Uit de voorlopige cijfers van FOD Economie voor de eerste zes maanden van 2019 blijkt dat de toeristen de weg naar West-Vlaanderen blijven vinden.
“In de snel evoluerende toeristische sector blijven de vier West-Vlaamse regio’s en Brugge stabiele bestemmingen voor binnen- en buitenlandse vakantiegangers”, aldus Sabien Lahaye-Battheu, gedeputeerde en voorzitter Westtoer. Drie bestemmingen noteren een lichte stijging in het verblijfstoerisme: de Kunststad Brugge, de Leiestreek en het Brugse Ommeland konden iets meer toeristen aantrekken in vergelijking met 2018. In de Westhoek en aan de Kust zijn er 1% tot 2% toeristen minder. Bij de Kust kan de lichte daling grotendeels verklaard worden door de verschuiving van de lange weekends naar eind mei – begin juni gecombineerd met het minder mooie weer.
De beperkte daling in de Westhoek was min of meer verwacht aangezien 2019 het eerste niet-herdenkingsjaar is na de periode 2014-2018. De Belgische markt houdt goed stand en ook het herstel van de Nederlandse markt zet zich verder in 2019. De daling kan grotendeels verklaard worden door de negatieve evolutie op de Britse markt (-13%). De impact van de Brexit, gekoppeld met mogelijk uitstelgedrag van de Britten door de onzekerheid die nu al maanden aansleept, en de wisselkoers van de Britse Pond zijn mogelijke verklaringen voor deze daling. Ook in Brugge, dat globaal licht vooruit gaat, is er een sterke terugval van de Britse markt in de eerste zes maanden van 2019.
Bron en meer informatie: www.westtoer.be/nl