Door de hardnekkigheid van grote maatschappelijke problemen en delegatie van verantwoordelijkheden naar lokale overheden (gecombineerd met budgettaire beperkingen), wordt er steeds meer een beroep gedaan op het bedrijfsleven. Een voorbeeld hiervan is de quotumregeling voor bedrijven om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. In dit kader heeft Panteia/EIM onderzocht in hoeverre sociale ondernemingen extra maatschappelijke waarde creëren ten opzichte van ondernemingen met een winstoogmerk.
Sociaal ondernemen: maatschappij prevaleert boven milieu
In dit onderzoek naar de maatschappelijke waarde van sociaal ondernemerschap zijn drie type ondernemingen met elkaar vergeleken: economisch gedreven ondernemingen, sociaal georiënteerde ondernemingen en sociale ondernemingen. Opvallend is dat de typen bedrijven niet verschillen in intrinsieke motivatie. In lijn der verwachting geven economisch gedreven bedrijven vaker aan winst te onttrekken aan de onderneming ten behoeve van eigenaren, managers en aandeelhouders. Echter, herinvesteren van de winst is voor alle drie typen bedrijven de belangrijkste winstbestemming. In tegenstelling tot de verwachting kan geconcludeerd worden dat de sociaal georiënteerde ondernemingen meer verantwoordelijkheid tonen en transparanter zijn in de bedrijfsvoering dan de economisch gedreven en sociale ondernemingen. Voor alle typen ondernemingen geldt dat maatschappelijke waardecreatie prevaleert boven milieugerelateerde waarde.
Lokale stimulansen voor sociaal ondernemerschap zijn kansrijk
Het voornemen van de overgrote meerderheid onderzochte bedrijven, om de komende twee jaar aanvullende maatregelen te nemen die ten goede komen aan de maatschappij en het milieu, zal beleidsmakers positief stemmen. Twee belangrijke aandachtspunten moeten hierbij in ogenschouw genomen worden. Eerste aandachtspunt is de groep sociale ondernemingen. Deze groep is interessant omdat zij een bredere groep begunstigden voor ogen hebben dan de economisch gedreven en de sociaal georiënteerde bedrijven. Sociale ondernemingen richten zich vooral op de lokale gemeenschap en op mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Echter, en dit is het tweede belangrijke punt; Per sector moet rekening gehouden worden met specifieke belemmeringen en ook voorkeuren in stimuleringsmaatregelen. Eenduidige stimuleringsmaatregelen voor alle sociale ondernemingen lijken niet voor handen te zijn. Het kan dus lonen voor lokale overheden om maatregelen voor het stimuleren van sociaal ondernemerschap te nemen in die sectoren die sterk vertegenwoordigd zijn in hun regio.
Meer informatie: www.ondernemerschap.nl