KHN: overheid moet horeca tegemoet komen in tijd of geld bij verbod rookruimten

Op 6 april jl. kondigde staatssecretaris Blokhuis van VWS aan dat hij rookruimten in de horeca over 2 jaar wil verbieden. Uit een enquête die door bijna 2500 leden van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is ingevuld, blijkt dat een verbod grote impact heeft. Horecaondernemers zien bij een verbod niet alleen hun investering in een rookruimte teniet gaan, maar verwachten ook verlies aan klanten en meer overlast op straat.

KHN vindt een verbod binnen twee jaar te kort om gedane investeringen in rookruimten terug te verdienen. Deze termijn moet langer of horecaondernemers moeten financieel worden gecompenseerd. Daarnaast wil KHN met de staatssecretaris in gesprek over een goede overgang of uitzondering voor nacht-horeca, clubs en discotheken om te voorkomen dat de overlast op straat toeneemt als rookruimten moeten verdwijnen.

Staatssecretaris Blokhuis gaf begin april aan dat hij het besluit om rookruimten in de horeca over 2 jaar te verbieden, zorgvuldig wil uitvoeren. Daarom wil hij daarover met KHN in gesprek. Ter voorbereiding van dit gesprek, dat wat KHN betreft zo snel mogelijk moet plaats vinden, heeft KHN onderzocht wat de gevolgen voor de horeca zullen zijn van een verbod op rookruimten.

Vooral cafés en discotheken gedupeerd
Maar liefst 2425 KHN-leden namen deel aan het onderzoek en 50% van hen heeft een rookruimte. Het overgrote deel van de rookruimten, 66%, zijn te vinden in een bedrijf in de ‘natte horeca’ (café, discotheek); 15% van de rookruimten staan in een restaurant, een kleine 8% in een hotel en ruim 7% in een bedrijf in de ‘vrije tijd’-sector.

Per rookruimte is € 12.500 geïnvesteerd
Vanaf 2008 mag er in de horeca niet meer worden gerookt; behalve in een rookruimte of op het terras. Uit het onderzoek van KHN blijkt dan ook dat ruim 60% van alle rookruimten in 2009 of later is gebouwd. 36,5% van de respondenten heeft de laatste 5 jaar geïnvesteerd in een rookruimte. De gemiddelde investering in een rookruimte bedroeg € 12.500.

Leden KHN vinden het plan van de staatssecretaris een slecht idee
91% van de horecaondernemers met een rookruimte vindt het voorstel van de staatssecretaris om rookruimten te verbieden, geen goed idee. Dat geldt ook voor een meerderheid van de respondenten (namelijk 61%) die geen rookruimte hebben.

Verbod rookruimte heeft grote gevolgen voor de horeca
In de hele horecasector – zo blijkt als we de cijfers uit het onderzoek extrapoleren – is in totaal een bedrag tussen de € 69 en € 92 miljoen geïnvesteerd. Als het besluit van staatssecretaris Blokhuis om rookruimten te verbieden daadwerkelijk wordt geeffectueerd, dan betekent dit een directe schadepost voor onze branche.
Maar dat is niet de enige schade. 81% van de horecaondernemers met een rookruimte denkt dat het voornemen hen gasten en daarmee omzet gaat kosten. Iets meer dan 61% heeft nog een eigen binnenplaats of een terras, 39% heeft geen andere keus dan dat rokers op de openbare stoep of weg zullen moeten gaan roken. Met betrekking tot dat laatste: 93% van de respondenten verwacht dat een verbod op rookruimten zal leiden tot meer overlast op straat. Dat zal ongetwijfeld weer zorgen voor discussies met buren en gemeenten. KHN pleit dan ook voor een overgang of uitzondering voor nacht-horeca, clubs en discotheken.

KHN dringt aan op overleg met staatssecretaris
KHN begrijpt dat het besluit om rookruimten te verbieden, een politieke keuze is. Een keuze die al gemaakt lijkt te zijn. Maar de resultaten van het KHN-onderzoek maken duidelijk dat de impact van het plan om rookruimten te verbieden enorm groot is voor betrokken horecaondernemers. Wij vinden dan ook dat het kabinet zich moeten bekommeren om die ondernemers die hard geraakt worden door dit verbod.
Daarom dringt KHN aan dat het door staatssecretaris Blokhuis voorgestelde overleg zo snel mogelijk plaatsvindt. Wat ons betreft staan de volgende onderwerpen in ieder geval op de agenda van dat gesprek:

  •  Overgangstermijn van 2 jaar veel te kort; horecaondernemers moeten een fatsoenlijke periode krijgen om gedane investeringen te kunnen terug verdienen. Zo niet, dan moeten ondernemers financieel gecompenseerd worden.
  •  Verbod moet gelden voor alle rookruimten op het zelfde moment; als er een verbod op rookruimten komt, dan moet dat overal op hetzelfde moment gaan gelden. Het kan niet zo zijn dat rookruimten in de horeca eerder worden verboden dan in kantoren, overheidsgebouwen of andere voor publiek toegankelijke gebouwen.
  •  Gevolgen voor de openbare orde, geluidsoverlast en veiligheid; een verbod gaat leiden tot meer rokers op straat en dientengevolge waarschijnlijk meer geluidsoverlast en zal gevolgen hebben voor openbare orde en veiligheid. Overheden zullen daar coulant mee om moeten gaan en creatief mee moeten denken (en handelen!) zodat ondernemers niet dubbel de dupe worden.

Bron en meer informatie: www.khn.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *