De geplande btw-verhoging van 9 procent naar 21 procent op hotels en pensions moet volgens een recente raming door de rijksoverheid 364 miljoen euro aan extra belastinginkomsten opleveren, met nog eens 302 miljoen euro voor vakantieparken.
Hoewel dit aantrekkelijk klinkt, ligt een prijsstijging voor overnachtingen voor de hand, waardoor het aantal gasten daalt. Dit heeft grote negatieve gevolgen voor alle aanverwante branches die toeristen als klant hebben.
De rijksoverheid voorspelt dat de btw-verhoging leidt tot een daling van 6,75 procent in het aantal overnachtingen. Een kleiner aantal toeristen dat bovendien door de hogere overnachtingskosten wellicht per persoon ook minder besteedt, betekent druk op uitgaven, investeringen en werkgelegenheid van alle aanverwante toeristische sectoren, evenals op die van de accommodaties zelf. De overheid heeft geen schattingen gegeven wat dit aan verlies aan belastinginkomsten kan geven.
In 2023 besteedden buitenlandse reizigers volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 19,6 miljard euro in Nederland. Een deel hiervan kwam van zakenreizigers, gasten die btw kunnen terugvorderen via het bedrijf waarvoor zij werken. Kijken we daarom alleen naar privéreizen van buitenlanders, dan gaat het om een uitgave 13,8 miljard euro. Gemiddeld gaat 23 procent van het vakantiebudget van buitenlandse verblijfstoeristen in Nederland naar accommodatie zelf, terwijl 77 procent (10,6 miljard euro) wordt uitgegeven in aanverwante sectoren.
Nederlanders gaven volgens het CBS 4,3 miljard uit aan vakanties in eigen land in 2023. Hiervan werd volgens het NBTC 51 procent besteed aan overnachtingen en 49 procent (2,1 miljard euro) aan andere toeristische sectoren.
Op basis van de daling van 6,75 procent in het aantal overnachtingen zoals de rijksoverheid die voorspelt, betekent dit 826 miljoen euro minder bestedingen in aanverwante sectoren. Dit leidt vervolgens bij een btw-percentage van 21 procent tot een daling van belastinginkomsten tot 179 miljoen euro. Dit is wel onder de aanname dat Nederlandse toeristen die niet langer ergens overnachten hun binnenlandse verblijf niet verruilen voor dagtripjes vanuit huis, maar hun vakantie in het buitenland vieren.
Het verlies aan gasten treft vooral accommodaties in de grensprovincies Gelderland en Limburg, evenals de winkels, horeca en excursieaanbieders die in deze regio’s op toeristen zijn gericht. De concurrentiepositie van Nederlandse accommodaties verzwakt ten opzichte van gemakkelijk bereikbare buitenlandse alternatieven, wat waarschijnlijk leidt tot meer vakanties van Nederlandse gezinnen naar het buitenland. Voor Duitse toeristen, die doorgaans zeer prijsbewust zijn, wordt Nederland minder aantrekkelijk. Zij kiezen vaak voor minder dichtbevolkte gebieden.
Investeringsruimte wordt beperkt
Door de hogere belastingdruk kunnen hotels en vakantieparken minder investeren in kwaliteit en duurzaamheid. Volgens ABN AMRO reserveren deze bedrijven jaarlijks 4 tot 6 procent van hun omzet voor herinvesteringen in meubilair, faciliteiten en apparatuur. Minder inkomsten verkleint de investeringsruimte, wat kan leiden tot minder onderhoud en een lagere kwaliteit van accommodaties. Hierdoor wordt de sector minder aantrekkelijk, voor zowel toeristen als voor zakenreizigers.
Tegelijkertijd hebben hotels minder ruimte voor essentiële investeringen in verduurzaming en andere kostenbesparende maatregelen. Uit een recent onderzoek van consultant Horwath HTL, uitgevoerd onder 354 hotelmanagers, blijkt dat 40 procent van de hotelmanagers verwacht minder te investeren in duurzaamheid als gevolg van de aangekondigde btw-verhoging, oplopend tot 64 procent bij driesterrenhotels. Verminderde investeringen treffen vooral toeleveranciers, zoals bouwbedrijven en landschapsarchitecten. Bij dit type toeleveranciers zal dus sprake zijn van lagere inkomsten en minder belastingopbrengsten voor de overheid.
Minder winstbelasting verwacht
Hotels werden zwaar getroffen door de coronapandemie, wat in 2020 en 2021 leidde tot aanzienlijke verliezen door reisbeperkingen. Volgens het CBS boekten Nederlandse hotels en pensions in 2022 een winst van 571 miljoen euro, wat 8 procent van hun omzet vertegenwoordigde. Over deze winst werd tot 147 miljoen euro aan vennootschapsbelasting betaald.
De geplande btw-verhoging vormt een aanzienlijke bedreiging voor de omzet. Volgens de rijksoverheid zullen hotels zoals gezegd naar verwachting 6,75 procent minder overnachtingen realiseren en worden ze gedwongen om een kwart van de btw-verhoging zelf te absorberen. Deze verhoging volledig doorrekenen aan de gasten ligt namelijk niet voor de hand, zoals hierna zal blijken. Hierdoor kan de opbrengst uit winstbelasting van 147 miljoen euro voor de overheid nagenoeg verdwijnen, zoals blijkt uit eerdere berekeningen van ABN AMRO gebaseerd op CBS-gegevens over hotels en pensions. Lees ook: Overheid raakt toerisme met btw-verhoging en rekent zich rijk
De markt bepaalt de prijs
Hotelkamers worden geprijsd volgens het principe van ‘dynamic pricing’, waarbij tarieven stijgen bij hoge vraag en dalen bij lage vraag. Dit systeem is niet uniek voor de hotel- en vakantieparksector, maar wordt ook toegepast in markten zoals energie en agrarische grondstoffen, waaronder graan, koffie en cacao. Een cruciaal verschil is echter dat hotelkamers niet op voorraad kunnen worden gehouden; een niet-verkochte nacht betekent direct omzetverlies. Hierdoor kunnen kostenstijgingen, zoals een btw-verhoging, niet eenvoudig aan de consument worden doorberekend.
In Amsterdam bijvoorbeeld, werden hotels gedwongen om in de eerste drie kwartalen van 2024 hun gemiddelde kamerprijs (ADR) met 1,8 procent te verlagen om de bezettingsgraad op hetzelfde niveau van 2023 (75,7 procent) te houden. Dit was een direct gevolg van toenemende concurrentie vanuit andere Europese hoofdsteden en de toenemende concurrentie met particuliere vakantieverhuur. Bovendien daalt de vraag naar hotelkamers snel wanneer psychologische prijsgrenzen worden overschreden, zoals een kamerprijs boven de 200 euro.
Een belastingverhoging, zoals een btw-stijging van 12 procentpunten van de omzet, kan niet zomaar worden doorberekend. Dit vormt een extra uitdaging omdat gemeenten ook verschillende belastingen heffen. In Amsterdam wordt bijvoorbeeld 12,5 procent toeristenbelasting in rekening gebracht, en ook hotels in Utrecht en vakantieparken in de gemeente Den Bosch zijn relatief veel kwijt aan lokale heffingen. De belastingdruk kan aanzienlijke gevolgen hebben op de financiële resultaten. Tussen 2012 en 2019 was de gemiddelde winst voor belastingen in deze sector ongeveer 9 procent van de totale bedrijfsopbrengsten. Bedrijven die onder financiële druk staan, bezuinigen soms op essentiële aspecten die cruciaal zijn voor hun voortbestaan. Lees ook: Flinke omzetgroei campings en vakantieparken
Kans op een neerwaarste spiraal
Vanwege de verhoogde belastingdruk is het waarschijnlijk dat hotels en vakantieparken moeten besparen op uitgaven voor schoonmaak, onderhoud en verbetering van arbeidsomstandigheden. Bezuinigingen op deze gebieden kunnen leiden tot negatieve reviews, wat resulteert in lagere bezettingsgraden en kamerprijzen. Dit kan een neerwaartse spiraal veroorzaken van afnemende kwaliteit en verminderde concurrentiekracht.
Onderzoek van ABN AMRO toont bijvoorbeeld aan dat 98 procent van de gasten hygiëne als een van de belangrijkste selectiecriteria beschouwt. Slechte beoordelingen op dit gebied en andere factoren kunnen het toekomstige succes van hotels en vakantieparken sterk beïnvloeden. Accommodaties met een reviewscore boven de 9 zijn aantoonbaar winstgevender. Volgens Rabobank kan een verbetering van 1 punt in de reviewscore de kans op boekingen met 11,2 procent verhogen en hogere kamerprijzen rechtvaardigen. Omgekeerd kunnen lagere reviewscores leiden tot aanzienlijk lagere kamerprijzen, wat de financiële druk op hotels verder vergroot.
Details op de factuur
Hotels en vakantieparken kunnen de belastingdruk enigszins verlichten door diensten die onder het lagere btw-tarief vallen, zoals eten, niet-alcoholhoudende dranken, de toegang tot was-, douche- en sportfaciliteiten, zwembaden en sauna’s, shuttlediensten, animatie, lees- en speelfaciliteiten apart op de factuur te vermelden. Ook hoeft toeristenbelasting niet belast te worden als deze apart op de factuur staat. Dit kan volgens fiscalisten helpen om de extra belastingdruk te beperken.
Luister het fragment op NPO 1 met sector banker Stef Driessen over de gevolgen van de btw-verhoging.
Bron en meer informatie: www.abnamro.nl