De coronacrisis leidt tot grote onzekerheid. Daarom werkt ABN AMRO met twee scenario’s: een basisscenario dat er van uitgaat dat grote delen van de economie tot begin juni ‘op slot’ blijven, en een negatief scenario waarbij de Nederlandse economie nog langer last heeft van de beperkende maatregelen.
De Sector Advisory maakte voor beide scenario’s de groeiverwachtingen per sector, waaronder ook de sector leisure.
De twee scenrio’s in het kort
In het basisscenario blijven de meeste beperkende maatregelen tot en met mei van kracht. Het voorlopig aanhouden van die maatregelen heeft vooral zijn weerslag op aan diensten gerelateerde sectoren. De verwachting is dat niet-essentiële winkels tot eind mei gesloten blijven. Andere restricties zullen eerder worden opgeheven, zoals de gedeeltelijke sluiting van de scholen en de beperkingen op het ontvangen van bezoek, maar deze verlichtingen hebben relatief weinig directe economische invloed. Een uitzondering in dit scenario zijn restaurants en cafés die tot eind juni moeten wachten met het openen van de deuren.
Bij een negatief scenario gaan we uit van twee maanden verlenging van de beperkende maatregelen ten opzichte van het basisscenario. Het herstel duurt daardoor langer. Om een voorbeeld te geven: het verwachte hersteltempo van de sector leisure in 2021 halveert in een negatief scenario in vergelijking met het basisscenario. Bovendien kunnen ‘tweederonde-effecten’ optreden in de zin van oplopende werkloosheid en faillissementen, waarbij het economisch herstel alsnog gehinderd wordt, ook omdat bedrijven minder investeren vanwege de tijdens de crisis aangetaste solvabiliteit. Voorzichtigheid bij een paar bedrijven kan doorwerken in de hele bedrijfskolom en daarmee de werkgelegenheid sterk negatief beïnvloeden.
Leisure in de twee scenario’s
De meeste Nederlanders staan te trappelen om weer activiteiten buiten de deur te ondernemen. Na afbouw van de lockdown verwacht het Economisch Bureau van ABN AMRO dat in het basisscenario in het derde kwartaal van 2021 de consumentenbestedingen met 1,8 procent stijgen ten opzichte dezelfde periode in 2020, en in het vierde kwartaal met 4,1 procent. Over het hele jaar gezien echter wordt een negatieve groei verwacht van 0,3 procent, vooral veroorzaakt doorde lockdown in het eerste kwartaal (-9,6 procent). In het negatieve scenariokrimpt de particuliere consumptie volgens het Economisch Bureau zelfs met 5,4 procent.
De belangrijke zomermaanden
Met de zomermaanden in aantocht wordt voor de horeca en andere vrijetijdsbestedingen in de tweede helft van 2021 een periode herstel verwacht, wat in het basisscenario leidt tot een volumetoename van 40 procent voor het hele jaarvoor de sector leisure. Deze stijging volgt echter op een zeer sterke daling in 2020 en is daarmee onvoldoende om de sector leisure naar het niveau van voor de crisis te brengen. In 2020 was de horeca immers vijf maanden dicht met restricties in de zomer. In het basisscenario zal het gaan om weliswaar 5,5 maanden dicht, maar volop mogelijkheden vanaf eind juni. In het negatievescenario mist de sector leisure echter veel omzet in de belangrijke zomermaanden. Als de sector inderdaad acht maanden grotendeels dicht is en de bestedingen met 5,4 procent krimpen, blijft de stijging beperkt tot 20 procent.
De grote vraag is welke bedrijven de verlenging van de lockdown kunnen uitzingen met de huidige overheidssteun. Over het algemeen geldt dat partijen die voor de coronacrisisal zwak stonden, met name bedrijven in de dagrecreatie en de kleinschalige horeca, door de langere lockdown dieper in de problemen komen.
Een versoepeling van de maatregel omanderhalve meter afstand te houden is belangrijk voor het herstel van de sector. Deze maatregel veroorzaakt immers capaciteitsreductie, zeker omdat deze wordt gecombineerd met het opleggen van een maximale groepsgrootte en het beperken van openingsuren. In het basisscenario vindt deze versoepeling plaats aan het eind van het derde kwartaal.
Verschillen tussen subsectoren
De subsectoren verschillen in de mate waarin ze geraakt zijn en, daaraan gerelateerd, in het tempo van herstel zodra de economie open is. Vooral cafés, bioscopen, catering en pret- en dierenparken zijn hard geraakt, evenals andere locaties waar mensen elkaar fysiek ontmoeten, zoals discotheken, nachtclubs en grote festivals en concerten. Herstel van hotels is sterk onderhevig aan regionale verschillen die worden veroorzaakt door de mate waarin ondernemers afhankelijk zijn van buitenlandse toeristen en zakelijke gasten. Zo verschilt de dynamiek van het internationaal georiënteerde Amsterdam sterk van die van bijvoorbeeld de provincies Friesland en Drenthe, regio’s die meer afhankelijk zijn vanbinnenlandse toeristen.
Vakantieparken doen het goed, omdat mensen in eigen land op vakantie gaan en omdat het momenteel een van de weinige mogelijkheden is om een weekendje weg te kunnen. Voor aankomende zomer verwachten we dat devakantieparken het net als in de dezelfde periode vorig jaar goed gaan doen, omdat Nederlanders voorlopig terughoudend zullen blijven om verre reizen te maken. Herstel van de reisbranche zal daarom langer op zich laten wachten. Pas aan het einde van het derde kwartaal voorziet het Economisch Bureau immers groepsimmuniteit en een afname van de maatregelenom anderhalve meter afstand te houden.
Naast vakantieparken doen ook de fastfood-branche en thuisbezorgers goede zaken. Om in contact te blijven met hun gasten zijn veel horecabedrijven maaltijden gaan bezorgen. Mensen blijven vaker en langer thuis en het is daarom nietverwonderlijk dat de bezorgomzet explodeerde. Deze omzet kan echter niet het totale omzetverlies compenseren als gevolg van de gedwongen sluiting, en veel andere mogelijkheden om de schade te beperken zijn er niet.
Overheidssteun en verlagen uitgaven
Afscheid nemen van personeel kan de kosten drukken, maar heeft als nadeel dat het onzeker is of er voldoende mankracht beschikbaar is op het moment dat de horecaweer (meer) bezoekers mag ontvangen. Door de Wet Arbeidsmarkt in Balans zijn de mogelijkheden om personeel flexibel op-enaf te schalen sinds 1 januari beperkt. Naast de mate waarin er dekkende overheidssteun komt, blijft het van belang dat getroffen ondernemers tot redelijke oplossingen kunnen komen methun verhuurdersentoeleveranciers,en met de belastingdienst.
Met dank aan: