Als de plannen van minister Asscher (SZW) doorgaan, dan kan de recreatiesector vanaf 1 juli een extra kostenpost verwachten. In de nieuwe wet Zorg- en Zekerheid is een zogenaamde Transitievergoeding opgenomen, waardoor seizoenskrachten, bij onvrijwillige beëindiging van hun contract, een veel hogere vergoeding krijgen. De RECRON is inmiddels een lobby gestart om de negatieve gevolgen voor ondernemers met veel seizoenskrachten, ongedaan te maken.
De Transitievergoeding
In de Wet werk en zekerheid is opgenomen dat per 1 juli a.s. werknemers die na een vast of tijdelijk dienstverband van minimaal twee jaar hun baan kwijtraken, een transitievergoeding krijgen. Dat kan zijn bij ontslag uit een vast dienstverband, maar ook als het arbeidscontract niet wordt verlengd bij een tijdelijk dienstverband. Bij de transitievergoeding ingeval van tijdelijke dienstverbanden zou een berekening gaan gelden op basis van het aantal arbeidsovereenkomsten dat elkaar heeft opgevolgd (een keten) binnen een half jaar.
Een voorbeeld
In brancheblad Recreactie van de RECRON wordt een voorbeeld gegeven: “Heeft een seizoenskracht bijvoorbeeld twintig jaar ieder jaar een arbeidsovereenkomst voor acht maanden, dan is er tot op heden geen keten ontstaan van opeenvolgende jaren. In de nieuwe situatie is dat anders; Er wordt voor de Transitievergoeding gerekend met een keten van 20 x 8 = 160 maanden. Dat is een aanzienlijk langere keten waarover een vergoeding dient te worden betaald.”
De consequenties
RECRON maakte een grove schatting waaruit duidelijk wordt dat deze nieuwe regeling de recreatiebranche dit jaar al snel tientallen miljoenen euro’s gaat kosten. Miljoenen die ineens niet gebruikt kunnen worden voor innovaties, investeringen in personeel en opleiding. Ook leidt dit tot afname van de werkzekerheid van werknemers die nog wel in dienst zijn. Bedrijven in deze sector hebben al niet veel vet op de botten en de invoering van de transitievergoeding op deze manier zal dan ook een tegenovergestelde uitwerking op het doel van de Wet werk en zekerheid hebben.
Het is onacceptabel dat minister Asscher de transitievergoeding op deze wijze wil uitwerken, terwijl de werkgeverskoepels die het Sociaal Akkoord gesloten hebben hier tegen zijn. De werkgeverskoepels steunen de uitwerking met terugwerkende kracht niet en dat heeft minister Asscher te accepteren. Hij zorgt hiermee dan ook voor grote vraagtekens bij de geloofwaardigheid van de overheid als gespreks- en onderhandelingspartner.
De Lobby
RECRON vraagt dringend aan minister Asscher en de Tweede Kamer om bij tijdelijke dienstverbanden de terugwerkende kracht in de regeling voor de transitievergoeding te veranderen. In de hele gastvrijheidssector (660.000 werknemers) wordt veel met tijdelijke arbeidscontracten gewerkt vanwege grote verschillen tussen hoog- en laagseizoen; een groot aantal bedrijven is zelfs een paar maanden per jaar gesloten. Het steeds opnieuw aanbieden van tijdelijke arbeidscontracten is dus geen onwil om arbeidscontracten voor onbepaalde tijd aan te bieden, maar praktische noodzaak in de bedrijfsvoering.
De nieuwe regels voor de transitievergoeding betekenen dat een arbeidsverleden dat tot nu toe niet als keten werd gezien, per 1 juli 2015 wel als keten zal worden gezien. Werkgevers (veelal familiebedrijven en kleine ondernemers) worden hier nu plotseling mee geconfronteerd en door het seizoenskarakter van hun bedrijven ook onevenredig hard getroffen.
Het alternatief
RECRON pleit nu voor een overgangsregeling met een berekening van de vergoeding waarbij het arbeidsverleden van voor 1 juli 2015 niet meetelt in de ketenbepaling, danwel dat het arbeidsverleden niet meetelt voor zover tussen de opvolgende contacten meer dan drie maanden zit (dit is de huidige regeling).
Bron: Brancheorganisatie RECRON
Meer informatie over de transitievergoeding: www.transitievergoeding.nl
Eén reactie
goed stukje artikel