Wat hebben stadshotels wel wat de grotere ketens missen? …en wat kunnen we leren van deze ontwikkeling? Een verslag van “Het Grote Leisure Congres”, georganiseerd door Architectenweb op 18 juni in het Energiehuis te Dordrecht.
De verschillende onderwerpen waren vrij breed, van het ontwerpen van hotels tot sportcomplexen en culturele gebouwen. Om het overzichtelijk te houden zal ik mij hier voornamelijk richten op de hotels.
Wat zijn de trends;
- Eigen identiteit is van groot belang.
- Verbinding met de stedelijke omgeving.
- Meer zijn dan alleen een slaapplek.
Kracht van de stadshotels
Er zijn twee belangrijke groepen hotels. De grote ketens en de kleinere stadshotels. Met name de laatste groep is erg in trek en spreekt de huidige gast aan. Deze stadshotels hebben een eigen identiteit en zoeken vaak naar een mogelijkheid om de stad te betrekken bij het hotel. Zo zijn er mogelijk culturele onderwerpen waar op aangesloten kan worden of gaat men op zoek naar een mogelijkheid om kunstenaars te betrekken. Dit kan variëren van het ontwerpen van de kamers tot het combineren van activiteiten van kunstenaars in het hotel.
De grotere ketens, zien deze trends ook en proberen hier op in te spelen maar vaak ontbreekt de flexibiliteit in deze organisaties om dit goed te realiseren.
Een mooi voorbeeld van een succesvol stadshotel is het King Kong hostel in Rotterdam (zie onderstaande foto’s)
Lifestyle als basis
Opvallend is dat een ontwerp maken vanuit een concept-gedachte niet altijd de basis is voor een nieuwe ontwikkeling. Bij het Zoku hotel was dit duidelijk wel het geval (zie grote bovenstaande afbeelding). De lifestyle van de millenials ligt ten grondslag aan dit concept. Het bed staat niet meer centraal in deze hotelkamer maar de keukentafel waaraan gewerkt, gedebatteerd en gegeten kan worden. Het sociale leven van de generatie Y staat centraal. Het ontwikkelen van dit concept heeft zes jaar geduurd. Concept denken kost tijd. Niet alleen om iets nieuws echt goed uit te zoeken en uit te testen maar ook het creëren van draagvlak en het rond krijgen van de financiering zijn tijdrovende processen.
Inspelen op trends
De architecten van de grotere ketens gaven aan dat zij wel inspeelden op de trend; ‘verbinding met de stad‘ door te kijken hoe ze een deel van het hotel ’terug kunnen geven’ aan de stad. Met andere woorden; op welke manier kunnen mensen van buiten het hotel worden betrokken. Denk hierbij aan restaurants, cafés, tentoonstellingen e.d. Een mooi gebaar en een goede poging om ook meer in te spelen op het sociale aspect.
Wel was duidelijk dat de architecten van de grotere hotels ontwikkelen vanuit een geheel andere perspectief. Vaak ligt hier een duidelijke briefing aan ten grondslag en is er veel minder kans om echt creatief iets te bereiken. Vandaar dat veel hotels ook op elkaar lijken.
Persoonlijk vind ik het onderwerp interieur onderbelicht in het hele thema over architectuur en conceptontwikkeling. Vanuit het conceptdenken wordt vaak doorgeslagen naar een trendgevoelige kant terwijl vanuit de architectuur vaak meer de aandacht gericht is op functionaliteit. En dit terwijl het interieur juist het verschil kan maken om een concept tot z’n recht te laten komen.
Wat mij betreft dus meer ‘conceptdenken’ en het interieur belangrijker maken om een duidelijker onderscheid te maken. Als we straks allemaal stadshotels hebben met een vintage uitstraling waar blijft de eigenheid dan.
meer informatie: www.architectenweb.nl
met dank aan (verslag):
Margareth Bleeker
Bleeker Concepts
Email: Margareth@bleekerconcepts.nl
Met ruim 28 jaar ervaring is Bleeker Concepts specialist in het ontwerpen, ontwikkelen en realiseren van aantrekkelijke en commercieel succesvolle retail concepten. Daarnaast is Bleeker Concepts actief in kantoren, de zorg, horeca, leisure en woningen.