Sinds 1975 is de omvang van de vrije tijd met gemiddeld ruim drie uur per week gekrompen van 47,9 uur naar 44,7 uur per week. Dit is een direct gevolg van het feit dat meer mensen, vooral vrouwen, werken. Het aantal uren vrije tijd dat mensen buitenshuis doorbrengen bleef de afgelopen 30 jaar echter gelijk.
En nog enkele bevindingen uit het rapport: Eropuit! Nederlanders in hun vrije tijd buitenshuis van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat op dinsdag 26 april is verschenen:
- Ongeveer twee derde van de vrijetijdsactiviteiten buitenshuis doet men in gezelschap van anderen, en ongeveer een derde onderneemt men alleen. Ruim een derde (37%) van de bevolking zou het liefst meer samen met anderen willen doen.
- Vrijetijdsmobiliteit is veruit de belangrijkste bron van mobiliteit: 38% van de verplaatsingen worden gemaakt voor de vrije tijd, ten opzichte van 17% voor woon-werkverkeer.
- De auto is het dominante vervoermiddel in de vrije tijd: voor 42% van de vrijetijdsactiviteiten reist men met de auto.
Dit rapport geeft inzicht in die ‘uithuizige vrijetijdsbesteding’ van Nederlanders. Het betreft uiteenlopende vrijetijdsactiviteiten zoals museumbezoek, winkelen, een terrasje pakken, sporten, saunabezoek, een dagje naar de dierentuin en openluchtrecreatie.
Ook zijn de verschillen tussen groepen Nederlanders onderzocht in de frequentie waarmee zij eropuit gaan. Het laat zien hoe vrijetijdsrepertoires per levensfase verschillen. Ook geeft het inzicht in de grootte en samenstelling van de gezelschappen waarmee Nederlanders de vrije tijd buitenshuis doorbrengen. Ten slotte brengt het de vrijetijdsmobiliteit in kaart: de afstanden die mensen afleggen ten behoeve van de vrije tijd en de vervoermiddelen die zij gebruiken.
De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet-)boekhandel of te bestellen via de website: www.scp.nl.