Goed nieuws: de Wet Werk en Zekerheid wordt aangepast voor bedrijven in de seizoensbranche. De aanpassing biedt de door werkgevers en -nemers de gewenste flexibiliteit die ze willen. Zij kunnen weer vele seizoenen achter elkaar samenwerken zonder dat er een vast contract moet worden aangeboden. Verder blijkt uit cijfers van CBS dat het aantal oproepcontracten enorm is toegenomen, een ander duidelijk signaal van de behoefte aan flexibiliteit.
’t Is weer voorbij die mooie zomer! Daarmee komt ook het hoogseizoen langzaamaan tot een eind. Werkgevers in de seizoensbranche bouwen het personeelsbestand af tot een niveau dat past bij het najaar. Er zijn namelijk geen overvolle terrassen meer en bij de attractieparken en andere recreatieactiviteiten wordt het ook steeds rustiger. Tot het moment dat het kwik in maart en april weer gaat stijgen…
Wat was ook al weer het probleem met de Wet werk en zekerheid?
Zoals hierboven geschetst hebben bedrijven in de seizoensbranche niet voor elke medewerker het hele jaar door werk. Meestal duurt het hoogseizoen acht of negen maanden. De medewerkers die in het hoogseizoen worden ingezet kunnen niet vast in dienst genomen worden, omdat dan de loonkosten in het laagseizoen de pan uit reizen.
Voorheen was er geen probleem. Elk seizoen kon er opnieuw een flexcontract worden aangegaan met dezelfde goed functionerende seizoenswerker. De pauze die tussen twee ketens van tijdelijke contracten moest zitten was drie maanden: ideaal voor deze branche!
De nieuwe ketenregeling bepaalt dat er vanaf ten minste zes maanden moet zitten tussen twee flexovereenkomsten. Dat is voor seizoensmedewerkers te lang. Omdat bij het begin van een nieuw seizoen de pauze vaak korter is dan zes maanden, spreekt men over opvolgend werkgeverschap. Met andere woorden: de keten van tijdelijke contracten loopt door, waardoor de medewerker na twee jaar een vast contract moet worden aangeboden. Dit betekent in de praktijk dat werkgevers op zoek naar nieuwe werknemers, die op hun beurt op zoek kunnen naar een nieuwe baan.
Uitzondering voor de seizoensbranche
Bij seizoenswerk mogen werkgevers en vakbonden voortaan toch in cao’s afspreken dat er drie maanden in plaats van zes maanden moeten zitten tussen twee contracten. De verplichte pauze van zes maanden geldt dus niet meer. Een seizoensbedrijf kan daardoor ieder seizoen met dezelfde goede krachten werken. Branchevereniging Recron, dat de belangen van de recreatieondernemers behartigt, noemt het “een doorbraak” en is blij dat er eindelijk een oplossing is gekomen.
Aantal oproepcontracten neemt een vlucht
In de recreatiebranche werken bedrijven graag met oproepcontracten. Ondernemers in deze branches zijn namelijk sterk afhankelijk van het weer. Denk maar eens aan een ijssalon met een groot terras. Als het lekker weer is kan de ondernemer elke werknemer goed gebruiken. Als het regent hebben maar weinig mensen trek in ijs en hoeft niet elke werknemer opgeroepen te worden. Dankzij het oproepcontract (ook wel 0-urencontract genoemd) maakt de ondernemer dan geen onnodige loonkosten. Er hoeven alleen loonkosten worden gemaakt voor daadwerkelijk gewerkte uren.
CBS meldde dat het aantal oproepcontracten in 5 jaar is gestegen met 36 procent. In 2010 was 5 procent van het totaal aantal banen een oproepbaan. In 2015 was dat alweer 7 procent. In de horeca steeg het percentage oproepbanen van 19 naar 26 procent en in de cultuur-, sport- en recreatiebranche van 10 naar 15 procent.
Werknemers zijn overigens dik tevreden met de flexibiliteit: ruim de helft van de werknemers in de horeca (met name jongeren tot 25 jaar die nog studeren), wil de flexibiliteit van een oproepcontract.
Regels aangescherpt
Met de invoering van de Wet werk en zekerheid zijn de regels omtrent oproepcontracten aangescherpt. Medewerkers kunnen minder lang op basis van een oproepcontract worden ingehuurd. Ze maken namelijk sneller aanspraak op een vast aantal contractuele uren dan voorheen. Dit heeft gevolgen voor je personeelshuishouding. Benieuwd naar de regels? Bekijk dan deze informatiepagina over het oproepcontract
met dank aan:
Jan Meulendijks, HR- en payrollbedrijf Tentoo
Tentoo levert HR-, payrolling– en ZZP-diensten aan ondernemers, HR-professionals, zzp’ers en werkgevers. Met haar diensten wil Tentoo zorgen voor onbekommerd ondernemerschap. Dit betekent dat klanten zich kunnen focussen op hun corebusiness zonder zorgen over werkgeversrisico’s, betalingen, administratie, debiteuren, belastingzaken en/of loongerelateerde zaken.