Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stellen € 3,3 miljoen ter beschikking om de komst van de Floriade in 2022 naar het gebied rond Zoetermeer en Lansingerland mogelijk te maken. De € 3,3 miljoen beoogt, samen met bijdragen van 8 gemeenten in Zuid-Holland, een startkapitaal op te leveren van in totaal € 10 miljoen. Die overheidsbijdrage is nodig om het Floriadeplan financieel sluitend te maken.
Op dit moment zijn naast de regio Zuid-Holland ook Amsterdam, Almere en Groningen in de race om de internationale tuinbouwtentoonstelling binnen te halen. In Zuid-Holland heeft zich een consortium gevormd van de provincie, de 8 gemeenten Alphen aaan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Boskoop, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Rijnwoude, Waddinxveen en Zoetermeer en 5 private partijen waaronder Ballast Nedam en Volker Wessels.
Bidbook
De mededingers voor Floriade moeten voor 1 juli 2012 hun zogeheten bidbook bij de Nationale Tuinbouwraad inleveren. Het consortium in Zuid-Holland werkt momenteel het concept uit met als werktitel ‘Holland Central Floriade’. Begin oktober, bij het sluiten van de Floriade in Venlo, wordt bekend gemaakt wie de Floriade in 2022 mag organiseren.
Het plan voor uitvoering van de Floriade is nu begroot op circa € 93 miljoen. Daarvan moeten de overheden € 10 miljoen voor hun rekening nemen; het resterende bedrag komt uit de kaartverkoop, exploitatie van de tentoonstelling en investeringen van private partijen. De komende weken moeten de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten besluiten over het ter beschikking stellen van hun bijdrage.
Vliegwiel
Gedeputeerde Govert Veldhuijzen (ruimtelijke ontwikkeling, economische zaken) over het belang is van de Floriade voor Zuid-Holland: “De Floriade versterkt de economische structuur van deze regio door groei van de werkgelegenheid en verhoging van de omzetten bij bedrijven. Zeker voor onze greenport-sector betekent dit een vliegwiel voor groei en verdere innovatie. Omdat het zijn spin-off krijgt voor de regio en het bedrijfsleven wil de provincie dus graag haar steentje bijdragen.”
Bron: Provincie Zuid-Holland