wel in orde: “Wij krijgen in ieder geval geen klachten vanuit onze achterban. Uit mijn eigen praktijk heb ik gemerkt dat de lesstof in Vlaanderen over het algemeen wat theoretischer is dan in Nederland. Hier worden de lesprogramma’s veel meer in samenspraak met het bedrijfsleven opgesteld. Dat gebeurt o.a. door het opstellen van ‘Beroeps Competentie Profielen’. Er stromen vooral veel studenten vanuit het MBO onderwijs door naar ‘onze’ bedrijven.” www.recron.nl
Archelia Fonk, lid van het managementteam van NHTV laat weten dat de toeristische opleidingen in Nederland een wat meer zelfsturend karakter hebben: “De toeristische opleidingen overleggen regelmatig onderling over hun onderwijsprogramma en ook brancheorganisatie,s zoals RECRON en de ANVR, denken actief mee over het onderwijsprogramma. Met de Belgen voeren wij geen overleg over het programma. De ontwikkelingen, zeker op online gebied, gaan razendsnel. We passen onze programma’s continue aan op de vraag van het werkveld. We geven onze afgestudeerden ook de boodschap mee, dat zij een goede startkwalificatie hebben, maar dat continu bijscholen noodzakelijk is.” www.nhtv.nl
Een nadere HBO, Hogeschool Zeeland (HZ), heeft juist wel allerlei mogelijkheden tot uitwisseling met andere hogescholen in België. Margot Tempelman: “Wij wisselen uit met bijvoorbeeld VIVES als het gaat om vitaliteitsmanagement en toerisme.” Tempelman ziet het onderwijs aan haar opleiding in de toekomst zeker veranderen: “Het wordt meer generiek competentiegericht en de vakinhoudelijke zaken vormen vooral de context (casuïstiek). Dit betekent bijvoorbeeld dat studenten straks kritisch onderzoekend moeten zijn, flexibel, ondernemend, intercultureel etc. Dit, omdat de samenleving steeds meer multidisciplinair wordt en dat vergt een minder vakinhoudelijke kennis, maar veel meer van de vaardigheden. Voor vrijetijdseconomie betekent dat dat ook gekeken wordt naar de samenleving. Interessante aanknopingspunten zoals bijvoorbeeld met zorg is daarvoor een oplossing.” www.hz.nl
Eén reactie
Incorrect: het gaat om een doorlichting van de toeristische vooropleiding aan Vlaamse middelbare scholen, NIET om de opleidingen toerisme aan de hogescholen. Door aan Nederlandse hogescholen reactie te vragen, lijkt de auteur aan te geven dat het gaat om toeristische opleidingen aan Vlaamse hogescholen, maar daar heeft de minister – net zoals in Nederland – geen bevoegdheid voor. De kwestie speelt op een heel ander vlak en maakt de inhoud van dit artikel dan ook zinloos. Jammer dat de hogeschoolopleidingen in Vlaanderen, die van een erg hoog niveau zijn, op die manier in een verkeerd daglicht worden gesteld.