Het Nibud waarschuwt consumenten niet te blij te zijn als ze hun salarisstrook deze week onder ogen krijgen. Niet alle koopkrachtbepalende elementen worden meegenomen op het loonstrookje. De koopkracht stijgt wel voor velen, maar niet zo fors als het lijkt op de loonstrookjes of uitkeringsspecificaties.
De inflatie, de veranderingen in de toeslagen, de hervorming van de kindregelingen en de hogere zorgpremie zijn niet zichtbaar op de salarisstrook. Het hogere netto salaris zegt daarom weinig over de koopkracht. Vooral bijstandsgerechtigden, gepensioneerden en stellen waarbij een van de partners werkt, hebben volgend jaar minder te besteden.
2015 zwaar jaar voor niet-werkenden
Huishoudens met een bijstandsuitkering hebben dit jaar minder te besteden dan vorig jaar. Dit varieert van een enkele euro’s tot enkele tientjes minder per maand. Het Nibud vindt dit een zorgelijke ontwikkeling omdat gezinnen op bijstandsniveau al structureel geld te kort komen. Hierdoor is een koopkrachtdaling moeilijk op te vangen.
Lichte koopkrachtstijging voor werkenden
De meeste werkenden hebben dit jaar iets meer te besteden dan in 2014. De koopkrachtstijging is voor de meesten net iets onder de 1%. Dit is zeker niet genoeg om het verlies aan koopkracht van de afgelopen jaren goed te maken. Het Nibud verwacht daarom ook nog niet dat het aantal consumenten met financiële problemen zal dalen. Bovendien ziet het Nibud dat de meeste middeninkomens, huishoudens met een inkomen tussen de 25.000 en 40.000 euro bruto per jaar, dit jaar zullen inleveren omdat ze geen zorgtoeslag meer kijgen. Sommigen gaan er zo’n veertig tot vijftig euro per maand op achteruit. Het recht op zorgtoeslag wordt sneller afgebouwd, naarmate het inkomen hoger wordt.
Alleenstaande werkende ouders flink in de plus
Eén groep werkenden gaat er wel fors op vooruit en dat is de groep werkende alleenstaande ouders. Deze groep kan er in sommige gevallen 8% op vooruit gaan. Dit komt doordat de omzetting van heffingskortingen voor alleenstaande ouders in een hoger kindgebonden budget voor hen gunstig uitpakt.
Ouderen leveren in
AOW-gerechtigden zien hun koopkracht dalen. Dit komt voornamelijk doordat de aanvullende pensioenen niet genoeg stijgen om de prijsstijgingen te kunnen compenseren. Alleen de alleenstaande oudere zonder aanvullend pensioen of met een heel klein aanvullend pensioen ziet dat zijn koopkracht heel licht stijgt, met enkele euro’s per maand.
Zorg om huishoudens met zorgkosten
Huishoudens met zorgkosten moeten rekening houden met een koopkrachtdaling. Dit komt doordat de AWBZ-zorg verschuift naar de zorgverzekeringswet (verpleging en verzorging), de Wmo (begeleiding en dagbesteding) en de nieuwe wet langdurige zorg. Er wordt minder vergoed en de korting op de eigen bijdrage wordt afgeschaft. Gemeenten gaan de zorg regelen en zijn nu druk bezig dit beleid handen en voeten te geven. Hoe dit precies uitwerkt in de koopkracht zal per situatie en per gemeente verschillen. Het Nibud vindt het belangrijk dat gemeenten snel duidelijkheid geven over de vergoedingen omdat huishoudens anders de grip op hun financiën kwijt kunnen raken.
Meer informatie: www.nibud.nl