Door de voortwoekerende financiële crisis en het mede daardoor traag verlopende economische herstel zijn de vooruitzichten voor de wereldeconomie matig en dus ook die voor een open economie als Nederland. De onzekerheden zijn groot. De Europese schuldencrisis heeft de angst voor een nieuwe recessie aangewakkerd, maar ook de wankele overheidsfinanciën van de Verenigde Staten zullen later dit jaar voor nieuwe onrust kunnen zorgen. Naar verwachting zal de economische groei in ons land dit jaar op 1,75% uitkomen en in 2012 op 1%. Dat schrijven economen van Rabobank in het vandaag verschenen Economisch Kwartaalbericht.
De mondiale economische groei zal dit jaar duidelijk zwakker zijn dan in 2010. Of de groeivertraging tot een nieuwe crisis leidt, hangt grotendeels af van de politieke leiders, die de mogelijkheid hebben de onzekerheid en onrust te temperen of juist verder te voeden. Voorlopende indicatoren wijzen op een verdere afzwakking van de economische groei in het derde kwartaal van 2011. In Zuid-Europa, de VS en het VK zijn bedrijven en huishoudens bezig hun schuldenlast terug te brengen, terwijl overheden nauwelijks ruimte meer hebben om de economie te stimuleren.
Opkomende economieën lopen tegen capaciteitsgrenzen aan
De wereldhandel moet het voor een belangrijk deel hebben van de groei in Azië en andere opkomende economieën. De rem die in Amerika en Europa op de economische groei staat, is daar niet aanwezig. Maar als deze economieën in het tempo van 2010 door blijven groeien, zal dit onherroepelijk tot oververhitting en inflatie leiden. Hun centrale banken en overheden proberen de economische groei daarom te beperken. Naast het risico op oververhitting leidt het economische succes in sommige gevallen tot een grote instroom van kapitaal. Dit maakt een sterke hoge groei van de kredietverlening ten behoeve van investeringen en consumptie mogelijk. Het risico daarvan is dat de verkeerde investeringen worden gedaan, huishoudens te veel schuld op zich nemen of prijzen van aandelen of vastgoed te hoog oplopen, aldus de Rabo-economen.
De hoge uitgaven en het optimisme over de economische vooruitzichten in de opkomende economieën leiden vervolgens weer tot hogere economische groei. Het is voor overheden lastig om dit proces niet uit de hand te laten lopen, en de juiste balans te vinden tussen het beperken van excessieve kredietverlening en het temperen van de inflatie zonder daarbij de economische groei te veel af te remmen. Door deze uitdagingen zijn de vooruitzichten ook voor deze landen onzeker. De Rabo-economen voorzien vooralsnog geen grote financiële problemen die er toe zouden kunnen leiden dat de economische groei in de opkomende economieën dramatisch terugvalt. Bovendien krijgen beleidsmakers het er de komende tijd iets gemakkelijker. Waar men nu nog te maken heeft met hoge inflatie door de eerdere sterke stijging van grondstoffenprijzen, zal de recente stabilisatie en daling hiervan de inflatiedruk doen afnemen. Dat biedt dus weer wat meer ruimte voor centrale banken om de rente te verlagen wanneer dit nodig is.
Zorgen over kredietwaardigheid Europese banken
Een toenemende voedingsbodem voor de onrust op de financiële markten vormen de zorgen over de kredietwaardigheid van de Europese banken. Deze zijn, afgemeten aan de Credit Default Swap (CDS) premie die wordt betaald voor verzekering tegen wanbetaling, sinds de start van de financiële crisis nog niet zo groot geweest. Oorzaken zijn de perikelen rond het tweede hulppakket voor Griekenland en onzekerheid over de kredietwaardigheid van Spanje en Italië. Zowel over het Griekse hulppakket als over de effectiviteit van de aanpassingen van het hulpfonds EFSF bestaat nog veel onduidelijkheid, met alle gevolgen van dien voor het sentiment op de financiële markten.
Nederland wacht vermoedelijk geen nieuwe recessie
Hoewel de vooruitzichten voor de rest van de wereld dus niet al te rooskleurig zijn, verwachten de Rabo-economen geen nieuwe recessie in Nederland. Weliswaar ondervindt ons land als open economie de gevolgen van de afzwakkende wereldhandelsgroei, maar aan de andere kant lijken producenten inmiddels de door de recessie van 2009 uitgestelde vervangingsinvesteringen te plegen. Vermoedelijk wordt het herstel in 2011 breder gedragen dan in 2010, toen de toename in de economische groei volledig voor rekening van de buitenlandse handel kwam. Zowel van consumenten als van de overheid valt de komende tijd echter weinig te verwachten. Het zwaartepunt van de bezuinigingen bij de overheid ligt immers in de periode vanaf 2012, terwijl de koopkracht van consumenten onder druk staat en ze bovendien te maken hebben met allerlei onzekerheden. Maar relativerend schrijven de Rabo-economen: “Gematigde economische groeivooruitzichten zijn geen reden om te treuren. Op dit moment behoren we tot de meest welvarende landen ter wereld. Naast ons relatief hoge inkomen kunnen we ons op veel andere gebieden ook gelukkig prijzen. We leven in vrijheid, zijn hoog opgeleid en relatief gezond en hebben genoeg tijd voor ontspanning.”
Negen alternatieve scenario’s
Tegelijkertijd met de septembereditie van het Economisch Kwartaalbericht verscheen het Themabericht Negen scenario’s voor het niet uitkomen van onze voorspelling. Hierin gaat Rabo-econoom Hans Stegeman expliciet in op de risico’s en onzekerheden, telkens vanuit een andere invalshoek. Daarbij gaat het om risico’s die gerelateerd zijn aan besluitvormingsprocessen (Europa, VS), monetair beleid, economische ontwikkelingen in opkomende economieën, geopolitiek en financiële markten.
Het Economisch Kwartaalbericht en het Themabericht kunt u downloaden op de vernieuwde website www.rabobank.com/economie