“Het businessmodel van een festivalorganisator is digitaal met analoge aspecten. Volledig geautomatiseerde communicatie is de weg die ingeslagen moet worden. Alleen organisatoren, die hun relatie met hun fans digitaal optimaliseren zullen op termijn kans hebben te overleven.” Dat was de opmerkelijke boodschap van Denis Doeland van DDMCA op de beurs Festivak. Deze observatie uit de festivalsector is ook toe te passen op de recreatiesector.
Verandering signaleren
In de festivalsector speelt digitalisering een steeds belangrijker rol. De veranderingen zijn zo sluipenderwijs de branche binnengedrongen, dat veel bedrijven de transitie onvoldoende opmerken. Het businessmodel van festivals is van oorsprong gericht op transacties; het verkopen van kaartjes; en tijdens het event zorgen voor de nodige upselling. Dat is een analoge aanpak.
Wat veel festivalorganisatoren wel direct merken is dat het lastiger wordt om voldoende tickets te verkopen met een voldoende marge.
- Er komen steeds meer events en alternatieven bij;
- De totale doelgroep van het Nederlandse festivalpubliek is stabiel;
- Logisch gevolg; de prijzen staan onder druk.
Van transactie naar relatie
Doeland legt in zijn lezing uit dat het businessmodel van de toekomst vooral is gericht op het onderhouden van relaties. Door de opkomst van internet is de festivalsector steeds meer georganiseerd in ecosystemen. Het internet is in feite een grote verzameling van ecosystemen. Alle interne en externe netwerken en systemen zijn met elkaar verbonden. Festivals, fans en belanghebbenden beïnvloeden elkaar continue. Een festival heeft met haar eigen fanbase een eigen ecosysteem. Voor een optimale exploitatie van en festival is het goed om ook actief te zijn op de niet-eigen ecosystemen. De ecosytemen zijn immers met elkaar verbonden.
De festivalorganisator die de fans het beste kent, heeft de beste papieren in handen voor een succesvolle exploitatie. Het wordt steeds belangrijker om te weten met welke andere ecosystemen je klant of fan verbonden is. Dat kunnen bijvoorbeeld interessegroepen zijn op Facebook, instagram of twitter. Alleen door het gebruik van data uit alle netwerken en systemen en de inzet van contextuele inzichten kan een optimale relatie met de fan worden bereikt.
Geautomatiseerde persoonlijke aandacht
De levenslijn van het businessmodel van een festival is de festival-fan relatie. Content is de verbindende factor. Data zorgt voor het vermogen. Om al die gegevens te organiseren is een organisatie nodig die de gegevens kan verwerken en inzetten. Doeland ziet dat de ontwikkelingen op dat vlak nog in de beginfase verkeren; “Naarmate je fanbase groeit, wordt het steeds lastiger om alle klantcontacten handmatig te verwerken. Automatiseren wordt dan steeds belangrijker.”
In het overzicht rechts (het grote plaatje) is goed te zien dat voor een festivalorganisator ‘de fan’ centraal staat, met al zijn specifieke karakteristieken w.o. de ecosystemen waar hij deel van uitmaakt. In de eerste schil daar omheen wordt het festival georganiseerd. En als we dan kijken naar de verder liggende randvoorwaarden, dan volgen daarna de ringen – organisatie – eigen digitale ecosysteem – en – het internet ecosysteem.
Doeland geeft als voorbeeld de aanpak van DJ Hardwell die via diverse kanalen, in contact staat met zijn fans. ( o.a. 9 mln likes op Facebook en ruim 7,5 miljoen Twittervolgers) Fans willen dichtbij een dj staan, maar dat is best lastig als je ze allemaal persoonlijk wilt beantwoorden. Voor de DJ is zijn fanbase zijn grootste waarde. Voor Hardwell werd een chatbox ontwikkeld met daarin 1500 vooraf bedachte vragen en antwoorden. Daarmee wordt voor een heel groot gedeelte in de behoefte aan geautomatiseerde ‘persoonlijke’ aandacht voorzien.
We staan nog maar aan het begin
“De festivalsector bevindt zich nog in de beginfase van automatisering”, legt Doeland uit. Naarmate de fanrelatie beter geautomatiseerd wordt, nemen de inspanning (effort) af en het rendement (value) toe. (zie afbeelding) Het is volgens Doeland een uitdaging om de tijd die aan de fanrelatie (time spent) wordt besteed te koesteren en om te zetten naar bestedingen.
Het zijn met name de grotere organisaties die nu al de weg zijn ingeslagen van verder gaande automatisering en inzetten van big data. Volgens Doeland kunnen veel bedrijven al makkelijk een eerste slag maken door hun beschikbare data aan elkaar te koppelen. Bijvoorbeeld van de eigen boekingsgegevens, Facebook en google analytics.
Met dank aan:
Denis Doeland, eigenaar van adviesbureau voor de festivalsector DDMCA
De lezing op de beurs Festivak wordt nog verder toegelicht in het boek ‘EDM en de digitale wereld’. De ondertitel: ‘Waarom DJ, festivals en evenementen moeten veranderen’. Dit (online) boek helpt je verder met uitleg over de veranderende marktomstandigheden, en biedt praktische handvatten om je als organisatie aan te passen aan het ecosysteemdenken.
Meer informatie:
www.denisdoeland.com
EDM en de digitale wereld
Link naar de recreatiesector
Het koesteren van de tijd die aan een ervaring wordt besteedt is ook in de recreatiesector geen onbekend fenomeen. In het boek ‘de beleveniseconomie’ van Pine en Gillmore staat het optimaliseren van de relatie met je gasten centraal. Daarbij wordt er van uitgegaan dat een gast/fan die op een aangename manier, langer bij je verblijft, ook automatisch meer zal besteden.
Ook in de recreatiesector is een grote automatiseringsslag gaande. Lessen uit de festivalsector kunnen dus ook als leidraad dienen voor ontwikkelingen in de recreatiesector. Je kunt dan de ‘fanrelatie’ vervangen door ‘gastrelatie’. Wie de gast aan zijn ecosysteem weet te verbinden heeft daarmee een basis voor het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen.
Dit artikel verscheen eerder in de december 2017 editie van vakblad Recreatief Totaal