In 2024 zijn er in totaal 30,8 miljoen bezoeken afgelegd aan de 473 musea die zijn aangesloten bij de Museumvereniging. Hoewel het totale aantal bezoeken nagenoeg gelijk bleef aan 2023 (30,9 miljoen) zijn er enkele positieve verschuivingen zichtbaar. Het aantal buitenlandse bezoeken groeide licht naar 27% van het totaal (26% in 2023). Kleine musea (1) zagen een groei van 8% in hun bezoekersaantallen ten opzichte van vorig jaar.

De economische waarde van musea is groot
De museumsector realiseerde in 2024 een omzet van 1,31 miljard euro, waarvan bijna de helft (49%) uit eigen inkomsten komt. Ondanks de huidige financiële uitdagingen een stijging van 4% ten opzichte van de € 1,26 miljard in 2023. Daarnaast ontvangen musea in 2024 € 665 miljoen aan subsidies, waarmee overheden investeren in een sector die aantoonbaar bijdraagt aan de regionale en nationale economie. Musea bieden werk aan bijna 44.000 mensen, waarvan 66% vrijwilligers en stagiairs, en zijn daarmee ook een belangrijke werkgever en opleidingsplek.
Museumkaart als belangrijke marketingtool
De Museumkaart speelt een belangrijke rol in de marketing van het museumbezoek. Het aantal kaarthouders steeg naar een record van 1,5 miljoen (2023:1,44 miljoen) en was goed voor 31% van alle museumbezoeken. Uit onderzoek van de Museumvereniging blijkt ook dat kaarthouders ruim drie keer zo vaak een museum bezoeken als niet kaarthouders. Onder jongvolwassenen is de meerbezoekfactor zelfs drieënhalf.
De Nederlandse samenleving vergrijst maar we zien deze trend niet terug bij Museumkaarthouders. Op 1 januari 2025 is 39% van de Museumkaarthouders 45 jaar of jonger. Met uitzondering van de 13-25-jarigen, is het aantal Museumkaarthouders in de overige jongere leeftijdsgroepen tussen 2021-2025 toegenomen met 36%. Alhoewel de kaart onverminderd populair blijft onder de oudere leeftijdscategorieën wordt hun aandeel de afgelopen jaren juist kleiner. Dit komt omdat we de sterkste groei zien bij kaarthouders met jongere leeftijden waarbij het aandeel jongere kaarthouders dus toeneemt in het geheel.
Musea hebben de toekomst
In 2024 brachten leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs gezamenlijk bijna 1,6 miljoen bezoeken aan musea, goed voor gemiddeld 67 bezoeken per 100 leerlingen. Het feit dat 89% van de musea educatieve programma’s aanbiedt en 92% van de basisscholen een bezoek brengt aan een museum onderstreept de maatschappelijke waarde van musea als leeromgeving en inspiratiebron voor jonge generaties en laat zien dat musea hun educatieve rol steeds beter weten te vervullen. Opvallend is ook de blijvende stijging van het jeugdbezoek in de vrije tijd. Sinds 2019 zijn er bijna 350.000 extra jeugdbezoeken in de vrije tijd (+9%) afgelegd, vooral bij middelkleine en grote musea. Daarmee weten de musea jonge bezoekers beter vast te houden en zelfs uit te breiden.
Meer informatie: Museumcijfers 2024 | Museumvereniging